591 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ha`
- handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)
- handen tekort komen (=te weinig hulp hebben , overstelpt worden)
- handen wassen (=het toilet bezoeken)
- hansje in de kelder. (=de ongeboren baby)
- hard tegen hard gaan (=niemand die wil toevoegen en er beide voor gaan om te winnen)
- harde noten kraken (=moeilijke tijden moeten doormaken)
- hardlopers zijn doodlopers (=wie te snel begint, haalt misschien het einde niet)
- haring bij de vleet (=in overvloed. (Een `vleet` is een groot net dat door de haringloggers werd/wordt gebruikt.))
- haring in het land, dokter aan de kant (=haring eten is zeer gezond; haring is zelfs één van de beste vissen voor je gezondheid)
- haring of kuit ergens van willen hebben (=hij wil iets zeker weten of uitgezocht zien)
- hartzeer van iets hebben (=er geestelijk onder lijden)
- have en goed (verliezen) (=alles wat je hebt (verliezen))
- hazenvlees gegeten hebben (=een bangerik zijn)
- heb het hart eens (=heb de moed om dat te doen. (Eigenlijk: als je dat doet, zal ik je ongenadig straffen))
- het beste paard van stal halen (=het beste wat men heeft bovenhalen)
- het de keel uithangen (=ergens genoeg van hebben)
- het een eind uit de broek laten hangen (=royaal zijn)
- het ene woord haalt het andere uit (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
- het gaat hem/haar voor de wind (=hij/zij heeft geluk)
- het haasje zijn (=diegene zijn die er voor opdraait, het slachtoffer)
- het hachje erbij inschieten (=zelf sterven aan de gevolgen van een actie)
- het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- het harnas aantrekken (=ten strijde trekken)
- het hart ergens aan ophalen (=ergens van genieten)
- het hart hoog dragen (=erg trots zijn)
- het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
- het hart op de goede plaats hebben (=een oprecht en menslievend karakter hebben)
- het hart op de lippen hebben (=over zijn emoties durven praten - alles zeggen wat men denkt)
- het hart op de rechte plaats hebben (=eerlijk zijn)
- het hart op de tong dragen (=direct zeggen wat iemand denkt, ongeacht of dat slim is of niet)
- het hart op de tong hebben. (=zeggen wat je er van vindt)
- het hart zinkt hem in de schoenen (=hij verliest alle moed)
- het hazenpad (ver)kiezen (=er vandoor gaan of vluchten)
- het heft in eigen hand(en) nemen (=de leiding nemen)
- het hieltje van de ham kluiven (=zijn laatste geld opmaken)
- het hoofd laten hangen (=treurig zijn - het opgeven)
- het is er haardje bij schuurtje (=het is er klein, dicht op elkaar)
- het is kwaad kammen daar geen haar is. (=bij arme mensen valt niets te halen)
- het laken door het oog van de schaar halen. (=een deel voor jezelf houden.)
- het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje (=het leven is niet een en al geluk maar kent soms ook tegenslag)
- het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf)
- het op je boterham krijgen (=een stevig standje incasseren)
- het paard dat de haver verdient krijgt ze niet (=diegene die het goede gedaan heeft, krijgt de beloning niet)
- het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
- het recht in eigen hand nemen (=eigenmachtig optreden)
- het roer in handen hebben (=leiding geven en door moeilijke tijden heen komen)
- het scheelde maar een haartje (=dat ging maar net goed)
- het staal wordt in de wind gehard. (=moeilijkheden en tegenslagen kunnen je sterker maken)
- het Trojaanse paard inhalen. (=ze hebben zichzelf een ramp op de hals gehaald)
- het vel over de oren halen/trekken (=geld afpersen)
313 betekenissen bevatten `ha`
- op eieren lopen (=zeer voorzichtig handelen)
- geen haring zo mager of men braadt er vet uit. (=zelfs uit iets kleins of ogenschijnlijk onbelangrijks valt wel iets waardevols te halen.)
- geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek. (=zelfs vreemde mensen hebben goede eigenschappen)
- aan de vishaak bijten (=zich laten vangen, toehappen)
- de weg kwijt zijn (=zich onhandig opstellen, onverstandige keuzes maken)
- ruwe bolster, blanke pit (=ziet er sterk uit, maar heeft een goed hart)
- zij hangt haar man de blauwe huik om (=zij bedriegt haar man)
- lege vaten klinken het holst (=zij die er niets over weten, roepen het hardst)
- blaffende honden bijten niet (=zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
- aan zijn eindje vasthouden (=zijn standpunt handhaven)
- binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
- als los zand aan elkaar hangen (=zonder enige samenhang)
- vuile boter, vuile vis (=zonder goed gereedschap bereik je geen goede resultaten)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen