Spreekwoorden met `Mooi`

Zoek

16 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Mooi`

  1. aan de rand van het ravijn bloeien de Mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
  2. aap wat heb je Mooie jongen (=sarcastische opmerking over iemand die wat al te trots is op iets)
  3. aap wat heb je Mooie jongen spelen (=overdreven vriendelijk zijn)
  4. avondrood, Mooi weer aan boord (=na een rode avondlucht volgt mooi weer)
  5. daar ben ik Mooi klaar mee (=nu heb ik een probleem)
  6. donkere morgens Mooie dagen. (=een slecht begin hoeft geen mislukking te zijn)
  7. duren is een Mooie stad (=nu is het goed, maar blijft dat zo?)
  8. een Mooi span voor een bokkenwagen (=een zonderling koppel)
  9. Mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)
  10. Mooie liedjes duren niet lang (=geluk is van korte duur)
  11. ook tussen de Mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
  12. van een Mooi bord kun je niet eten (=aan uiterlijk alleen heb je niets)
  13. van een Mooie / knappe tafel kun je niet eten. / Van een Mooi bord kun je niet eten. (=knap van uiterlijk heeft ook wel eens nadelen.)
  14. wat heb je aan een Mooi bord als het leeg is? (=lichamelijke behoeften gaan voor zintuiglijke)
  15. wie Mooi wil zijn, moet pijn lijden (=voor schoonheid moet je wat over hebben)
  16. zo Mooi als poes (=erg mooi (opgetut))

13 betekenissen bevatten `Mooi`

  1. als een vlag op een modderschuit (=dat is veel te Mooi voor die situatie)
  2. een aardige stuiver/duit (=een Mooi kapitaal)
  3. schone appels zijn ook wel zuur. (=een Mooie vrouw is niet vanzelfsprekend een goede echtgenote)
  4. zo mooi als poes (=erg Mooi (opgetut))
  5. mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / Mooier voordoen dan het is)
  6. eigen haard is goud waard (=het is nergens zo Mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
  7. het leven gaat niet altijd over rozen (=het is niet altijd zo Mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  8. het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo Mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  9. iemand uitmaken voor rotte vis (=iemand uitschelden voor alles wat Mooi en lelijk is)
  10. iemand koeien met gouden horens beloven (=iets Moois beloven maar niet nakomen)
  11. op salet zitten (=Mooi aangekleed zijn en niet werken)
  12. avondrood, mooi weer aan boord (=na een rode avondlucht volgt Mooi weer)
  13. al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich Mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet Mooi)

50 dialectgezegden bevatten `Mooi`

  1. 'n Mooi ding (=een knap meisje) (Sallands)
  2. 'n Mooi sjouwtje (=anverdan) (Westfries)
  3. 'n skuën mokke (=een Mooi meisje) (Meers)
  4. 't Is en Mooi koppie, jammer dattet rotte moet. (=IJdelheid der ijdelheden ...) (zaans)
  5. 't is Mooi west (='t is Mooi geweest) (Westerkwartiers)
  6. 't is Mooi west veur vandoag (='t is genoeg voor vandaag) (Westerkwartiers)
  7. 't minnert Mooi (=het kort Mooi in) (Westerkwartiers)
  8. 't mis Mooi weer om 'n aarfenis te verdeel'n (=als het buiten somber weer is :) (Westerkwartiers)
  9. 't moet eerst minner word'n veurdat 't beder wordt (=het moet eerst minder Mooi worden voordat het fraaier wordt) (Westerkwartiers)
  10. 't oog wil ok wat! (=het moet niet alleen goed zijn, het moet ook Mooi zijn) (Westerkwartiers)
  11. 'tes effenaf schuun (=het is echt Mooi) (Herns (Herne, VL-B))
  12. ' t is Mooi ewes (=Het is Mooi geweest) (Sallands)
  13. A schon keuntje (=Mooi meisje) (West-vlaams)
  14. aachter tsjoap stond inne sjoen gesjoafde sjuppesteel (=achter de kast stond een Mooi geschaafde spadesteel) (diepenbeeks)
  15. An me gat (=Mooi niet) (Volendams)
  16. aop wat ei j moeiaejongen (=Mooi weer spelen) (Zeeuws)
  17. As Geesiemeu 't ooriezer opzet moew (hen heuien) (=Als het Mooi weer wordt moeten we .....) (Drents)
  18. azeu billen en no nie willen (=zo een Mooi meisje, maar nog altijd vrijgezel) (Waarschoots)
  19. azjiuë biwn in no nie wiwn (=Mooi maar nog altijd vrijgezel) (Kaprijks)
  20. benn'n we Mooi onner eig'n volk (=zijn we Mooi onder elkaar) (Westerkwartiers)
  21. broeskoekeren (=bij Mooi weer in huis zitten) (Flakkees)
  22. da gon ichteg és sjaun nie on zen naos hange (=dat ga ik je Mooi niet verklappen) (Bilzers)
  23. da hübsemgoed gelap (=dat heb je Mooi afgehandeld) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. Da trekt gelakkes en tang oep e verrehke (=Dat is helemaal niet Mooi) (Aarschots)
  25. Da trekt oep ginne urgel (=Dat is niet Mooi) (Loksbergs)
  26. Da trekter nie oep (=Dat is niet Mooi) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  27. Da,s gènne krotte (=Dat is goede kwaliteit, dat is Mooi) (Herentals)
  28. da's 'n kaant nuver wichtje (=dat is een heel Mooi meisje) (Westerkwartiers)
  29. da's 'n Mooi geboar (=dat is een leuke geste) (Westerkwartiers)
  30. Da's 'n Mooi spul. (=Dat is me ook wat.) (Aaltens)
  31. da's niet biester Mooi (=dat is niet erg Mooi) (Westerkwartiers)
  32. da' s ' n Mooi plakje (=dat is een Mooi plekje) (Westerkwartiers)
  33. da' s wa ' n skier wichke (=Dat is een Mooi meisje) (Twents)
  34. daaj ès op hër sondës geklèd (=die is Mooi opgetut) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. daaj kriëg toë ès hür aach zaolighètse (=die kreeg Mooi de levieten gelezen) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. dae ès op zë poësbès (=die is Mooi gekleed) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. dae ès tinnes voert ! (=hij ziet er Mooi afgeborsteld uit) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. dae hèt altijd sjaune kal (=hij kan er zich altijd Mooi uitpraten) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. Dae hilt dich fien veur de gek (=Die houdt je Mooi voor de gek) (Roermonds)
  40. dae konste dër e rinkske trèkke (=rie ziet er Mooi zn verzorgd uit) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. dae lieg dattet geen aordeghèts mei ès (=hij liegt dat het niet meer Mooi is) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. Dao is de fleur vanaaf (=Dit is niet Mooi meer) (Susters)
  43. daor blefde gij Mooi blaauw van (=daar krijg jij lekker niets van) (Oudenbosch)
  44. Das een lekker mokkel (=Een Mooi meisje/ vrouw) (Rotterdams)
  45. das ën sjaun sjèttël mér doë lik niks op (=dat is een Mooi wijf, maar ze kan niet eens fatsoenlijk eten bereiden) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. Das gelope (=Dat is Mooi meegenomen) (Rotterdams)
  47. das krimmieneel Mooi gedaon (=dat is erg goed gelukt) (Oudenbosch)
  48. das Mooi waark (=dat komt goed uit) (Oudenbosch)
  49. das nogal gijf (=dat is niet Mooi gehandeld) (Veusseleirs)
  50. Das un Mooi botje! (=Dat is een Mooie boot!) (Roosendaals)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen