444 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ko`
- op de lat kopen (=zonder te betalen iets kopen en daarmee schulden maken)
- op de pof komen (=iets kopen zonder direct te betalen)
- op een schoen en een slof aankomen (=niets hebben en ergens komen)
- op een strowis komen aandrijven (=helemaal berooid en arm ergens komen)
- op het slappe koord dansen (=zijn kunsten vertonen - ook :risico`s nemen)
- op hete kolen zitten (=ongeduldig zijn)
- op hete/gloeiende kolen zitten (=ongeduldig wachten / veel haast of spanning hebben)
- op is de koek, en weg zijn de dubbeltjes (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
- op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
- op je pootjes terecht komen (=het komt vanzelf wel voor elkaar)
- op kop staan (=aan de leiding staan)
- op kousenvoeten (=stilletjes, ongemerkt)
- op stoom komen (=een goed tempo bereiken)
- op verhaal komen (=uitrusten en op krachten komen)
- oude koeien uit de sloot halen (=oude geschiedenissen terug ten tonele voeren)
- ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
- over de brug komen (=veel geld moeten betalen)
- over de drempel komen (=aan huis komen)
- over de koppen kunnen lopen (=gezegd als het erg druk is)
- over koetjes en kalfjes praten (=over allerlei onbelangrijke dingen praten)
- pas uit de dop komen (=maar pas ergens aan deelnemen)
- redeneren als een kip zonder kop (=erg dom redeneren)
- roken als een Turk/kalkoven/ketter (=erg veel roken)
- schaamte de kop afbijten (=je niet meer schamen)
- spijkers met koppen slaan (=doortastend optreden)
- te koop lopen/staan (=er bespottelijk uitzien)
- te/van pas komen (=iets goed kunnen gebruiken)
- tekortdoen (=niet goed verzorgen, niet genoeg geven)
- tekortkomen (=niet genoeg (kunnen) doen)
- tekortschieten (=iets onvoldoende hebben of kunnen doen)
- tot de jaren des onderscheids komen (=oud genoeg zijn om zelf te weten/mogen wat wel en niet mag)
- tussen kop en staart zit de beste vis. (=extremen zijn zelden wenselijk )
- twee joden weten wat een bril kost (=we hoeven elkaar niets wijs te maken)
- twee koetsiers op één dak. (=beter is er maar één baas)
- uit de hoek komen (=iets onverwachts of verrassends doen.)
- uit de kast komen (=voor je [seksuele] geaardheid uitkomen)
- uit de koets stappen (=overlijden)
- uit de koets vallen (=ontnuchterd worden)
- uit de lucht komen vallen (=doen alsof men van niets weet / erg plotseling en onverwacht)
- uit de verf komen (=goed bij anderen overkomen / zich doen opmerken)
- uit een goed nest komen (=van goede afkomst zijn)
- van achter de koeien/ploeg komen (=van boerenafkomst zijn)
- van achteren kijkt men de koe in zijn gat (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
- van alle markten teruggekomen zijn (=nergens voor deugen)
- van bruiloft komt bruiloft. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- van de kook zijn (=helemaal in de war zijn)
- van een koude kermis thuiskomen (=teleurgesteld thuiskomen)
- van iets zoveel verstand hebben als een koe van saffraan eten (=ergens geen verstand van hebben)
- van koper blijf je proper en van ijzer word je niks wijzer (=koper is veel waard, ijzer niet)
- van kwaad tot erger komen/vervallen (=steeds erger worden)
422 betekenissen bevatten `ko`
- het niet meer hebben (=totaal in verwarring geraken - van de kook zijn)
- leven als een vis in het water (=totaal tevreden en onbekommerd leven)
- koffiedik kijken (=trachten het onbekende te kennen (de toekomst))
- een kat komt altijd weer op zijn poten terecht. (=uiteindelijk komt het toch weer in orde.)
- op verhaal komen (=uitrusten en op krachten komen)
- aan de orde van de dag zijn (=vaak voorkomen)
- van achter de koeien/ploeg komen (=van boerenafkomst zijn)
- van de wal in de sloot raken (=van de ene slechte situatie in een andere terechtkomen.)
- met het kleine begint men bij het grote houdt men op (=van de kleine misdaad komt men vanzelf in de grote misdadigheid terecht)
- uit de goot opgeraapt (=van erg lage afkomst)
- uit een goed nest komen (=van goede afkomst zijn)
- uit het goede hout gesneden zijn (=van goede afkomst zijn / een goed karakter hebben)
- iemand aan zijn woord houden (=van iemand eisen dat hij zijn belofte nakomt)
- alle waar is naar zijn geld (=van iets goedkoops mag je geen topkwaliteit verwachten)
- klein gewin brengt rijkdom in. (=van kleine beetjes komt ook welvaart)
- van de wal in de sloot belanden (=vanuit een slechte situatie terechtkomen in een situatie die nóg slechter is)
- de drie h s op de rug hebben (=vast zitten, niet weg kunnen komen)
- veel voeten in de aarde hebben (=veel moeite en tijd kosten)
- veel geblaat/geschreeuw maar weinig wol (=veel woorden hebben maar in de praktijk komt daar weinig van terecht)
- met blindheid geslagen zijn (=verblind zijn, volkomen gebrek hebben aan inzicht)
- roep geen mosselen voordat ze aan de wal zijn (=verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is)
- aan de man brengen/helpen (=verkopen)
- de liefde kent vlek nog gebrek. (=verliefde mensen zijn blind voor tekortkomingen van hun partner)
- grijs haar, wijs haar. (=verstand komt met de jaren)
- met een zilveren hengel vissen (=vis kopen in plaats van vangen. Ook: doel bereiken met bedrog)
- uit het jaar nul (=volkomen ouderwets, achterhaald, uit de mode)
- om de dooie dood niet (=volstrekt niet, in geen geval, al kost het me mijn leven)
- iets voor een appel en een ei verkopen (=voor een erg lage prijs verkopen)
- op de kop tikken (=voor een goede prijs iets kopen)
- voor een prikje kopen (=voor een zeer lage prijs kopen)
- voor de rode deur moeten gaan (=voor het gerecht komen)
- uit de kast komen (=voor je [seksuele] geaardheid uitkomen)
- je eigen stoep vegen. (=voor jezelf opkomen.)
- iets op het oog hebben (=voor zichzelf al iets hebben uitgekozen)
- kleur bekennen (=voor zijn standpunt uit moeten komen)
- kort door de bocht (=voorbarig, nuanceringen negerend. Voorbeeld: `De bewering dat fractiediscipline de democratie om zeep helpt is misschien wat te kort door de bocht.`)
- hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
- een doodgeboren kindje (=waardeloos, zonder toekomst)
- als de dagen lengen begint de winter te strengen. (=wanneer de dagen korter worden komt de winter eraan)
- goed begonnen is half gewonnen (=wat niet aangevangen wordt komt ook nooit af. / Wanneer het begin van iets goed is, is de kans groter dat het goed eindigt)
- weer boven water komen (=weer tevoorschijn komen)
- morgenrood, regen in de sloot (=weerspreuk: rood opkomende zon betekent vaak regen)
- geen bokkensprongen kunnen maken (=weinig geld hebben om extra dingen te kunnen kopen)
- de voorsten doen wat de achtersten niet mogen (=wie eerst komt is in het voordeel)
- wie eerst komt eerst maalt (=wie eerst komt krijgt het beste)
- eerst in de boot keur van de riemen (=wie eerst komt, kan eerst kiezen)
- holle vaten bommen/klinken het hardst (=wie er het minste verstand van heeft, verkondigt het luidst zijn mening)
- de heler is net zo goed als de steler (=wie gestolen goed koopt is even slecht als de dief)
- wie voor het oortje geboren is, zal tot de stuiver niet geraken (=wie in een lage sociale klasse geboren is, zal niet in een hogere sociale klasse terechtkomen)
- ongenode gasten zet men achter de deur (=wie niet welkom is, laat men niet binnen of laat men zo lang mogelijk wachten)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen