677 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ken`
- er is een tijd van spreken en er is een tijd van zwijgen. (=soms is het beter om niets te zeggen)
- er is geen chocola van te maken (=het is niet te begrijpen)
- er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
- er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
- er met de botte bijl op inhakken (=ruw te werk gaan)
- er met de grove bijl in hakken (=het brutaal aanpakken)
- er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
- er nachtwerk van maken (=laat opblijven)
- er niet van kunnen meespreken (=er niets over weten)
- er op inhaken (=reageren op iets dat gezegd is en daar verder op doorgaan)
- er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
- er voor tekenen (=het met plezier willen aanvaarden)
- er werk van maken (=er mee aan de gang gaan)
- er zijn mond niet aan vuil maken (=er niets over willen zeggen)
- er zijn neus voor optrekken (=zich te goed vinden om iets te doen)
- ergens een potje kunnen breken (=ergens graag gezien zijn)
- ergens verzeild raken (=ergens onbedoeld terechtkomen)
- eten als een varken. (=ongemanierd eten.)
- eten dat je zweet en werken dat je het koud krijgt, dat zijn de waren. (=slecht personeel. Uit de tijd dat meiden en knechts bij de boer in de kost waren.)
- eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
- eten en drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
- feestelijk danken (=er voor danken maar het zeker niet aannemen)
- gedane zaken hebben geen keer (=wat voorbij is, keert niet meer weer)
- geen a voor een b kennen (=erg dom zijn)
- geen bokkensprongen kunnen maken (=weinig geld hebben om extra dingen te kunnen kopen)
- geen cent te makken hebben (=weinig te besteden hebben)
- geen complimenten maken met (=niet ontzien, beslist optreden)
- geen duimbreed wijken (=niet toegeven of toegeven aan druk.)
- geen handbreed wijken (=niet opzij gaan, nooit bang is)
- geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
- geen krieken zonder stenen. (=niemand is er perfect.)
- geen plaatje maken (=er niet geweldig uitzien)
- geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
- geen spier vertrekken (=zonder enige emotie over zich heen laten gaan)
- geen strobreed wijken (=niets toegeven of niet van mening veranderen)
- geen teken van leven meer geven (=niets meer van zich laten horen)
- geen voetbreed wijken (=hard op zijn standpunt blijven)
- gegeven brokken zijn gauw gegeten. (=weldadigheid gaat meestal niet ver.)
- gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen (=dwazen doen gekke dingen)
- geld ruiken (=merken dat er iets te verdienen is)
- gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
- geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
- gewag maken van (=verwijzen naar, melding maken van)
- gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
- goede sier maken (=er (overdreven) goed van leven / goed overkomen bij anderen)
- haken en ogen geven (=iets heeft veel moeilijkheden)
- harde noten kraken (=moeilijke tijden moeten doormaken)
- het al te bruin bakken (=het te erg maken)
- het bijltje zoeken (=een excuus of uitweg verzinnen)
- het erg bont maken (=zich al te fel te buiten gaan)
874 betekenissen bevatten `ken`
- daar zitten nogal wat haken en ogen aan (=er zijn meer problemen dan je op het eerste gezicht zou denken)
- alle dingen hebben twee handvatten. (=er zijn vaak meerdere manieren zijn om een situatie aan te pakken)
- alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
- zo glad als boter (=erg glad - moeilijk te pakken te krijgen)
- van zessen klaar (=erg handig zijn en van aanpakken weten)
- arbeiden als een galeislaaf (=erg hard werken)
- van streek raken (=erg in de war door iets geraken)
- iets wikken en wegen (=erg lang over iets nadenken en alle voors- en tegens afwegen)
- een gezicht als een oorwurm trekken (=erg ontevreden kijken (omdat er bijv. iets gedaan moet worden))
- op dezelfde leest geschoeid zijn (=erg op elkaar lijken)
- je een aap schrikken (=erg schrikken)
- je wezenloos schrikken (=erg schrikken)
- zuipen als een ketter (=erg veel (alcoholische drank) drinken)
- roken als een Turk/kalkoven/ketter (=erg veel roken)
- je ogen uitkijken (=erg verbaasd of nieuwsgierig staan kijken)
- zo wijs als Salomo`s kat zijn (=erg wijs denken te zijn, maar eigenlijk totaal niet zijn)
- ergens als kind in huis zijn (=ergens bekend of goed behandeld worden)
- heg noch steg weten (=ergens de omgeving totaal niet kennen)
- er heg noch steg weten (=ergens de weg niet kennen)
- de haren ten berge (doen) rijzen (=ergens erg van (doen) schrikken)
- iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
- genade vinden (=ergens geen straf voor krijgen of iets niet toegerekend worden)
- een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
- dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
- niet op mijn weg liggen (=ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien)
- iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
- de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
- aan iets blijven hangen (=ergens verstrikt in raken, ermee bezig blijven)
- het anker lichten (=ergens vertrekken, weggaan en verder reizen)
- bot vangen (=ernaast pakken, het niet krijgen)
- je hart vasthouden (=ernstig zorgen maken, bang zijn dat het mis gaat)
- er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
- het ervan nemen (=ervan genieten - niet werken)
- er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
- eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
- in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
- leergeld betalen (=fouten maken tijdens het leren)
- onder zeil gaan (=gaan rusten of slapen, vertrekken of weggaan)
- voor elkaar boksen (=gedaan krijgen, in orde maken)
- waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)
- achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
- er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
- geen hart in het lijf hebben (=geen greintje medelijden kennen)
- dweilen met de kraan open (=geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken)
- te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
- stad en land aflopen. (=geen moeite sparen om iets te bereiken)
- kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)
- bij de pakken neerzitten (=geen oplossing meer zoeken, niet meer verder doen)
- geen poot aan de grond kunnen krijgen (=geen schijn van kans blijken te hebben)
- pas op de plaats maken (=geen voortgang maken. Geen groei of ontwikkeling doormaken)
21 dialectgezegden bevatten `ken`
- Wat joe ken. ken ik aok. (=Wat jij kan, kan ik ook.) (Flakkees)
- Wat ken mèn ut nâh amme hol klonterûh? (=Wat kan mij het nou schelen?) (Haags)
- Wat ken mien dat nou bout'ng. (=Dat maakt mij niets uit.) (Deventers)
- Wat ken my uit skele (=Het kan mij niet schelen) (Snekers)
- wat staat er by jou op ut naambordsje? (=ken ik jou?) (Leewarders)
- wat vër iets ès dat (=dat ken ik niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- wel ien 't riet zit ken piepkes moak'n (=gebruik de spullen die je tot je beschikking hebt) (Westerkwartiers)
- Wet ken ‘r an efte? (=Er kan toch niets aan mankeren (voedsel)) (Volendams)
- wie me nie heb greut gebracht, ken me ook nie klein kijgu (=Wie mij niet heeft groot gebracht, kan mij ook niet klein krijgen) (Arnhems)
- Witte gij d'n Heuvel? kende mergen beginnen! (=ken jij de Heuvel? kan je morgen beginnen!) (Tilburgs)
- Witte nie (=ken je dat niet) (Oosterhouts)
- ze (jê) mé nie vremde (=ik ken haar (hem) van ergens) (Kortrijks)
- ze ken 'em moak'n en breek'n (=zij is hem de baas) (Westerkwartiers)
- ze ken nog niet op eig'n been'n stoan (=zij kan nog niet op zichzelf wonen) (Westerkwartiers)
- ze nè mij nie vremde (=ik ken haar van ergens) (Zuid-west-vlaams)
- zien huud zo duur as ken verkoop'm (=zichzelf zo duur mogelijk verkopen) (Westerkwartiers)
- zij ken proat' n en brei' n tegeliek (=zij kan twee dingen tegelijk doen) (Westerkwartiers)
- zo ken 't wel weer (=zo is het mooi geweest) (Westerkwartiers)
- Zwegt stil (=Ik ken het gevoel / Ik begrijp het) (Hulshouts)
- Zwègt stil (=Ik kan daar inkomen / Ik ken dat gevoel) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- zwijg mich toch stil (=ik ken dat gevoel) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen