Spreekwoorden met `Eden`

Zoek

41 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Eden`

  1. aanzien doet gEdenken (=wat men met eigen ogen gezien heeft, is gemakkelijker te onthouden)
  2. als ik ze niet hoef te hoEden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
  3. benEden alle peil (=stijlloos)
  4. dat zaakje zal wel doodbloEden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
  5. de boter en de kaas te dik gesnEden hebben (=te veel verteerd hebben)
  6. de breedste riemen worden uit andermans leer gesnEden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
  7. de regels met voeten trEden (=overtreden, voorschriften niet opvolgen / onbehouwen te werk gaan)
  8. doekje voor het bloEden (=een schrale troost, of een ontoereikende, slechts symbolische maatregel)
  9. door de spitsroEden lopen. (=veel kritiek krijgen, gestraft worden)
  10. door het verlEden achtervolgd worden (=problemen of fouten van vroeger blijven invloed hebben.)
  11. een boterham met tevrEdenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
  12. een wet van MEden en Perzen zijn (=een regel waarvan nooit mag worden afgeweken)
  13. elk heeft genoeg in eigen tuin te wiEden. (=bekritiseer geen anderen als je zelf niet perfect bent)
  14. gezegende omstandighEden (=in verwachting)
  15. goed van de tongriem gesnEden (=gezegd van een vlotte prater)
  16. hEden ik morgen gij (=oud grafschrift: gedenk, lezer, dat jij ook zal sterven)
  17. hEden in hoogheid verheven morgen onder de aarde (=vandaag nog heel belangrijk, maar morgen misschien al dood)
  18. hEden ten dage (=tegenwoordig)
  19. het hoofd biEden (=weerstand bieden)
  20. het ijzer smEden als het heet is (=je moet op het juiste moment de kansen grijpen en dingen doen)
  21. iemand het lemmer biEden (=iemand uitdagen)
  22. iemand of iets het hoofd biEden (=zich met verstand en beleid verzetten tegen iemand of iets, iemand weerstaan)
  23. iemand tot op zijn hemd uitklEden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
  24. iets benEden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
  25. iets onder de lEden hebben (=niet helemaal gezond zijn)
  26. in het krijt trEden (=de strijd aanbinden)
  27. in het strijdperk trEden (=de strijd aanvatten)
  28. je uitklEden voor men naar bed gaat (=alles weggeven voor men sterft)
  29. kwade gezelschappen bederven goede zEden. (=slechte eigenschappen overnemen van slechte vrienden)
  30. men wordt wel door een mestkar maar niet door een rijtuig overrEden (=goed opgevoede mensen beledigen anderen minder)
  31. op de voorgrond trEden (=onder de aandacht treden)
  32. platgetrEden paden/wegen (=dingen die anderen al eerder gedaan hebben)
  33. rEdeneren als een kip zonder kop (=erg dom redeneren)
  34. rEdenering van Jan Kalebas (=dwaze onlogische redenering)
  35. tegenspel biEden/geven (=tegenstand bieden)
  36. traag gerEden is vroeg thuis. (=sneller klaar zijn door eerst goed na te denken)
  37. uit het goede hout gesnEden zijn (=van goede afkomst zijn / een goed karakter hebben)
  38. uit iemands aangezicht gesnEden zijn (=sterk op iemand lijken)
  39. voor de drang der omstandighEden zwichten (=zich naar de omstandigheden schikken)
  40. voor iemand in het krijt trEden (=iemand helpen en verdedigen)
  41. voor iets moeten bloEden (=de gevolgen moeten dragen)

147 betekenissen bevatten `Eden`

  1. geen klaviertje over slaan (=alle bijzonderhEden in acht nemen)
  2. al zijn patronen verschieten (=alle mogelijkhEden uitproberen)
  3. de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst biEden)
  4. wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een rEden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
  5. komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkhEden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
  6. als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandighEden.)
  7. als het voeten heeft (=als de omstandighEden gunstig zijn)
  8. de ratten verlaten het zinkende schip (=als de omstandighEden verslechteren denken sommigen alleen aan zichzelf en vertrekken)
  9. na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevrEden op terug kijken)
  10. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelhEden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  11. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevrEden.)
  12. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamhEden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  13. in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevrEden met dingen die je anders zou weigeren.)
  14. hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkhEden)
  15. wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een rEden)
  16. wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestrEden wordt)
  17. met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloEden)
  18. nood breekt wet (=bij moeilijke omstandighEden is er meer geoorloofd)
  19. daar zit `em de kneep/knoop (=daar zitten de moeilijkhEden/problemen)
  20. lach als je begraven wordt (=dat is geen rEden om te lachen)
  21. het sluit als een bus (=de berEdenering klopt)
  22. de harp aan de wilgen hangen (=de bezighEden stopzetten)
  23. de bokken van de schapen scheiden (=de goEden van de kwaden scheiden)
  24. de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandighEden zijn veranderd)
  25. geen zorgen voor morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=de moeilijkhEden van vandaag zijn genoeg om je zorgen over te maken)
  26. de kaart van het land kennen (=de omstandighEden kennen)
  27. de bordjes zijn verhangen (=de omstandighEden zijn veranderd)
  28. met zijn talenten woekeren (=de persoonlijke mogelijkhEden/gaven goed gebruiken)
  29. tijd heeft vleugels en geen teugels. (=de tijd gaat snel en is niet te beïnvloEden)
  30. recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste rEdenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
  31. een zware pijp roken (=door eigen schuld in moeilijkhEden komen)
  32. reageren met de voeten (=door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevrEden is)
  33. korte metten maken (=doortastend optrEden)
  34. spijkers met koppen slaan (=doortastend optrEden)
  35. redenering van Jan Kalebas (=dwaze onlogische rEdenering)
  36. boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen rEden toe)
  37. onder het mes zitten (=een examen hebben, in angstige omstandighEden zitten)
  38. het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdhEden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
  39. een gouden zadel maakt geen ezel tot paard. (=een mens verandert niet door uiterlijkhEden)
  40. een scheve schaats rijden (=een misstap begaan. Een morele regel overtrEden)
  41. de kool en de geit sparen (=een oplossing vinden waar beide partijen tevrEden mee kunnen zijn)
  42. op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevrEden humeur.)
  43. aan een touw trekken (=eensgezind optrEden)
  44. de gek in de mouw dragen (=eigenaardighEden verbergen voor anderen)
  45. het recht in eigen hand nemen (=eigenmachtig optrEden)
  46. iets laten zwemmen (=er geen aandacht meer aan bestEden)
  47. het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandighEden weet te profiteren)
  48. niet over rozen gaan (=er zijn nogal wat moeilijkhEden)
  49. redeneren als een kip zonder kop (=erg dom rEdeneren)
  50. een gezicht als een oorwurm trekken (=erg ontevrEden kijken (omdat er bijv. iets gedaan moet worden))

Eén dialectgezegde bevat `Eden`

  1. hij woont ien Eden (=hij woont op een schitterend plekje) (Westerkwartiers)

Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen