Spreekwoorden met `IT`

Zoek


570 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `IT`

  1. er warmpjes bijzITten (=veel geld hebben, over ruime financiële middelen beschikken)
  2. er zIT een luchtje aan (=het is niet juist, het klopt niet helemaal)
  3. er zIT een schroefje bij hem los (=hij is niet helemaal goed wijs)
  4. er zIT geen schot in de zaak (=het gaat niet vooruit)
  5. er zIT muziek in (=het is veelbelovend)
  6. ergens over inzITten (=zich zorgen over maken over iets)
  7. eruIT komen (=een oplossing vinden)
  8. eruIT zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
  9. eruIT zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
  10. eruIT zien om door een ringetje te halen (=er keurig uitzien)
  11. esprIT de l escalier (=geestig idee dat te laat komt)
  12. eten uIT de korf zonder zorg (=geen zorgen meer hebben over zijn levensonderhoud)
  13. fiat justITia (=het recht moet zegevieren) (Latijn)
  14. fiat justITia et pereat mundus (=het recht moet zegevieren ook al vergaat de wereld) (Latijn)
  15. fiolen van toorn over iemand uITstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
  16. gauw op het paard zITten. (=snel driftig worden)
  17. geen geld, geen ZwITsers (=zonder geld krijg je hulp noch koopwaar of er is altijd wel geld nodig om iets gedaan te krijgen)
  18. geen haan die er naar kraaIT (=niemand zal het weten)
  19. geen haring zo mager of men braadt er vet uIT. (=zelfs uit iets kleins of ogenschijnlijk onbelangrijks valt wel iets waardevols te halen.)
  20. geen koe zo zwart of er zIT wel een vlekje aan. (=niemand is perfect.)
  21. geen twee kapITeins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
  22. geen zITvlees hebben (=ongedurig zijn - steeds weer opstaan en rondlopen)
  23. geld uIT iets slaan (=ergens geld aan verdienen)
  24. geloof nooIT iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)
  25. geramd zITten (=in een gunstige positie verkeren)
  26. getelde schapen lopen het hok uIT. (=exact alles van tevoren weten)
  27. gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruITvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
  28. goed in de slappe was zITten (=veel geld hebben)
  29. goed uIT de verf komen (=beter tot uiting komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
  30. haring of kuIT ergens van willen hebben (=hij wil iets zeker weten of uitgezocht zien)
  31. heb je het ooIT zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
  32. het buskruIT niet uITgevonden hebben (=niet erg slim zijn)
  33. het de keel uIThangen (=ergens genoeg van hebben)
  34. het een eind uIT de broek laten hangen (=royaal zijn)
  35. het ene oor in en het andere weer uIT. (=wel horen maar niet luisteren)
  36. het ene oor in, het andere weer uIT (=het wel horen en meteen weer vergeten)
  37. het ene woord haalt het andere uIT (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
  38. het er niet bij laten zITten (=niet opgeven)
  39. het geld groeIT niet op de rug (=geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden)
  40. het harde woord moet eruIT (=het onaangename moet gezegd worden)
  41. het hoge woord is er uIT (=het onaangename is gezegd)
  42. het is goed riemen snijden uIT andermans leer (=met andermans eigendom kan men gemakkelijk kwistig omgaan)
  43. het is wIT (=ze komen goed overeen)
  44. het komt uIT zijn koker (=hij is degene die het heeft bedacht)
  45. het kruIT niet uITgevonden hebben (=niet bijster slim zijn)
  46. het liedje is uITgezongen (=het is afgelopen)
  47. het ligt aan de schaatsen en nooIT aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf)
  48. het loopt de spuigaten uIT. (=het is te veel geworden)
  49. het moet uIT de lengte of uIT de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
  50. het onderspIT delven (=verliezen)

691 betekenissen bevatten `IT`

  1. alle dingen hebben twee handvatten. (=er zijn vaak meerdere manieren zijn om een sITuatie aan te pakken)
  2. alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uITkomst is altijd hetzelfde)
  3. voor elk wat wils (=er zIT voor iedereen wel wat bij)
  4. op een zuinigje (=erg goedkoop - weinig moeITe doend)
  5. vuur en vlam spuwen (=erg hevig uITvaren)
  6. met Noach in de ark geweest zijn (=erg oud(erwets) en uIT de mode zijn)
  7. goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezITtingen, bloed=het leven))
  8. iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwalITeIT en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
  9. iets ertegenaan gooien (=ergens geld aan uITgeven)
  10. het voor de deuren van de hel weghalen. (=ergens veel moeITe voor doen)
  11. tegen de borst stuiten (=ergens zwaar moeITe mee hebben / met tegenzin ondervinden)
  12. iets aan banden leggen (=ervoor zorgen dat iets zich niet verder kan uITbreiden)
  13. een luchtje happen (=even buITen gaan wandelen)
  14. een luchtje scheppen (=even buITen gaan wandelen)
  15. een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (=feministische uITspraak)
  16. de huid vol schelden (=flink uITschelden)
  17. beurs op de knip / Hand op de knip (=geen geld (meer) uITgeven)
  18. met de rug tegen de muur staan (=geen kant op kunnen, hooguIT een laatste uITweg)
  19. stad en land aflopen. (=geen moeITe sparen om iets te bereiken)
  20. iets aan je laars lappen (=geen notITie nemen van regels, wet of voorschriften)
  21. het huisje bij het schuurtje houden/laten (=geen onnodige uITgaven doen)
  22. als een muis in de val zitten (=geen uITweg meer hebben)
  23. altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruITgang))
  24. erbij staan voor Jan met de korte achternaam (=geen zinvolle activITeIT hebben)
  25. arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uIToefenend)
  26. met tak en wortel uitroeien (=geheel uITroeien)
  27. rozen (paarlen) voor de zwijnen werpen (=geld of moeITe verspillen aan iets nutteloos)
  28. een gat in zijn hand hebben (=geld te gemakkelijk uITgeven)
  29. de lade lichten (=geld uIT de lade halen)
  30. een gek en zijn geld blijven nooit lang bij elkaar (=geld uITgeven aan nutteloze en onnodige dingen)
  31. het is licht dansen op andermans vloer. (=geld van anderen uITgeven is makkelijk.)
  32. geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uITgeven)
  33. geen geluk zonder druk. (=gelukkig wordt je niet zonder er moeITe voor te doen)
  34. lelijke streken op zijn kompas hebben (=gemene en lelijke streken uIThalen)
  35. zo glad als een aal (=geslepen, uITgekookt, iemand die zich overal uITpraat)
  36. gestolen goed gedijt niet (=gestolen zaken brengen nooIT voordeel)
  37. de deugd zit in het midden. (=gezegd als iemand tussenin zIT)
  38. Hollands welvaren (=gezegd van een zeer gezond uITziend persoon)
  39. iets in zijn holle kies kunnen stoppen (=gezegd van eten : het is de moeITe niet, het is te weinig)
  40. het grondsop is voor de goddelozen (=gezegd van iemand die het laatste restje uITdrinkt)
  41. een tong als een scheermes (=gezegd van iemand die venijnig uIThaalt met woorden)
  42. in de kleinste potjes zit de beste pommade/zalf (=gezegd van uITzonderlijk kleine personen)
  43. een vette bek halen. (=goed eten, vooral frITuur)
  44. een gladde tong hebben (=goed kunnen praten, het goed kunnen uITleggen)
  45. uit de doppen kijken (=goed uITkijken)
  46. geef mijn fiets terug (=grapje om DuITsers te wijzen op de Tweede Wereldoorlog, toen er veel fietsen geconfisqueerd werden)
  47. het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uITspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
  48. een bittere pil slikken (=grote moeITe ergens mee hebben)
  49. heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooIT zo straf meegemaakt)
  50. op je duimpje kennen (=heel goed kennen, van buITen weten)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen