1698 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ge`
- een goede dam leggen. (=goed eten (voor het drinken van alcohol))
- een goede gevel versiert het huis. (=gezegd over mensen met een grote neus)
- een gouden zadel maakt geen ezel tot paard. (=een mens verandert niet door uiterlijkheden)
- een haas is graag waar hij geworpen is. (=ieder wil graag zijn waar hij geboren is)
- een haastig woord is gauw gezegd. (=zeg geen dingen zonder eerst na te denken)
- een haastige hond werpt blinde jongen. (=te snel of impulsief handelen heeft slechte gevolgen)
- een hard gelag zijn (=iets is moeilijk te dragen)
- een heilige koe (=iets waar je niet aan mag komen en zuinig op bent, voor sommige mensen is dat bijv. een auto)
- een hoge borst opzetten (=eigenwijs en hoogmoedig zijn)
- een hoge Piet (=iemand van hogere rang of stand)
- een hoge toon aanslaan (=doen alsof je het voor het zeggen hebt / luid en dwingend spreken)
- een Homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
- een hond is stout op zijn eigen dam. (=op bekend terrein durf je meer)
- een hoofd als een boei krijgen (=een erg rode kleur krijgen in het gezicht, erg blozen)
- een kale kip kan nog leggen (=iemand die niets heeft, kan nog voor je werken)
- een kat in het donker/nauw maakt rare sprongen (=in een benarde situatie doet men vreemde dingen)
- een katje krijgen (=een uitbrander krijgen)
- een kinderhand is gauw gevuld (=met een kleinigheid tevreden zijn)
- een klap van de molen gekregen hebben (=niet goed meer bij verstand zijn)
- een klap van een lamme aap krijgen (=gekwetst worden)
- een knoop in zijn zakdoek leggen (=iets doen om ergens zeker aan herinnerd te worden)
- een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
- een korf krijgen (=afgewezen worden)
- een kort liedje is gauw gezongen (=het onaangename gaat snel genoeg voorbij)
- een krakende wagen (=een onzekere zaak - iemand met een zwakke gezondheid)
- een kringetje drinken. (=een borreltje drinken.)
- een kruisje is genoeg voor een boterham uit het vuistje (=voor een gewone broodmaaltijd moet niet te veel gebeden worden)
- een kruiwagen hebben (=geholpen worden)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een gewoon mens (=zich een beetje aanstellen)
- een lang gezicht trekken/zetten (=laten merken dat men niet tevreden is)
- een lange arm hebben (=iemand zelfs vanaf een grote afstand nog dwars kunnen zitten)
- een lange neus maken (=tong uitsteken, iemand iets inpeperen (Jaloers maken))
- een leugentje om bestwil (=een leugen met een goede bedoeling)
- een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
- een liedje van verlangen zingen (=op allerlei manieren een wens uitspreken)
- een lintje krijgen (=geridderd worden - een compliment krijgen)
- een man zonder vrouw is als een paard zonder teugels. (=in het huwelijk hebben man en vrouw elkaar nodig)
- een mens is geen aardappel (=iedereen heeft zo nu en dan behoefte aan ontspanning)
- een mooi span voor een bokkenwagen (=een zonderling koppel)
- een morse muur is snel afgebroken (=een slechte zaak gaat niet lang mee)
- een nagel aan iemands doodkist (=een groot verdriet of iemand die een groot verdriet veroorzaakt)
- een natte mei geeft boter in de wei (=weerspreuk)
- een nieuwe voordeur krijgen (=gezegd bij het bereiken van een tiende levensjaar, dus 10, 20, 30 etc.)
- een ondergeschoven kindje zijn (=iets of iemand is miskend. Zie bedstede voor de letterlijke betekenis)
- een ongeletterde boer (=weinig geleerd persoon)
- een ongelikte beer (=een onbeschofterik)
- een ongelovige Thomas zijn (=nooit iets geloven)
- een ongeluk begaan (=zodanig kwaad zijn dat er `n ongeluk van komt)
- een ongeluk komt te paard en gaat te voet (=een ongeluk is snel gebeurd, maar de gevolgen slepen lang aan)
- een ongeluk zit in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
2535 betekenissen bevatten `ge`
- recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
- een ongeluk zit in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
- je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
- een zware pijp roken (=door eigen schuld in moeilijkheden komen)
- in de fuik lopen (=door eigen stommiteiten in een valstrik lopen)
- je uit de markt prijzen (=door eigen toedoen laten anderen diegene links liggen)
- reageren met de voeten (=door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is)
- niet door mensenhanden gebouwd (=door God of natuur tot stand gebracht)
- door vragen wordt men wijs (=door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
- buurmans leed troost (=door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen)
- tijd heelt alle wonden (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- tijd slijt (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- aan iemands leiband (=door iemand geleid)
- alle hoop de bodem in (laten) slaan (=door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben)
- de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
- met vallen en opstaan (leren) (=door mislukkingen leren)
- liefde is blind (=door verliefdheid de gebreken van een ander niet zien)
- alle vrijers zijn rijk. (=door verliefdheid de negatieve dingen van je partner niet zien)
- voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
- voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)
- alleen een piepend wiel krijgt olie (=door zich opvallend te gedragen bekomt men aandacht)
- de draad oppakken (=doorgaan van de plaats waar je was gestopt)
- iets/iemand in de gaten hebben/krijgen (=doorkrijgen hoe dingen in elkaar steken of zicht houden op de situatie)
- een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
- als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
- in de lucht hangen (=dreigen te gebeuren - onzeker zijn)
- de derde man brengt de spraak aan (=drie hebben gemakkelijker een gesprek dan twee)
- volle krop, dolle kop. (=dronken mensen doen gekke dingen)
- een kwade dronk hebben (=dronken zijn en slecht geluimd)
- de oren wassen (=duchtig ervan langs geven, de waarheid zeggen)
- jezelf op de borst slaan (=duidelijk aan de omgeving laten weten dat men ergens bijzonder trots op is)
- het beestje bij zijn naam noemen (=duidelijk en precies zeggen hoe je over iets of iemand denkt; precies zeggen hoe iets zit)
- met een rode letter aangetekend staan (=duidelijk vermeld , zodanig dat het zeker niet vergeten wordt)
- iemand de les lezen (=duidelijk zeggen dat iemand iets verkeerds gedaan heeft)
- onder de neus wrijven (=duidelijk zeggen wat er van gevonden wordt)
- dun van leer en dik van smeer (=dunne boterham die dik gesmeerd is)
- in de papieren lopen (=duur uitkomen, veel geld kosten)
- de gekken krijgen de kaart (=dwaze en onverstandige mensen krijgen hun gelijk of ze dat hebben of niet)
- gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen (=dwazen doen gekke dingen)
- dwazen en gekken schrijven hun namen op deuren en hekken (=dwazen doen gekke dingen)
- een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
- leven als een god in Frankrijk (=een aangenaam en zorgeloos leven hebben)
- de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet (=een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft)
- ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
- hazenvlees gegeten hebben (=een bangerik zijn)
- een hen met sporen. (=een bazige vrouw.)
- op de lappen (=een beetje opgeknapt - op stap om te drinken)
- zand schuurt de maag (=een beetje zand eten is niet erg (meer algemeen: stel je niet aan!))
- iets over zich hebben (=een bepaalde indruk geven)
- de knoop doorhakken (=een beslissing forceren. (Afgeleid van het verhaal van de Gordiaanse knoop))
50 dialectgezegden bevatten `ge`
- ge moe ni pèize da g'het zait zenne (=je moet niet denken dat je fantastisch bent) (Dendermonds)
- ge moe nie loatn oender jn duuvn schietn (=je moet je niet laten benadelen) (Lichtervelds)
- ge moe nie luln (=je moet niet zeveren) (Roeselaars)
- ge moe nie viesneuzn (=je moet niet nukkig zijn) (Kortemarks)
- ge moe poaurten of ij verlies zijne was (=je moet delen met hem want anders zal hij niet meer verder groeien) (Lokers)
- ge moe u ni jenéren hé (=Doe zoals ge thuis doet) (Izegems)
- ge moe u nie van kromme hoas (h) ouden (=je moet niet doen alsof je van niets weet) (Kortrijks)
- ge moe van iezre en staol zyn (=ge moet veel kunnen verdragen) (kortemarks)
- ge moe van nen vurten hond g'eten hèn vuor da te doen (=je moet zot zijn om zoiets te doen) (Eekloos)
- ge moe van sortn en (=mensen zijn verschillend) (Kaprijks)
- ge moe(t) nie zat zèen om te zieëver'n (=hij kletst onzin) (Wichels)
- ge moed ier 't zwin nie kom'n ofgeev'n (=hou op met die onbeleefdheid) (Wevelgems)
- ge moed ier nie van joene bèr kom'm maak'n (=je moet hier je boosheid niet komen ventileren) (Wevelgems)
- ge moed ommerêën (=je moet de omweg volgen) (Kaprijks)
- ge moed'a saveuë nekieër wasn (=je moet je haar eens wassen) (Kaprijks)
- ge moedj a piet'n (=je moet correct spelen) (Ninoofs)
- ge moedj azuu giene froeter zettn (=Je moet niet zo pruilen) (bambrugs)
- ge moej ant gès oedn (=je moet volhouden) (Kortemarks)
- ge moesjn gezien emmen, me zenne stjeit in ze gat (=je moest hem gezien hebben, met zijn staart tussen zijn benen) (Liedekerks)
- ge moest oewèège schaome, dègge oew èège moeder zôo vur de gèk haawt! (=je moet je schamen, , dat je je eigen moeder zo voor de gek houdt!) (Tilburgs)
- ge moest’m zien gétten (=je moest hem zien lopen) (Meers)
- ge moet 'r giën dookskes ron droai'n (=Zeg het maar plataf!) (Harelbeeks)
- ge moet 'r moar ip koom'n (=je moet maar op het idee komen) (Waregems)
- ge moet 'r wel paantkerris vur doen, war. (=Je moet er wel moeite voor doen.) (Brabants)
- ge moet ' r gy giëne fiëste-moandag van moak' n (=ge moet niet zo uitbundig doen) (Harelbeeks)
- ge moet a bonen niet te week leggen (=je moet niet hopen) (Waaslands)
- ge moet aa nie geneire (=ge moet niet verlegen zijn) (Winksels)
- ge moet azooë van uijen tak nie mokn (=maak zo niet van je oren) (Waregems)
- ge moet azuu nie tuilewuiten (=je moet zo luid niet praten) (Aspers)
- ge moet de koas nie van tusn joen stuuten loaten pakn (=Je moet zich niet laten doen) (Roeselaars)
- ge moet doavwoaren van 'n pèrd geet'n èn (=wat een waanidee) (Wevelgems)
- ge moet ekièèr up zukke karre zittn (=je moet maar eens meemaken) (kortemarks)
- ge moet em doar nie in stijven (=Je moet hem daar niet in toegeven) (Bevers)
- ge moet er dn duum upoedn (=ge moet ze streng opvoeden) (Kortemarks)
- ge moet er geen aaman uis van moaken hé (=kan het niet een beetje rapper?) (Sint-Niklaas)
- ge moet er gen zakbèn van make (=Je moet het niet te gek maken) (Zurriks)
- ge moet er gièèn gès laotn oovre groejn (=begin er maar aan) (Kortemarks)
- ge moet er gièèn gès loatn oovre groejn (=begin er maar aan) (Lichtervelds)
- ge moet er je boîntjes nie up te wièèke leggn (=je moet er niet op rekenen) (Kortemarks)
- ge moet er jne pap mee koeln (=je moet er tevreden mee zijn) (Kortemarks)
- ge moet er niet teveele patee roend draojn (=ge moet er niet te lang over praten) (kortemarks)
- ge moet er oa devuër'n vur doen (=je moet je er langdurig voor inzetten) (Wichels)
- ge moet ew nie op auwe kop late kakke (=Je moet je niet laten doen) (Mols)
- ge moet gin zeigen zeggen, maar zeggen zeigen. (=Je moet geen zeigen zeggen, maar zeggen zeigen.) (Geffes)
- ge moet ier oîgn up je gat één (=je moet hier alles in het oog houden) (Lichtervelds)
- ge moet ies een nuve piel in au uerapparoat steken want ik paas da ze leeg is. (=Je moet een niewe batterij in je hoorapparaat steken want ik denk dat ze leeg is.) (Vrasens)
- ge moet is afkommen (=kom eens langs) (Wichels)
- ge moet joen mulle oen hi (=ge moet zwijgen gij) (Werviks)
- ge moet me nie in mun kroam skijte vur ik heb oitgepakt! (=Je moet me niet in de rede vallen voordat ik alles heb verteld) (Helmonds)
- ge moet mij gjien muil'n lir'n trèk'n (=je moet mij niets wijsmaken) (Brakels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen