4781 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `en`
- als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
- als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
- als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
- als je veel eet, dan ben je lelijk als je dood bent. (=waarschuwing tegen te veel eten.)
- als katten muizen, mauwen ze niet (=wanneer je aan het eten bent, praat je niet zoveel)
- als los zand aan elkaar hangen (=zonder enige samenhang)
- als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
- als niet komt tot iet kent iet zichzelf niet (=een `parvenu` heeft dikwijls kapsones)
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- als paddenstoelen uit de grond schieten (=snel en in grote massa tevoorschijn komen)
- als Pasen en Pinksteren op één dag vallen (=iets wat nooit zal gebeuren)
- als proefkonijn dienen (=dienen voor een of ander experiment)
- als sardientjes in een blik (=stijf boven op elkaar; dicht opeen)
- als sneeuw voor de zon verdwijnen (=ergens niets van over blijven)
- als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen (=als twee mensen ruzie maken, profiteert een derde ervan.)
- als winnaar/beste uit de bus komen (=iets of iemand blijkt het beste te zijn)
- als zwijnen aan de bak gaan (=zonder te bidden gaan eten.)
- alsof er een engeltje over je tong piest (=iets lekker vinden)
- altijd brood eten verdriet ook. (=een mens wil ook eens een verzetje.)
- altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruitgang))
- altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
- Amerikaanse toestanden. (=overdreven grote en heftige situatues)
- andere heren andere wetten (=nieuwe bazen willen nieuwe regels)
- anderhalve man en een paardenkop (=weinig aanwezigen)
- andermans boeken zijn duister te lezen (=de toestand of bedoelingen van een ander zijn moeilijk in te schatten)
- andermans veren (=iets van een ander (andermans eer))
- angst is een slechte raadgever (=laat je niet leiden door angst. / Emoties zijn gevaarlijk)
- apen en beren op de weg zien (=bezwaren zien)
- appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
- appels met peren vergelijken (=twee totaal verschillende dingen vergelijken)
- appels voor citroenen verkopen (=iemand oplichten.)
- aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
- arbeid is voor de dommen. (=gezegd als je liever op twijfelachtige wijze geld verdient dan op een eerlijk manier)
- arbeiden als een galeislaaf (=erg hard werken)
- arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
- armoe met eren kan niemand deren. (=arm zijn is niet erg als je maar eerlijk bent)
- armslag krijgen (=meer mogelijkheden krijgen)
- averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
- bakkerskinderen eten oud brood. (=aan het vak dat men uitoefent, besteedt men in zijn directe omgeving weinig aandacht.)
- bakzeil halen (=toegeven dat je ongelijk hebt / aanzienlijk minder hoge eisen stellen dan je eerder deed)
- balen als een stier (=er een gloeiende hekel aan hebben)
- balsem in de wonde gieten (=het leed verzachten)
- bang zijn voor zijn eigen schaduw (=overdreven bang zijn)
- bang zijn zich aan koud water te branden (=erg voorzichtig zijn)
- barbertje moet hangen (=ongeacht of iemand schuldig is moet die gestraft worden)
- bederf geen pannenkoek om een ei (=op kleine dingen bezuinigen kan grotere gevolgen hebben)
- bederf geen struif om een ei (=je moet het geheel niet afkeuren voor één gebrek)
- beer op sokken (=gezegd van een dik, plomp persoon)
- bekeken zijn (=op orde zijn, niets meer aan hoeven doen)
- bekend staan als de bonte hond met de blauwe staart (=berucht)
4782 betekenissen bevatten `en`
- geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
- gissen doet missen (=als je niet zeker bent van je zaak maar gokt, gaat het meestal fout)
- een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
- handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)
- wie gekheid zaait zal dwaasheid oogsten. (=als je ongebruikelijke dingen doet krijg je ook ongebruikelijke resultaten)
- ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
- gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
- kalmte zal je redden (=als je rustig blijft gaan de dingen beter)
- de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
- wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
- goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
- een groene Kerstmis een witte Pasen. (=als Kerst warm is wordt Pasen koud)
- meeuwen op het land, onweer aan het strand. (=als meeuwen het binnenland intrekken omdat er slecht weer op zee is)
- oude liefde roest niet (=als men al lang verliefd is, verdwijnt die liefde niet meer)
- een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
- wat men afdingt is het eerst betaald (=als men het goedkoop krijgt, is het vlugger betaald)
- honger maakt rauwe bonen zoet (=als men honger heeft, smaakt alles)
- wie vuur eet schijt vonken (=als men iets gevaarlijks onderneemt krijgt men nare gevolgen)
- wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
- de kruik gaat zo lang te water tot ze barst/breekt (=als men steeds risico`s blijft nemen, gaat het een keer mis)
- men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
- oude paarden jaagt men aan de dijk (=als men zijn taak niet goed meer aankan, wordt men ontslagen)
- in zijn achterhoofd hebben (=als reserve klaar hebben)
- de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
- iemand in de buik straffen. (=als straf geen eten geven.)
- als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen (=als twee mensen ruzie maken, profiteert een derde ervan.)
- twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
- wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
- haar wil is wet (=als wat zij wil niet gebeurt, dan ontstaan er grote conflicten)
- uitdrogen als een Harderwijker (=alsmaar vervelender worden)
- zitten alsof men een luis in zijn oor heeft (=alsof hij door zijn geweten beschuldigd wordt)
- altijd de kwade pier zijn (=altijd als de schuldige aangewezen worden)
- op de kloosters reizen (=altijd bij vrienden of kennissen logeren)
- recht door zee gaan (=altijd eerlijk blijven/zijn)
- de pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee (=altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens)
- semper virens (=altijd groen)
- het is altijd koekoek éénzang (=altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven)
- met alle winden meedraaien (=altijd iedereen gelijk geven)
- met alle winden draaien (=altijd iedereen gelijk geven)
- met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
- van leugens aaneenhangen (=altijd maar liegen)
- draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
- wie veel begeert veel ontbeert (=altijd meer willen maakt ongelukkig)
- een bodemloos vat zijn (=altijd te weinig van iets zijn of opraken)
- onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
- niets dan wonden en builen zoeken (=altijd willen vechten)
- in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
- uit de toon vallen (=anders zijn dan de anderen)
50 dialectgezegden bevatten `en`
- aad en vaul, zaag te boer, en hae stoek ze wijf èn de vaulbak (=alle middelen zijn goed als het je goed uitkomt) (Munsterbilzen - Minsters)
- aad wiëne ès ën graute guns, mér joenk blijve ès ën nog grutter kuns (=oud worden is een gunst, jong blijven een grotere kunst) (Munsterbilzen - Minsters)
- aaë brol, zaagte boer, èn hae goejde ze wijf ènde vaulbak (=afval en prullen moeten in de vuilbak) (Munsterbilzen - Minsters)
- aaiden en plougen kinnen (=er vanopaan kunnen) (Gronings)
- aamn ze de koster en ie dee zn broek vol moster (=koster) (Zeeuws)
- aan e keféémaegdje en 'n wi-jwatersvaetje soptj eederein (=een allemansvriendin, een jongensgek) (Weerts)
- aan zijn schreeber en (=betrapt zijn) (Kaprijks)
- aanderhalleve meens èn unne pèèrdekòp (=heel weinig publiek) (Tilburgs)
- Aater Haarieke van de Knaajnkes on de bêm èn Eek hoch de Sjutteraaj van Eek hunne boom ston, tësse de kiëzebeem (=Achter 'Huis Gregoor' had de schutterij van Eik haar schietstand, tussen de kersenbomen.) (Munsterbilzen - Minsters)
- aater ieder haus en strauk (=overal) (Munsterbilzen - Minsters)
- aatëraan èn de kërk goên zitte (=niet opvallend aanwezig zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- aaulen en draaugen (=de ene bui na de andere) (Klings)
- adjeu en de wènd van aatër (=hou je goed) (Munsterbilzen - Minsters)
- adjeu én de wénd vanaater (=tot ziens, het ga je goed) (Bilzers)
- adjoemela djoemela meulenèr, meej draaike en al. en ahhe dan nie vliehe wil, dan steekkik oe in oew stal. (=liedje om een meikever aan het vliegen te krijgen.) (Hulsters (NL))
- ae was oan 't dubben en oan 't paezen (=hij bleef maar nadenken) (Wichels)
- aentjes en oentjes (=vogeltje op de kruk) (Zeeuws)
- Aermoei dat do waos: de meis loege doed èn de frigo (=Armoede dat daar was: de muizen lagen dood in de koelkast.) (Genker)
- aet dat-ste get weurs!! (=eet goed, zo dat je groot en sterk wordt.!!) (Steins)
- aetë en maul tau (=aan tafel moet je zwijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Afslaage; oep ze bakkes sloage; motte geve; en blauw oeëg sloage; van de roei geve, oep zenne smikkel slage, tege zen schene stampe; onder zijn hol stampe; afdruuëge; zijn hessens inslaage (=slaag geven) (Diesters)
- Afsmoren (=Afbedelen van sigaretten en nooit aan een ander geven) (Amsterdams)
- ai j trouwt kom jin de zurrehen en je rik ter noeait mi uut (=zorgen) (Zeeuws)
- aij zitter gezooije en gebraaije (=hij is er als kind aan huis) (Hulsters (NL))
- aikkes en poikkes (=erwtjes en worteltjes (gerecht) ) (Rillaars)
- Aj in Beilen verkolden wordt, bi'j in Börk ziek en in Elp dood. (=mensen overdrijven altijd) (Drents)
- Ak oe hurn en ni zage lup ik hat weg. (=Je hebt wel praatjes maar maakt op mij geen indruk.) (Hattems)
- Akk ' en ze makke (=Onscheidbare vrienden) (Poperings)
- akke en ze makke (=twee vrienden) (Veurns)
- Al ' et nôdege (voor têd en eeuweg' êd!) (=De beste wensen voor een gelukkig nieuwjaar!) (Schevenings)
- al drig nen aop ne sjaune rink, tés en blaajf e lûllek dink (=zot blijft zot) (Bilzers)
- al mankend en petschankend (=met alle moeite stappen) (Gents)
- al ze leven (=vast en zeker) (Hulsters (NL))
- al zun lèève (=vast en zeker, zijn hele leven) (Tilburgs)
- Ale lutje beetjes helpm, zee mugge en meeg in zee. (=Alle kleine beetjes helpen.) (Gronings)
- Alexaander, alles veur maai en niks veur een aander (=wordt gezegd tegen een egoist) (Antwerps)
- alla hi ni je moeder en zei asse koekn bakt (=in de weg lopen) (Zeeuws)
- alle beetjes help'n zee 't wicht, en plaste ien zee (=alle kleine beetjes helpen) (Westerkwartiers)
- Alle bietjes bate, zag de begien en pisde in de zieë (=Ook kleinigheden helpen) (Venloos)
- alle bitsjes hélpe, zaag de még, en ze pisde én de zei (=alle beetjes helpen) (Bilzers)
- alle boatn (h) elpm, zei 't muuzetje, en 't piste in de zeeë (traditionele zei-spreuk, die gezegd wordt als iemand met goede bedoelingen iets doet waarvan men van tevoren weet dat het bitter weinig zal uithalen) (=alle baten helpen, zei 't muisje, en 't piste in de zee) (Klemskerks)
- alle boeëten elpen, zei de moosj en ze pistn in de zjië (=alle baten helpen zei de mug en ze plaste in de zee) (Meers)
- alle daag e bruuëdje en soondes e mikske (=tevreden zijn met wat je hebt) (Weerts)
- alle hoekjes en hörntjes (=alle hoeken en gaten) (Westerkwartiers)
- alle kleire van de raengerboëg (=bont en blauw) (Munsterbilzen - Minsters)
- Alle moders zeen bliej es hun kindj op tied en lang genóg slieëptj. (=Alle moeders zijn blij wanneer hun kind op tijd en lang genoeg slaapt.) (Kinroois)
- alle op- en aonhang (=familie en vrienden) (Munsterbilzen - Minsters)
- alle prutskës en pretskës konne diene (=alle kleinigheden kunnen helpen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Allee, mettez vite vos chandailles, springt oep oven ijzere peerd, en moakt nog nen tour du jardin! (=Trek vlug jullie pulletjes aan, neem jullie fiets en maak nog eens de ronde van de tuin.) (Antwerps)
- alleej, haawdoe èn saluu (t) war! (=nou vooruit, het ga je goed en tot ziens hè!) (Tilburgs)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen