2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `doen wat`
- de voorsten doen wat de achtersten niet mogen (=wie eerst komt is in het voordeel)
- zeggen wat je doet en doen wat je zegt (=proactief communiceren en je houden aan toezeggingen)
19 betekenissen bevatten `doen wat`
- naar iemands pijpen dansen (=(onderdanig) alles doen wat iemand vraagt)
- de wereld op zijn duim kunnen draaien (=alles doen wat iemand wil)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- met de wolven (in het bos) huilen (=doen wat de meerderheid doet)
- woord houden (=doen wat iemand beloofd heeft)
- je woord gestand doen (=doen wat iemand beloofd heeft)
- in het gevlij komen (=doen wat iemand graag ziet om in de gunst te komen)
- de stoute schoenen aantrekken (=iets doen wat moed vergt. (`stout` in de oude betekenis van `dapper`))
- een open deur intrappen (=iets doen wat niet nodig is of iets wat al gezegd of gedaan is nog een keer doen)
- vijgen na Pasen (=iets doen wat te laat komt)
- op rotsen ploegen (=iets doen wat tevergeefse moeite is)
- tegen de maan blaffen (=iets doen wat totaal niet helpt / nodeloze bedreigingen uiten)
- je naam eer aandoen (=naar behoren uitvoeren, precies doen wat men verwacht)
- binnen de lijntjes kleuren (=netjes handelen, niets doen wat niet mag)
- de daad bij het woord voegen (=onmiddellijk doen wat men zegt te zullen doen)
- in het gareel lopen. (=precies doen wat er gevraagd wordt)
- uit z`n rol vallen (=tijdens het spelen iets zeggen of doen wat niet bij de rol hoort)
- voor iemand kruipen (=van iemand schrik hebben , slaafs alles doen wat hij vraagt)
- in iemands gareel lopen (=zonder enige tegenwerping doen wat iemand je opdraagt)
20 dialectgezegden bevatten `doen wat`
- 'n mens moet doen wat 'er leert het (=handel maar naar eigen inzicht) (Westerkwartiers)
- betieketakt zyn (=drang om iets te doen wat niet mag) (Veurns)
- bu' j now helemaol van de pot geruk (=iets doen wat absoluut niet kan) (Achterhoeks)
- daaj kanner ee nie kwijt (=ze kan niet doen wat ze wil) (Munsterbilzen - Minsters)
- deurre gank goan (=doen wat ze willen) (Arendonks)
- die zitte mèt de aoje op ‘t daak (=die kinderen doen wat ze willen; hun ouders hebben niets over hen te vertellen) (Heitsers)
- Eine dae get wiltj höbbe waat 'r nog noeëts heet g'hadj, zal get mótte doon waat 'r nog noeëts heet gedaon! (=Die iets wil hebben wat hij nog nooit heeft gehad, zal iets moeten doen wat hij nog nooit heeft gedaan.) (Kinroois)
- gij goa mee mijn de kachel nie oanmoake (=je kan met mij niet doen wat je wil) (Gastels)
- good gegange, jao kook gegaete en neet geslabdj (=iets doen wat niet mis kan gaan, een onnozel klusje goed afronden) (Heitsers)
- hij ken zien ei niet kwiet (=hij kan niet doen wat hij graag wil) (Westerkwartiers)
- hij moet doar opzitt'n en poodjes geev'm (=hij mag daar doen wat hem wordt opgedragen) (Westerkwartiers)
- ik zal oane kop / oan neus tussen twië uuëren zetten [plagend, tegen kind] (=Nu moet je wel even doen wat ik zeg) (Wichels)
- int gariël luëpn' (=in het gelid lopen, braaf doen wat gezegd wordt) (Meers)
- je moet'n je goav'm niet begroav'm (=je moet doen wat je kunt) (Westerkwartiers)
- nevenst zijn schoe' n loapen (=iets doen wat niet mag) (Evergems)
- oe laotte gij de kat bukke? (=denk je dat je hem kunt laten doen wat je van hem verwacht?) (Oudenbosch)
- papp'm en nathold'n (=eraan doen wat in je vermogen ligt) (Westerkwartiers)
- ze wiend 'em om heur vinger (=zij laat hem doen wat zij wil) (Westerkwartiers)
- zëne gank goën (=het aftrappen doen wat je wil) (Munsterbilzen - Minsters)
- zich viege (=doen wat er gevraagd wordt) (Bilzers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen
