Eén spreekwoord bevat `bedrogen`
- de wereld wil bedrogen zijn. (=mensen trappen steeds weer in hetzelfde praatje)
4 betekenissen bevatten `bedrogen`
- mundus vult decipi (=de wereld wil bedrogen worden)
- een kat in de zak kopen (=iets kopen zonder het gezien te hebben - bedrogen worden)
- aan de Turken overgeleverd zijn (=slecht behandeld, bedrogen, mishandeld worden)
- vogeltjes die zo vroeg zingen zijn voor de poes (=wie zo vroeg wil genieten komt bedrogen uit)
50 dialectgezegden bevatten `bedrogen`
- 'k ben ekluuët (=ik ben bedrogen) (Ouwegems)
- 'k benne bij de viede gezet (=ik voel me lelijk bedrogen) (Waregems)
- 'kzin ik bien buk ezèt (=bedrogen zijn) (Iepers)
- a èè van de riem (=hij heeft van de riem hij is bedrogen) (Meers)
- a es ba den bok gezet (=hij is bedrogen) (Meers)
- bedrogen dat den doom uut zun ogen komt (=erg bedrogen) (Veurns)
- bie 'n buk hezet; bie 'n buk hedoan (=bedrogen) (Izegems)
- bij 't veertienste gezet zijn (=bedrogen zijn) (Knesselaars)
- bij zen pees gepakt (=iemand bedrogen hebben) (Wolvertems)
- de deugnietrieë ist land mièèstre (=we worden iedere dag bedrogen) (Kortemarks)
- diech un piep raoke (=bedrogen uit komen) (Mestreechs)
- diech un plaat tikke (=bedrogen uit komen) (Mestreechs)
- gejost (of gesjareld) zijn (=bedrogen zijn) (Meers)
- gereen van stiens e gruutn (=bedrogen zijn) (Knesselaars)
- Gesketen ol vliegen (=Iemand bedrogen uitkomen) (Lauws)
- Gezien zaan (=bedrogen zijn) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- hae keumptj bescheête oet (=hij komt bedrogen uit) (Weerts)
- hest mij bedonnerd (=je hebt mij bedrogen) (Westerkwartiers)
- Hie heit me Bie den bear gedaen (=Hij heeft me bedot / bedrogen) (Flakkees)
- hij eeter au opgeleid (=hij heeft u bedrogen) (Wetters)
- hij es gereeen van Costers e moerhond (=hij is bedrogen) (Ursels)
- Hij kumt van ne kauwe kermis thus (=Hij komt er bedrogen van af) (Heezers)
- J'es bie den buk gezet (=Hij is bedrogen) (Harelbeeks)
- j'es bij d'n bik gedaan (=bedrogen zijn) (Knesselaars)
- J'èt toa by d'n buk gedoan gewist (=Hij werd bedrogen) (Langemarks)
- je komt van e koedde kermesse tuus (=hij komt bedrogen uit) (Lichtervelds)
- je komt van e koede kermesse tuus (=hij komt bedrogen uit) (Kortemarks)
- je kwam er bekaojd vanof (=hij kwam bedrogen uit) (Kortemarks)
- je kwam van e koede kermesse tuus (=hij kwam bedrogen uit) (Kortemarks)
- je zal der ne stok an één (=hij zal bedrogen uitkomen) (Kortemarks)
- je zal e scheete laotn (=hij zal bedrogen uitkomen) (kortemarks)
- je zal nen aop scheîrn (=hij zal bedrogen uitkomen) (Kortemarks)
- je zal raor vaorn (=hij zal bedrogen uitkomen) (Kortemarks)
- jee me bie dn buk gedaon (=hij heeft me bedrogen) (Kortemarks)
- jeet an zne rekkre (=hij is bedrogen uitgekomen) (Kortemarks)
- jis bescheetn (=hij is bedrogen) (kortemarks)
- jis bie dn buk gedaon (=hij is bedrogen) (Kortemarks)
- jis ne paotre geschilderd (=hij werd bedrogen) (kortemarks)
- jis ze gat gewosschn (=hij werd bedrogen) (Lichtervelds)
- kep wellus meer ne gladde paolieng bij z ne steert gat (=ik ben wel eens vaker bedrogen uitgekomen) (Oudenbosch)
- kzie bie dn buk gedaon (=ik ben bedrogen) (kortemarks)
- kzyn e gièète gezet (=ik ben bedrogen) (Lichtervelds)
- maandewark is schaandewark (=met samenwerken kun je bedrogen uitkomen) (Drents)
- Mit meine besjeet zich 'ns eine (=bedrogen uitkomen door veronderstellingen) (Steins)
- Oge los of tes los (=wie niet uitkijkt, wordt vaak bedrogen) (Barghs)
- Sen hem oak ne poater geschilderd (=Ze hebben hem bedrogen) (Wetters)
- unne bökkem kriege (=bedrogen uitkomen) (Mestreechs)
- vaan unne kawwe kèrmis thoes kaome (=bedrogen uit komen) (Mestreechs)
- van de moare bereen (=ze is bedrogen) (Brugs)
- van e koede kermesse tuuskomn (=bedrogen uitkomen) (Kortemarks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen