Spreekwoorden met `ken`

Zoek


677 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ken`

  1. je van kant maken (=zelfmoord plegen)
  2. je verstand gebruiken (=het verstandig aanpakken)
  3. je voelhorens uitsteken (=trachten te achterhalen)
  4. je wezenloos schrikken (=erg schrikken)
  5. je woorden inslikken (=niet uitspreken)
  6. kant noch wal raken (=totale onzin zijn)
  7. ken straten voor stegen (=je moet weten tot wie men zich wendt)
  8. kennis is macht (=veel weten kan veel invloed betekenen)
  9. Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd (=grote projecten kosten tijd (en vergen geduld))
  10. kijken als een hard geschilde aardappel (=bleek zien)
  11. kijken als een schelvis (=lodderig, dom of onbetrouwbaar kijken)
  12. kijken als een snoek op zolder (=zeer verbaasd zijn)
  13. kijken als Jonas in de walvis (=benauwd kijken)
  14. kijken alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft (=heel ongelukkig kijken)
  15. kijken alsof je een geest ziet (=verbaasd of geschrokken kijken.)
  16. kijken hoe de hazen lopen (=voorzichtig te werk gaan, eerst afwachten hoe de verhoudingen blijken te liggen)
  17. kijken of men het in Keulen hoort donderen (=heel erg verbaasd kijken)
  18. kijken of men water ziet branden (=heel erg verbaasd kijken)
  19. kinderen en dronkaards spreken de waarheid (=ze zeggen wat ze vinden, ze zijn ongeremd)
  20. klare wijn schenken (=eerlijk en duidelijk vertellen hoe de situatie in elkaar steekt)
  21. kleine houwen vellen grote eiken. (=met veel kleine beetjes kun je veel bereiken)
  22. kleine oorzaken, grote gevolgen (=kleine dingen kunnen grote gevolgen hebben)
  23. kleur bekennen (=voor zijn standpunt uit moeten komen)
  24. klinkende munt (=contant geld)
  25. koffen en smakken zijn waterbakken (=dat soort dingen kan veel doorstaan)
  26. koffiedik kijken (=trachten het onbekende te kennen (de toekomst))
  27. korte afrekening maakt lange vriendschap (=snel terugbetalen (teruggeven) voorkomt ruzie)
  28. korte metten maken (=doortastend optreden)
  29. korte rekeningen maken lange vriendschappen. (=financiële geschillen moet je direct oplossen)
  30. krakende wagens lopen/rijden het langst (=nieuw hoeft niet altijd beter te zijn / mensen die vaak ziek zijn worden vaak toch heel oud)
  31. kromme sprongen maken (=alle moeite doen om zich uit een situatie te redden)
  32. kunnen maken en breken (=er veel macht over hebben)
  33. kunnen zakken en verkopen (=in handigheid ver overtreffen)
  34. lege kisten, maken twisten. (=bij schaarste onstaat ruzie)
  35. lege vaten klinken het holst (=zij die er niets over weten, roepen het hardst)
  36. lelijke streken op zijn kompas hebben (=gemene en lelijke streken uithalen)
  37. leringen wekken maar voorbeelden trekken (=je kan mensen iets willen leren , maar geef vooral het goede voorbeeld)
  38. leven als vrienden en rekenen als vijanden (=vriendelijk met elkaar omgaan uit een soort van formaliteit maar eigenlijk helemaal niet zo op elkaar gesteld zijn)
  39. lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
  40. lont ruiken (=ergens het vermoeden toe hebben / het gevaar tijdig aanvoelen)
  41. loon naar werken krijgen (=loon krijgen dat in overeenstemming is met het gedane werk)
  42. magerman is in die keuken kok (=het is er armoe troef)
  43. maken dat men wegkomt (=ervandoor gaan)
  44. mastiek maken (=de dagelijkse schoonmaak verrichten)
  45. met andermans veren pronken (=weglopen met de ideeën van een ander, met iets van een ander zelf gaan pronken)
  46. met de Adamsvorken eten. (=met de vingers eten.)
  47. met de gebakken peren blijven zitten (=voor de moeilijkheden opdraaien)
  48. met de grond gelijk maken (=totaal vernietigen)
  49. met de hakken in het zand (=koppig blijven)
  50. met de kuikens gaan slapen. (=vroeg naar bed gaan)

874 betekenissen bevatten `ken`

  1. te/van pas komen (=iets goed kunnen gebruiken)
  2. goedkoop is duurkoop (=iets goedkoops kan later kosten veroorzaken, bijvoorbeeld door slechte werking, reparaties of onderhoud)
  3. als een tang op een varken slaan (=iets heeft totaal niets met een besproken onderwerp te maken)
  4. er een halszaak van maken (=iets heel erg aantrekken en ernstig nemen)
  5. een goede beurt maken (=iets heel goed doen, een goede indruk maken)
  6. de rode haan laten kraaien (=iets in brand steken)
  7. iets in de groep gooien (=iets in een groep bespreken)
  8. iets op de keper beschouwen (=iets nauwkeurig bekijken)
  9. iets onder de loep nemen (=iets nauwkeurig onderzoeken)
  10. iets met de mantel der liefde bedekken (=iets niet met anderen bespreken maar stilzwijgen en accepteren)
  11. het paard achter de wagen spannen (=iets nutteloos doen of verkeerd aanpakken)
  12. een ondergeschoven kindje zijn (=iets of iemand is miskend. Zie bedstede voor de letterlijke betekenis)
  13. een stok in het wiel steken (=iets of iemand tegenwerken)
  14. een snoek op zolder zoeken (=iets onmogelijks zoeken, vergeefse moeite doen)
  15. iets in de gaten krijgen (=iets ontdekken, iets zien)
  16. iets door de vingers zien (=iets oogluikend toestaan)
  17. iets soldaat maken (=iets openmaken en helemaal opeten)
  18. iets onder de kurk hebben (=iets te drinken hebben)
  19. een waarheid als een koe (=iets totaal vanzelfsprekends)
  20. elke medaille heeft een keerzijde (=iets van twee kanten bekijken, aan iedere zaak zitten twee kanten, vaak een positieve en minder positieve kant)
  21. iets over het hoofd zien (=iets vergeten of ontbreken)
  22. de voet dwars zetten (=iets verhinderen of bemoeilijken)
  23. de scherpe kantjes er van afhalen. (=iets verzachten of minder extreem maken)
  24. er op hameren (=iets voortdurend benadrukken)
  25. een zware bevalling. (=iets waar je hard voor moet werken)
  26. iets op losse schroeven zetten (=iets wankel en onzeker maken)
  27. iets met argusogen bekijken (=iets wantrouwend bekijken. Iets nauwlettend in de gaten houden)
  28. onbekend maakt onbemind (=iets wat nog onbekend is, kan ook niet geapprecieerd worden)
  29. het warm water (her)uitvinden (=iets wat reeds lang bekend is, presenteren alsof het een originele innovatie is. (Niet verwarren met `het wiel opnieuw uitvinden`))
  30. bij de neus hebben (=iets wijsmaken)
  31. naar de heilige graal streven (=iets willen bereiken wat niet te bereiken is)
  32. een naald in een hooiberg/hooimijt zoeken (=iets zoeken dat bijna niet te vinden is)
  33. ik zoek het paard, maar ik zit erop. (=iets zoeken waar je heel dichtbij bent)
  34. als ik ze niet hoef te hoeden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
  35. mijn naam is haas (=ik weet nergens van en wil er niks mee te maken hebben!)
  36. de ogen zijn de spiegels der ziel (=in de ogen van een persoon herkent men het karakter)
  37. de boel in het honderd sturen (=in de war maken/verstoren)
  38. op je tandvlees lopen (=in totale uitputting voortdoen, zijn laatste krachten gebruiken)
  39. een vraagteken plaatsen achter (=in twijfel trekken)
  40. in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
  41. ruiten tikken (=inbreken)
  42. over iemand een boekje opendoen (=informatie over iemand geven, waarvan diegene niet wil dat het bekend wordt)
  43. de ogen uitsteken (=jaloers maken)
  44. zonder mijn en dijn zou de wereld hemels zijn (=jaloezie en hebzucht maken de wereld een stuk minder fraai)
  45. je (te) sappel maken (=je (te) druk over iets maken)
  46. van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
  47. de lenden omgorden (=je gereedmaken)
  48. aan een dood paard trekken. (=je inspannen voor iets, dat tot mislukken gedoemd is)
  49. op een blind paard wedden. (=je inzetten voor iets wat gedoemd is te mislukken)
  50. er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen