36 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Zoé`
- achter iemand zoeken (=iemand kwaad proberen te doen)
- alle kusten bezoeken (=met allerlei slecht volk omgaan)
- aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
- armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
- bezoek en vis blijven drie dagen fris (=je moet geen gasten te lang laten logeren want dan ga je je aan hun gewoonten ergeren)
- dat is de goden verzoeken (=te grote risico`s nemen)
- een haar in de boter vinden/zoeken (=op het kleinste detail vitten)
- een klein visje een zoet visje (=een klein voordeel of winstje dat met weinig moeite is verkregen)
- een naald in een hooiberg/hooimijt zoeken (=iets zoeken dat bijna niet te vinden is)
- een snoek op zolder zoeken (=iets onmogelijks zoeken, vergeefse moeite doen)
- een speld in de hooiberg zoeken (=iets onmogelijks proberen)
- een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw (=in de volksmond: De beste beloning voor een 19e eeuws schoolkind)
- een vlek op het blazoen (=een smet op de reputatie.)
- geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
- grote parade en klein garnizoen (=een grote vertoning maar niet veel zaaks)
- het bijltje zoeken (=een excuus of uitweg verzinnen)
- het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
- hij zoekt zijn paard en hij zit er op (=hij zoekt iets wat voor zijn neus is, wat iedereen ziet)
- honger maakt rauwe bonen zoet (=als men honger heeft, smaakt alles)
- iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
- iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
- ik zoek het paard, maar ik zit erop. (=iets zoeken waar je heel dichtbij bent)
- je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
- je penaten opzoeken (=naar huis gaan)
- kort en goed valt licht en zoet. (=pak dingen snel op en doe het goed)
- met een lantaarn te zoeken (=heel zeldzaam , moeilijk te vinden)
- naar zijn woorden zoeken (=niet goed meer weten wat te zeggen)
- niets dan wonden en builen zoeken (=altijd willen vechten)
- nood zoekt list. (=in benarde situaties worden ongebruikelijke oplossingen gevonden)
- soort zoekt soort (=mensen met dezelfde interesses zoeken elkaar op)
- spijkers op laag water zoeken (=uitermate achterdochtig zijn, onprettige opmerkingen maken over onbelangrijke zaken)
- tot op het bot uitzoeken (=zeer grondig uitzoeken)
- vijf poten aan een kalf/schaap zoeken (=iets proberen te vinden dat er niet is)
- vijgenbladen zoeken (=nietige uitvluchten zoeken)
- zoet gedronken, zuur betaald. (=drankmisbruik kan veel schade aanrichten)
- zoete broodjes bakken (=dingen zeggen om een goede indruk achter te laten bij mensen met invloed)
40 betekenissen bevatten `Zoé`
- aan alle kapelletjes aanleggen (=alle cafés onderweg bezoeken)
- alle heilige huisjes aandoen (=alle cafés onderweg bezoeken)
- bij elk heilig huisje aanleggen (=alle cafés onderweg bezoeken)
- een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
- wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
- armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
- sanitaire stop (=een bezoek aan de W.C)
- je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
- de drempel is glad. (=er komt veel bezoek)
- je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
- bij de pakken neerzitten (=geen oplossing meer zoeken, niet meer verder doen)
- handen wassen (=het toilet bezoeken)
- afwijzend beschikken op (=het verzoek weigeren)
- hij zoekt zijn paard en hij zit er op (=hij zoekt iets wat voor zijn neus is, wat iedereen ziet)
- elk is een dief in zijn nering (=ieder zoekt zijn voordeel)
- men vindt geen molenaar of hij at gestolen koren. (=ieder zoekt zijn voordeel, ook al is het ten koste van anderen.)
- iemand van het hoofd tot de voeten meten (=iemand heel nauwkeurig onderzoeken)
- iets onder de loep nemen (=iets nauwkeurig onderzoeken)
- een snoek op zolder zoeken (=iets onmogelijks zoeken, vergeefse moeite doen)
- een naald in een hooiberg/hooimijt zoeken (=iets zoeken dat bijna niet te vinden is)
- ik zoek het paard, maar ik zit erop. (=iets zoeken waar je heel dichtbij bent)
- tussen de wal en het schip geraken (=in de knel komen, iets raakt per ongeluk verloren of zoek)
- soort zoekt soort (=mensen met dezelfde interesses zoeken elkaar op)
- de violen stemmen (=met elkaar onderhandelen, naar compromissen zoeken)
- gewogen en te licht bevonden (=na onderzoek afgekeurd zijn)
- vijgenbladen zoeken (=nietige uitvluchten zoeken)
- de nieren proeven (=onderzoeken of iets echt waar is)
- de markt afschuimen (=overal zoeken wat er `te koop` is)
- het pad warm houden. (=regelmatig op bezoek komen)
- tegen de schenen schoppen (=ruzie zoeken)
- wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten (=soort zoekt soort)
- de drempel platlopen (=steeds opnieuw bezoeken)
- de deur platlopen (=steeds weer bezoeken)
- hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
- in mei leggen alle vogels een ei (=weerspreuk: aanduiding dat in mei het broedseizoen begint)
- een schurftig paard vreest de roskam. (=wie wat op z`n geweten heeft, is bang voor het onderzoek)
- tot op het bot uitzoeken (=zeer grondig uitzoeken)
- iemands doopceel lichten (=zeer uitgebreid vertellen/uitzoeken wie iemand is en wat die in het verleden allemaal gedaan heeft)
- de hakken in het zand zetten (=zich opstellen als felle tegenstander van een voorstel of ontwikkeling, zonder de bereidheid te zoeken naar positieve aspecten of naar compromissen)
- als de stok stijf staat is de uil gaan vliegen (=zit je eenmaal met een erectie, dan is de wijsheid ver zoeken)
50 dialectgezegden bevatten `Zoé`
- 'k bè zoe nat as ne messink; 'k bè kleddernat (=ik ben helemaal nat van de regen) (Sint-Niklaas)
- 'k loate voar'n dak da zoe doen (=laat staan dat ik dat zou doen) (Wevelgems)
- 'k zén da zoê muug as kaa pap (=ik ben dat zo beu als koude pap) (Sint-Katelijne-Waver)
- 'k zoe d'r nie fan ipkijk'n (=het zou mij niet verwonderen) (Waregems)
- 'k zoe je kun'n rekkeveln (=ik zou je iets aan kunnen doen) (Veurns)
- 'k zoe will'n wisslen (bv. qua gezondheid, geheugen) (=ik zou willen omruilen (bv.qua gezondheid, geheugen) ) (Waregems)
- 'ne peddemoeëk es zoë kaal as 'n loês en toch kwaaktje altiêd van plezeer (=ondanks geldzorgen toch de moed er in houden) (Weerts)
- 't eetn vol frieë in de smoake, 'k soe mij ov'reetn moar 'k maage nie, 'k zoe d'r min lipp'n an oflekk'n (=het eten is zeer lekker) (Waregems)
- 't kump nie zoe na (=het hoeft niet perfect te zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't kumpt niej zoe naa (=Het moet niet heel precies zijn) (Stals)
- 't stik(kump) nie zoe na (='t moet niet heel juist zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't zoe 't er géen dêre van în (=Het zou niet slecht zijn) (Langemarks)
- 't zoe nen oudn ond verleën (=iedereen zou het beu worden) (Waregems)
- 't Zoe ni meugn (=Het zou niet mogen) (Deinzes)
- ' t zoe ne keeër gebeurn (=het kan wel eens voorvallen) (Waregems)
- à ès zoè zwàt as Molleke on ze gat, à es zoe zwàt as Lamme Kaìoès. (=Hij ziet er enorm vuil uit) (Bierbeeks)
- aai zie zoe schèel as nen otter (=Zijn ogen staan scheel) (Turnhouts)
- As det Zoë is vraet ik einen baer. (=Als iets erg ongeloofwaardigs verteld wordt.) (Venloos)
- as os ma zit dat zoe es, dan est zoe! (=als moeder zegt dat het zo is, dan is het zo!) (Heusdens)
- as zene kop oppe vèrke stond, zoë ze zègge dattet beiske zik ès (=je ziet er niet uit!!!) (Munsterbilzen - Minsters)
- asze de keuning z'n andschoene zoe geive zegge ze der nog arre ba (=als er materiaal naar u wordt geworpen) (Antwerps)
- bèste zik, de bès zoe stil (=ben je ziek anders ben je toch niet zo stil) (Munsterbilzen - Minsters)
- Beter in de wiede wêreld dan in zoe een klèèn buuksje (=Ik heb een luide wind gelaten) (Nieuwpoorts)
- Bloës mèr nie zoe hauch van den toën (=hoge bomen vangen veel wind) (Munsterbilzen - Minsters)
- Broewet zoe ront as men kont (=Een rond brood) (Diesters)
- Da bleft zjust zoe lank ast briejed is. (=Er verandert niks aan.) (Beverloos )
- da kump nie zoe krek (na) (=je moet niet pietje-precies zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- da kump zoe naa (krek ) nie, asset mèr zjus ès (=dat hoeft niet zo precies) (Munsterbilzen - Minsters)
- da kump zoe naa nie (=dat komt zo nauw niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- Da s zoe langk as t bried es (=Dat is zo breed als het lang is) (Koersels)
- da stik zoe na nie (=dat komt niet zo nauw) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj doech zoe fijn tieëge mich as poeppëstront (=ze kwam me terug opvrijen om het toch maar weer goed te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj èe zoe sjerp assë mes (=dat is een scherpe) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès nau ës zoe leed aste naach (=die is nu eens aartslelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès noch zoe kontraore nie (=dat is geen misse !) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès nog nie zoe kontraore (=dat ziet er ene knappe uit) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès zoe fijn as poeppestront (=die is duidelijk vleierig) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès zoe heet aste bliksem en sneller aste donder (=hoed u voor vrouwen met pit) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès zoe heet astë naach (=dat is een hitsige vrouw) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès zoe lëlëk aste naach (=zij is aartslelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès zoe plat assën vaajg (=zij heeft kleine borsten) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj és zoe sjauw aste naach (=die vrouw is heel lelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès zoe sjérp as ën nël en ze terbij ook nog goed naeë (=ze is zo scherp als een naald en kan goed sexen) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj vings te nog nie zoe rap onder zën klak (=die is zo dom nog niet!) (Munsterbilzen - Minsters)
- daajdoech zoe lëlëk dat ich mekan sjrik krieëg (=ze maakte zoveel opstand dat ik er van schrok) (Munsterbilzen - Minsters)
- Daan'n ès zoe stoem as t'pjeit va christus (=Hij is heel dom) (Londerzeels)
- dae ès zoe bleek assën sjiet (=hij is lijkbleek) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès zoe erm assen laus (=hij is heel arm) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae és zoe kroemp assen ziekel (=hij is niet te vertrouwen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès zoe loemp assët piëd van slivënheir (en dat wor nën iëzel) (=hij is heel dom) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen