Spreekwoorden met `ken`

Zoek


677 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ken`

  1. er is een tijd van spreken en er is een tijd van zwijgen. (=soms is het beter om niets te zeggen)
  2. er is geen chocola van te maken (=het is niet te begrijpen)
  3. er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
  4. er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
  5. er met de botte bijl op inhakken (=ruw te werk gaan)
  6. er met de grove bijl in hakken (=het brutaal aanpakken)
  7. er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
  8. er nachtwerk van maken (=laat opblijven)
  9. er niet van kunnen meespreken (=er niets over weten)
  10. er op inhaken (=reageren op iets dat gezegd is en daar verder op doorgaan)
  11. er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
  12. er voor tekenen (=het met plezier willen aanvaarden)
  13. er werk van maken (=er mee aan de gang gaan)
  14. er zijn mond niet aan vuil maken (=er niets over willen zeggen)
  15. er zijn neus voor optrekken (=zich te goed vinden om iets te doen)
  16. ergens een potje kunnen breken (=ergens graag gezien zijn)
  17. ergens verzeild raken (=ergens onbedoeld terechtkomen)
  18. eten als een varken. (=ongemanierd eten.)
  19. eten dat je zweet en werken dat je het koud krijgt, dat zijn de waren. (=slecht personeel. Uit de tijd dat meiden en knechts bij de boer in de kost waren.)
  20. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  21. eten en drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
  22. feestelijk danken (=er voor danken maar het zeker niet aannemen)
  23. gedane zaken hebben geen keer (=wat voorbij is, keert niet meer weer)
  24. geen a voor een b kennen (=erg dom zijn)
  25. geen bokkensprongen kunnen maken (=weinig geld hebben om extra dingen te kunnen kopen)
  26. geen cent te makken hebben (=weinig te besteden hebben)
  27. geen complimenten maken met (=niet ontzien, beslist optreden)
  28. geen duimbreed wijken (=niet toegeven of toegeven aan druk.)
  29. geen handbreed wijken (=niet opzij gaan, nooit bang is)
  30. geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
  31. geen krieken zonder stenen. (=niemand is er perfect.)
  32. geen plaatje maken (=er niet geweldig uitzien)
  33. geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
  34. geen spier vertrekken (=zonder enige emotie over zich heen laten gaan)
  35. geen strobreed wijken (=niets toegeven of niet van mening veranderen)
  36. geen teken van leven meer geven (=niets meer van zich laten horen)
  37. geen voetbreed wijken (=hard op zijn standpunt blijven)
  38. gegeven brokken zijn gauw gegeten. (=weldadigheid gaat meestal niet ver.)
  39. gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen (=dwazen doen gekke dingen)
  40. geld ruiken (=merken dat er iets te verdienen is)
  41. gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
  42. geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
  43. gewag maken van (=verwijzen naar, melding maken van)
  44. gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
  45. goede sier maken (=er (overdreven) goed van leven / goed overkomen bij anderen)
  46. haken en ogen geven (=iets heeft veel moeilijkheden)
  47. harde noten kraken (=moeilijke tijden moeten doormaken)
  48. het al te bruin bakken (=het te erg maken)
  49. het bijltje zoeken (=een excuus of uitweg verzinnen)
  50. het erg bont maken (=zich al te fel te buiten gaan)

874 betekenissen bevatten `ken`

  1. daar zitten nogal wat haken en ogen aan (=er zijn meer problemen dan je op het eerste gezicht zou denken)
  2. alle dingen hebben twee handvatten. (=er zijn vaak meerdere manieren zijn om een situatie aan te pakken)
  3. alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
  4. zo glad als boter (=erg glad - moeilijk te pakken te krijgen)
  5. van zessen klaar (=erg handig zijn en van aanpakken weten)
  6. arbeiden als een galeislaaf (=erg hard werken)
  7. van streek raken (=erg in de war door iets geraken)
  8. iets wikken en wegen (=erg lang over iets nadenken en alle voors- en tegens afwegen)
  9. een gezicht als een oorwurm trekken (=erg ontevreden kijken (omdat er bijv. iets gedaan moet worden))
  10. op dezelfde leest geschoeid zijn (=erg op elkaar lijken)
  11. je een aap schrikken (=erg schrikken)
  12. je wezenloos schrikken (=erg schrikken)
  13. zuipen als een ketter (=erg veel (alcoholische drank) drinken)
  14. roken als een Turk/kalkoven/ketter (=erg veel roken)
  15. je ogen uitkijken (=erg verbaasd of nieuwsgierig staan kijken)
  16. zo wijs als Salomo`s kat zijn (=erg wijs denken te zijn, maar eigenlijk totaal niet zijn)
  17. ergens als kind in huis zijn (=ergens bekend of goed behandeld worden)
  18. heg noch steg weten (=ergens de omgeving totaal niet kennen)
  19. er heg noch steg weten (=ergens de weg niet kennen)
  20. de haren ten berge (doen) rijzen (=ergens erg van (doen) schrikken)
  21. iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
  22. genade vinden (=ergens geen straf voor krijgen of iets niet toegerekend worden)
  23. een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
  24. dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
  25. niet op mijn weg liggen (=ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien)
  26. iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
  27. de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
  28. aan iets blijven hangen (=ergens verstrikt in raken, ermee bezig blijven)
  29. het anker lichten (=ergens vertrekken, weggaan en verder reizen)
  30. bot vangen (=ernaast pakken, het niet krijgen)
  31. je hart vasthouden (=ernstig zorgen maken, bang zijn dat het mis gaat)
  32. er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
  33. het ervan nemen (=ervan genieten - niet werken)
  34. er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
  35. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  36. in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
  37. leergeld betalen (=fouten maken tijdens het leren)
  38. onder zeil gaan (=gaan rusten of slapen, vertrekken of weggaan)
  39. voor elkaar boksen (=gedaan krijgen, in orde maken)
  40. waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)
  41. achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
  42. er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
  43. geen hart in het lijf hebben (=geen greintje medelijden kennen)
  44. dweilen met de kraan open (=geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken)
  45. te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
  46. stad en land aflopen. (=geen moeite sparen om iets te bereiken)
  47. kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)
  48. bij de pakken neerzitten (=geen oplossing meer zoeken, niet meer verder doen)
  49. geen poot aan de grond kunnen krijgen (=geen schijn van kans blijken te hebben)
  50. pas op de plaats maken (=geen voortgang maken. Geen groei of ontwikkeling doormaken)

21 dialectgezegden bevatten `ken`

  1. Wat joe ken. ken ik aok. (=Wat jij kan, kan ik ook.) (Flakkees)
  2. Wat ken mèn ut nâh amme hol klonterûh? (=Wat kan mij het nou schelen?) (Haags)
  3. Wat ken mien dat nou bout'ng. (=Dat maakt mij niets uit.) (Deventers)
  4. Wat ken my uit skele (=Het kan mij niet schelen) (Snekers)
  5. wat staat er by jou op ut naambordsje? (=ken ik jou?) (Leewarders)
  6. wat vër iets ès dat (=dat ken ik niet) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. wel ien 't riet zit ken piepkes moak'n (=gebruik de spullen die je tot je beschikking hebt) (Westerkwartiers)
  8. Wet ken ‘r an efte? (=Er kan toch niets aan mankeren (voedsel)) (Volendams)
  9. wie me nie heb greut gebracht, ken me ook nie klein kijgu (=Wie mij niet heeft groot gebracht, kan mij ook niet klein krijgen) (Arnhems)
  10. Witte gij d'n Heuvel? kende mergen beginnen! (=ken jij de Heuvel? kan je morgen beginnen!) (Tilburgs)
  11. Witte nie (=ken je dat niet) (Oosterhouts)
  12. ze (jê) mé nie vremde (=ik ken haar (hem) van ergens) (Kortrijks)
  13. ze ken 'em moak'n en breek'n (=zij is hem de baas) (Westerkwartiers)
  14. ze ken nog niet op eig'n been'n stoan (=zij kan nog niet op zichzelf wonen) (Westerkwartiers)
  15. ze nè mij nie vremde (=ik ken haar van ergens) (Zuid-west-vlaams)
  16. zien huud zo duur as ken verkoop'm (=zichzelf zo duur mogelijk verkopen) (Westerkwartiers)
  17. zij ken proat' n en brei' n tegeliek (=zij kan twee dingen tegelijk doen) (Westerkwartiers)
  18. zo ken 't wel weer (=zo is het mooi geweest) (Westerkwartiers)
  19. Zwegt stil (=Ik ken het gevoel / Ik begrijp het) (Hulshouts)
  20. Zwègt stil (=Ik kan daar inkomen / Ik ken dat gevoel) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  21. zwijg mich toch stil (=ik ken dat gevoel) (Munsterbilzen - Minsters)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen