677 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ken`
- het harnas aantrekken (=ten strijde trekken)
- het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
- het hebben over blauwe aardappelen en blauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)
- het hinkende paard komt achteraan (=de grootste problemen houdt men voor het laatst)
- het hoofd breken over iets (=trachten een antwoord te vinden op een moeilijke vraag)
- het hoofd opsteken (=zich weer doen opmerken)
- het iemand warm maken (=iemand in moeilijkheden brengen)
- het ijs breken / het ijs is gebroken (=een vriendelijk gesprek op gang brengen na een kil begin)
- het is monnikenwerk (=een saaie, harde, langdurige taak)
- het is trekken aan een dood paard (=het is een onbegonnen zaak)
- het kind van de rekening (=degene die schade lijdt, terwijl anderen niets hebben)
- het klappen van de zweep kennen (=precies weten hoe het eraan toegaat, ervaren zijn)
- het krieken van de dag/dageraad (=de vroege ochtend)
- het laatste hemd heeft geen zakken (=je kunt niets meenemen als je dood gaat (laatste hemd = doodshemd))
- het laken door het oog van de schaar halen. (=een deel voor jezelf houden.)
- het leven is meer dan eten en drinken. (=alleen eten en drinken vult geen leven.)
- het nakijken hebben (=te laat in actie zijn gekomen, een ander was je voor)
- het puntje van een scherpe pen is `t felste wapen dat ik ken (=met een kritisch woord kan het meest worden bereikt)
- het tafellaken doorsnijden (=alle bindingen met iemand verbreken)
- het uitmaken (=een relatie beëindigen)
- het varken is door de buik gestoken (=de zaak is vooraf bedisseld)
- het varken is op een oor na gevild/gewassen (=het is bijna klaar)
- het varkentje wassen (=een klusje wel even doen)
- het vel over de oren halen/trekken (=geld afpersen)
- het verschil tussen mijn en dijn niet kennen (=stelen)
- het zal er stinken/waaien (=er zal hevige ruzie zijn)
- het zeil strijken (=het opgeven / flauw vallen / van iemand verliezen)
- het zijn niet allen monniken die kappen dragen (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
- het zinkende schip verlaten (=ervandoor gaan als de zaak misgaat)
- holle vaten bommen/klinken het hardst (=wie er het minste verstand van heeft, verkondigt het luidst zijn mening)
- holle vaten klinken het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
- horzels steken niet en hommels doden niet. (=mensen met een grote mond dragen het minste bij)
- huisjes melken (=kleine huizen duur verhuren)
- iemand beest maken (=kaartspel : zorgen dat iemand geen enkele slag haalt)
- iemand bij de lurven pakken (=iemand stevig vastpakken)
- iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
- iemand de brokken in de mond tellen (=iemand iets helemaal niet gunnen)
- iemand de hielen likken (=erg onderdanig of nederig tegen iemand doen)
- iemand de loef afsteken (=ergens beter in zijn dan iemand)
- iemand de ogen uitsteken (=iemand jaloers maken door de aandacht te vestigen op iets wat men heeft, en wat de ander ontbreekt)
- iemand de rekening presenteren (=iemand de kosten ten laste brengen (ook figuurlijk))
- iemand die behoorlijk kan uitpakken (=iemand die ongeremd zijn toorn kan uiten)
- iemand een hart onder de gordel/riem steken (=iemand moed inspreken)
- iemand een kies trekken (=iemand veel geld afnemen)
- iemand een kopje kleiner maken (=iemand vermoorden)
- iemand een pluim op zijn hoed steken (=iemand complimenteren)
- iemand een poets bakken (=een grap met iemand uithalen)
- iemand een veer in de broek/kont steken (=iemand complimenteren of prijzen)
- iemand een veer op de hoed steken (=iemand vertellen dat die z`n werk goed gedaan heeft)
- iemand ergens voor warm maken (=iemands interesse voor iets opwekken)
874 betekenissen bevatten `ken`
- altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruitgang))
- wie dan leeft, wie dan zorgt (=geen zorgen maken over de toekomst)
- aan de strijkstok blijven hangen (=geld dat aan een goed doel wordt besteed verdwijnt voor een groot deel bij mensen die oneerlijke onkosten maken)
- goed geld naar kwaad geld gooien (=geld ergens insteken waarvan bekend is dat het verlies oplevert)
- geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
- geluk en glas breekt even ras. (=geluk is niet vanzelfsprekend)
- op de kaart zetten (=gemaakt tot iets waar rekening mee gehouden wordt.)
- de schapen scheren (=gemakkelijk grote winsten maken)
- een fijne neus hebben (=gemakkelijk iets ontdekken, snel iets aanvoelen)
- lelijke streken op zijn kompas hebben (=gemene en lelijke streken uithalen)
- ruim zijn aandeel in `s werelds lief en leed gehad hebben (=genoeg geluk en tegenslagen gekend hebben)
- in goede dorpen zijn/geraken (=genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken)
- in de aanslag brengen (=gereedmaken)
- gestolen goed gedijt niet (=gestolen zaken brengen nooit voordeel)
- een nieuwe voordeur krijgen (=gezegd bij het bereiken van een tiende levensjaar, dus 10, 20, 30 etc.)
- uit de verf komen (=goed bij anderen overkomen / zich doen opmerken)
- een goede dam leggen. (=goed eten (voor het drinken van alcohol))
- een goed mondstuk hebben (=goed kunnen spreken)
- handen aan het lijf hebben (=goed kunnen werken)
- op elkaar lijken als het ene ei op het andere (=goed op elkaar lijken)
- uit de doppen kijken (=goed uitkijken)
- van wanten weten (=goed weten hoe men iets moet aanpakken)
- je natje en je droogje lusten (=graag eten en drinken)
- aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
- een goede beurt geven (=grondig reinigen, grondig aanpakken)
- dood en verderf zaaien (=grote schade of vernietiging veroorzaken.)
- aan het lijf schieten (=haastig aantrekken (kleding))
- poot-aan spelen (=hard doorwerken (om op tijd te zijn))
- werken als een molenpaard (=hard werken)
- werken als een paard. (=hard werken)
- wie werkt als een paard zal haver eten. (=hard werken is voor de meeste mensen geen garantie op een goed inkomen)
- kijken of men het in Keulen hoort donderen (=heel erg verbaasd kijken)
- kijken of men water ziet branden (=heel erg verbaasd kijken)
- op je duimpje kennen (=heel goed kennen, van buiten weten)
- je het apelazarus werken (=heel hard werken)
- je het apelazerus schrikken (=heel heftig schrikken)
- op de letter (=heel nauwkeurig uitgesproken)
- kijken alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft (=heel ongelukkig kijken)
- alle duivels uit de hel vloeken (=heftig vloeken)
- averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- de keel kost veel (=herhaalde dronkenschap leidt tot armoede)
- de laatste loodjes wegen het zwaarst (=het afwerken is vaak het lastigst)
- uit een ander vaatje tappen (=het anders aanpakken)
- het over een andere boeg gooien (=het anders aanpakken)
- wie wat bewaart, die heeft wat (=het bewaren van zaken kan op lange termijn voordelig blijken te zijn)
- er met de grove bijl in hakken (=het brutaal aanpakken)
- het houdt geen rooi (=het gaat de perken te buiten)
- het glaasje op zijn kant zetten (=het glas uitdrinken)
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen