23 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aars`
- alle molenaars zijn geen dieven (=scheer niet iedereen over dezelfde kam)
- als een nachtkaars uitgaan (=in een gestaag tempo minder worden en eindigen)
- de baars vergallen (=de zaak laten mislukken)
- de grote kaars gaat uit (=de zon gaat onder)
- de laatste loodjes wegen het zwaarst (=het afwerken is vaak het lastigst)
- een gewaarschuwd mens telt voor twee (=iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden)
- een kaars voor de duivel branden (=slechte daden goedpraten omdat er je er voordeel uit kan halen)
- een laars aanhebben (=dronken zijn)
- er geen laars van weten (=er niets van afweten)
- geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben. (=mensen vertellen graag wat voor goeds ze hebben gedaan)
- geen zo kleine sant of hij wil zijn kaars hebben (=ook de mindere machten moet men gunstig stemmen)
- haarscherp (=(van een afbeelding) getrouw tot in fijne details)
- ieder meent dat zijn eigen pak het zwaarst is. (=mensen overdrijven hun eigen moeilijkheden in vergelijking met die van anderen)
- iedere heilige komt zijn kaarsje toe (=iedere medewerker moet delen in de eer)
- iets aan je laars lappen (=geen notitie nemen van regels, wet of voorschriften)
- je kaars aan twee kanten branden (=zijn krachten of mogelijkheden al te vroeg verspillen)
- op het zondaarsbankje zitten (=schuld bekennen)
- pimpelpaars met een goud randje (=met ondefinieerbare kleur)
- uitgaan als een nachtkaars (=langzaam doven, sterven)
- wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil)
- wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert)
- wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen (=wat het belangrijkste is moet het eerste gebeuren)
- zich gedragen als een baars (=zeer onhandig zijn)
18 betekenissen bevatten `aars`
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
- lege kisten, maken twisten. (=bij schaarste onstaat ruzie)
- dat gaapt zo wijd als een oven (=dat is hoogst onwaarschijnlijk)
- dat gaapt als een oven (=dat is onwaarschijnlijk)
- een goede haan kraait nog wel eens weer. (=een goede leider waarschuwt meer dan eens)
- iemand de wacht aanzeggen (=een laatste waarschuwing geven)
- aan de rem trekken (=een ontwikkeling proberen tegen te houden/ waarschuwen dat iets niet goed gaat)
- een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
- teken aan de wand (=een waarschuwing dat er iets gaat gebeuren)
- sterker dan de dood (=iets onverwoestbaars)
- het gras in de knieën hebben (=lijden aan voorjaarsmoeheid)
- een roepende in de woestijn zijn (=niemand die naar je wil luisteren (bij raad/waarschuwingen))
- voor galg en rad opgroeien (=vanaf de jeugd een levenspad volgen dat later waarschijnlijk naar criminaliteit leidt)
- als je veel eet, dan ben je lelijk als je dood bent. (=waarschuwing tegen te veel eten.)
- wat heb ik nou aan mijn fiets hangen? (=wat gebeurt er nu voor iets raars?)
- zuivel op zuivel is voer voor de duivel (=werd gezegd als je te veel zuivel at terwijl het schaars was)
- stille waters/wateren hebben diepe gronden (=zij die weinig zeggen hebben vaak het onvoorspelbaarste karakter)
9 dialectgezegden bevatten `aars`
- aars as aars. (=Anders dan anders.) (Zaans)
- aster nie viël te doen wos, sjikden oos aars os noë t veld vür dikke steen te raope van den akker en daaj moeste v¨r ènnet kaarspoër umkippe (=als terapie moesten we van onze ouder ook dikke keien rapen van de akkers en daarmee de karsporen vopvullen) (Munsterbilzen - Minsters)
- efkes wat aars anskiete. Verkleide. (=even wat anders aantrekken) (Westfries)
- haat tich mèr goed mèt daaj, daaj hër aars zitten ter goed èn (=blijf daar maar op goede voet mee, want die zijn rijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae ès nog bij zen aars èn de kos (=hij is nog thuis) (Munsterbilzen - Minsters)
- je kan m'n zak opblazen (=je kunt mijn aars likken) (Amsterdams)
- net ie-ender me dan aars (=zelfde) (Zeeuws)
- tèssen blamaasj vër zen aars vêr ze zau te verniëke (=het is een belediging voor je ouders om hen zo voor de gek te houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- ze doe nie aars as poesen en flerren (=ze doet niet anders als poetsen en boenen) (Zeeuws)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen