492 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `eb`
- je weerga niet hebben (=ongeëvenaard zijn)
- je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
- Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd (=grote projecten kosten tijd (en vergen geduld))
- kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)
- kip, ik heb je (=ziezo, dat is gelukt / ik heb je te pakken!)
- klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)
- klauwen en nagels hebben (=zich kunnen verdedigen)
- kleine potjes hebben grote oren (=je moet uitkijken met wat je zegt als er kinderen bij zijn)
- koopmans goed, is eb en vloed. (=ondernemers hebben te maken met goede ne slechte tijden)
- kort aangebonden (=weinig zeggend, onvriendelijk)
- kortaangebonden zijn (=snel boos zijn)
- kraak nog smaak hebben (=het is niet heel smakelijk)
- kruis noch munt hebben (=geen geld hebben)
- kruisjes achter de rug hebben (=tientallen jaren oud zijn)
- kruit noch lood hebben (=helemaal ongewapend zijn)
- lang genoeg in de kreupelstraat gewoond hebben (=lang genoeg in de problemen gezeten hebben)
- lange tenen hebben (=lichtgeraakt zijn)
- lange vingers hebben (=veelvuldig stelen)
- last van vliegen hebben (=stotteren)
- leentjebuur spelen (=iets lenen)
- lelijke streken op zijn kompas hebben (=gemene en lelijke streken uithalen)
- leugens hebben korte benen (=met liegen kom je niet ver)
- liefhebben als de appel van zijn oog (=erg veel van iemand houden)
- lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
- maling aan iets of iemand hebben (=zich nergens iets van aantrekken)
- meer dan een pijl op zijn boog hebben (=meerdere oplossingen weten)
- meer pijlen op zijn boog hebben (=meer kunnen dan reeds laten zien)
- met de gebakken peren blijven zitten (=voor de moeilijkheden opdraaien)
- met de helm (op) geboren zijn (=de toekomst kunnen voorspellen / bijzonder voorzichtig zijn)
- met de moedermelk ingezogen hebben (=van jongs af zo geleerd hebben)
- met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
- met ongebroken lading wegzeilen (=zich zonder gezichtsverlies uit de situatie redden)
- met twee linkerhanden geboren zijn (=erg onhandig zijn)
- met zijn tien geboden eten (=zonder bestek met de vingers eten)
- met zijn tien geboden eten. (=zonder mes en vork.)
- nee heb je, ja kun je krijgen (=je kunt het altijd proberen)
- niet door mensenhanden gebouwd (=door God of natuur tot stand gebracht)
- niets dan lege briefjes hebben in te brengen (=voorstellen waarvan je vooraf al weet dat deze toch niet bekeken worden)
- niets in de melk te brokken hebben (=niets te zeggen hebben)
- niets om het lijf hebben (=niets betekenen, geen waarde hebben)
- niets te verletten hebben (=de tijd hebben)
- nu heb je het schaap aan het schijten (=nu komen er problemen van)
- of men van de kat of de kater gebeten wordt (=het maakt geen verschil)
- ogen in je achterhoofd hebben (=zeer alert en waakzaam zijn.)
- ogen op steeltjes hebben (=erg verbaasd zijn)
- ogen van achteren en van voren hebben (=alles goed in de gaten houden)
- onder de geboden (=in ondertrouw)
- onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
- onder zich hebben (=baas zijn over)
- op de schobberdebonk leven (=dakloos zijn en/of bedelend leven)
543 betekenissen bevatten `eb`
- op de garf/garve bouwen (=land bebouwen met betaling van de pacht met een deel van de oogst)
- lang genoeg in de kreupelstraat gewoond hebben (=lang genoeg in de problemen gezeten hebben)
- aan de kwakkel zijn (=last hebben van de gezondheid)
- ten voeten uit (=letterlijk: de volledige gestalte is afgebeeld; figuurlijk: een getrouwe persoonsbeschrijving)
- iets niet met droge ogen kunnen aanzien (=letterlijk: gaan huilen/tranen bij het zien gebeuren van iets)
- beter ermee verlegen dan erom verlegen (=liever van iets te veel dan van iets te weinig hebben)
- stevig in het zadel zitten (=machtig zijn, een belangrijke positie hebben)
- er in zwemmen (=meer dan genoeg hebben)
- schoon genoeg hebben van (=meer dan genoeg hebben van, een hekel hebben aan)
- voor het opscheppen hebben (=meer dan genoeg hebben, zonder er iets voor te moeten doen)
- wolven dromen van bossen. (=men kan zijn aangeboren aard niet vergeten)
- lachende monden, bijtende honden. (=mensen die vriendelijk of aardig lijken, kunnen in werkelijkheid kwade bedoelingen hebben)
- geld dat stom is, maakt recht wat krom is (=mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten)
- geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben. (=mensen vertellen graag wat voor goeds ze hebben gedaan)
- magere luizen bijten scherp (=met de armsten heb je de meeste last)
- in hetzelfde schuitje varen/zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan)
- een lelijke noot met iemand te kraken hebben (=met iemand nog iets af te rekenen hebben)
- een toontje lager zingen (=minder opscheppen, minder grote mond hebben)
- in een moeilijk parket zitten (=moeilijkheden hebben)
- in het moeras zitten (=moeilijkheden hebben)
- na wat gepimpel, is de geest wat simpel (=na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest)
- voor geen geld ter wereld (=niet bereid zijn tot iets, hoeveel er ook voor geboden wordt)
- boven de wet staan (=niet gebonden zijn aan de wet)
- buiten de waard rekenen (=niet gerekend hebben op hoe anderen er werkelijk over denken)
- de plank misslaan (=niet het goede inzicht hebben; ernaast zitten)
- overboord werpen (=niet langer gebruiken, ervan afzien)
- niet kapot zijn van (=niet veel op hebben met)
- niets om het lijf hebben (=niets betekenen, geen waarde hebben)
- op een schoen en een slof aankomen (=niets hebben en ergens komen)
- een nul in het cijfer zijn (=niets in te brengen hebben)
- een ridder te voet zijn. (=niets meer hebben)
- met lege handen achterblijven (=niets meer hebben)
- zo arm als Job (=niets meer hebben)
- een wassen neus zijn (=niets te betekenen hebben)
- ledigheid is des duivels oorkussen (=niets te doen hebben leidt tot misdaden)
- niets in de melk te brokken hebben (=niets te zeggen hebben)
- geen vlees zonder been (=niets zonder gebreken)
- een appeltje met iemand te schillen hebben (=nog een vervelend onderwerp met iemand te bepraten hebben)
- iets te verhakstukken hebben (=nog iets met iemand te bespreken hebben, nog iets te doen hebben)
- iets in het vet hebben (=nog iets voor iemand tegoed hebben)
- voor de boeg hebben (=nog voor zich hebben, te wachten staan)
- iets voor de boeg hebben (=nog werk te doen hebben. / Nog iets mee moeten maken)
- daar ben ik mooi klaar mee (=nu heb ik een probleem)
- met de kop tegen de muur lopen (=nutteloos geweld gebruiken)
- eraan moeten geloven (=of iemand wil of niet, het moet toch gebeuren)
- iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
- stank voor dank (=ondankbaarheid ervaren voor geboden diensten.)
- voor de wind is het goed zeilen (=onder gunstige omstandigheden is het gemakkelijker succes te hebben)
- koopmans goed, is eb en vloed. (=ondernemers hebben te maken met goede ne slechte tijden)
- op hete/gloeiende kolen zitten (=ongeduldig wachten / veel haast of spanning hebben)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen