Spreekwoorden met `de kleine`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de kleine`

  1. de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
  2. de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
  3. uit de kleine kinderen zijn (=geen kleine kinderen meer hoeven opvoeden)

2 betekenissen bevatten `de kleine`

  1. met het kleine begint men bij het grote houdt men op (=van de kleine misdaad komt men vanzelf in de grote misdadigheid terecht)
  2. op de kleintjes letten (=zuinig zijn. Ook de kleine uitgaven proberen terug te dringen)

10 dialectgezegden bevatten `de kleine`

  1. 'n beedje paaz'n en meet'n (=woekeren met de kleine ruimte) (Westerkwartiers)
  2. 't benn'n de kleine dinkjes die 't em doen (='t zijn de kleine dingen die 't em doen) (Westerkwartiers)
  3. dae héttet lich aut (=de kleine is moe) (Bilzers)
  4. de brieëmëlë zin vër de vieëgël (=het overschot is voor de kleine man) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. de kleene kos zen koeter nimei oëpehaage (=de kleine was dood moe) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. de kleine ee nuwe klirkes (=de baby heeft nieuwe kleertjes) (Oudenbosch)
  7. diejis allang alwir uit de kleine manne (=de middelbare leeftijd naderend) (Oudenbosch)
  8. ij zit nog in de kleine manne (=zijn kinderen zijn nog jong) (Oudenbosch)
  9. laot ós doorloupe want ‘t sjeltj al (=opschieten omdat de H. Mis bijna begint (sjelle = met de kleine klok oproepen tot gebed)) (Heitsers)
  10. ze kwam de kleine laete kieke (=ze kwam de baby tonen) (Zeeuws)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen