6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de kast`
- de kast indraaien. (=in de gevangenis komen.)
- de kastanjes voor iemand uit het vuur halen (=voor iemand anders het gevaarlijke werk of een lastig klusje doen)
- de muizen sterven er voor de kast (=het is er armoe troef)
- een lijk in de kast (=een onaangename erfenis)
- iemand op de kast jagen (=iemand zijn goede humeur doen verliezen door plagen)
- uit de kast komen (=voor je [seksuele] geaardheid uitkomen)
13 dialectgezegden bevatten `de kast`
- aachter tsjoap stond inne sjoen gesjoafde sjuppesteel (=achter de kast stond een mooi geschaafde spadesteel) (diepenbeeks)
- daor lee nog ne baarig goed om te worre opgeruimd (=al die kleren moeten nog in de kast) (Oudenbosch)
- Daor ligge de muus kapot vúr de kást (=Daar is (van armoe) niks te halen) (Wells)
- de meus ligge vur de kast kapot (=er is geen geld / niks te eten) (Gemerts)
- de muize liggen dôôd vor de kast (=dit persoon is arm) (Bredaas)
- de muzen liggen dod voor de kast (=alles is op, ik heb niks meer) (Zeeuws)
- diejedde gij zo op z n peerd zitte (=die jaag je zo op stang / op de kast) (Oudenbosch)
- Doet het schaap toeu (=Doe de kast dicht) (Hasselts)
- het schoonste van bove en ut lochste van ondere (=de kast op z n mooist opgeruimd) (Oudenbosch)
- ijee z n eige bleine op z n tong motte praote (=hij heeft alles uit de kast moeten halen) (Oudenbosch)
- in de laagte (=onder in de kast) (Leids)
- op de booveste plaank van ut kammenet laage de spulle van ons moeder. (=op de bovenste plank van de kast lag het maandverband.) (Tilburgs)
- teeng`n de kast pissen. (=verzet tegen de rechtelijke macht) (Twents)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen