1486 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ij`
- bij Neck om naar Den Haag (=een onnodige omweg maken)
- bij schering en inslag gebeuren (=erg vaak gebeuren)
- bij Sint Joris in de kost zijn (=ergens gratis eten)
- bij tijd en wijle. (=zo nu en dan)
- bij zijn positieven blijven (=blijven opletten)
- bijl en blok zijn behouden. (=vrouw en kind hebben de bevalling overleefd.)
- bijna is nog niet half en een koe is nog geen kalf (=iets bijna hebben is hetzelfde als iets helemaal niet hebben)
- binnen de lijntjes kleuren (=netjes handelen, niets doen wat niet mag)
- binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
- binnen mikken zijn (=geborgen zijn)
- binnen zijn (=geborgen zijn)
- blaffende honden bijten niet (=zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
- blijf aan jouw kantje (=je mag hem niet aanraken, hij is niet aanspreekbaar)
- blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
- boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
- borgen is geen kwijtschelden (=uitstel is geen afstel)
- boter bij de vis (=betaling bij de levering)
- botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
- botje bij botje leggen (=samen geld bijeen leggen om te betalen)
- botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
- boven Jan zijn (=uit de problemen zijn)
- boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
- boven zijn theewater (=dronken)
- buig de boom als hij jong is (=goede gewoonten kunnen het beste al jong worden aangeleerd)
- buiten schot blijven (=niet worden aangetast)
- buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
- buiten zijn boekje gaan (=meer doen dan toegelaten)
- buiten zijn hoefslag gaan (=hij heeft er geen invloed over)
- buiten zijn rekening gaan. (=als het anders loopt dan verwacht)
- buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
- daar is geen woord Frans/Latijn/Chinees bij (=iedereen kan dat begrijpen)
- daar kun je ketelaar van blijven (=dat zal niets opbrengen)
- daar zijn de daken met vlaaien bedekt (=daar is men rijk / Daar heeft men overvloed)
- dan zijn we nergens (=dan is er geen oplossing)
- dat gaapt zo wijd als een oven (=dat is hoogst onwaarschijnlijk)
- dat gaat erin als klokspijs (=dat gaat er gemakkelijk in)
- dat gaat mijn pet te boven (=daar begrijp ik niets van)
- dat hangt als een schijthuis boven de gracht (=dat is overduidelijk)
- dat is een klontje boter uit zijn pap (=dat kost een flink deel van zijn fortuin)
- dat is een rijkeluiswens (=iets waar heel erg naar wordt verlangd)
- dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- dat is koren op zijn molen (=hij zal dat meteen gebruiken als argument voor wat hij toch al wilde)
- dat is Latijn voor mij (=dat begrijp ik niet)
- dat is makkelijker gezegd dan gedaan (=het valt in de praktijk nog niet mee)
- dat is mij tegen de boeg. (=dat is tegen mijn zin)
- dat kan hij in zijn zak steken (=dat is raak - die zit!)
- dat kan ik wel in mijn holle kies stoppen (=dat is wel een heel klein beetje)
- dat komt als mosterd na de maaltijd (=dat komt op een moment dat het geen nut meer heeft)
- dat ligt hem in zijn mond bestorven (=daar spreekt hij veel over)
2098 betekenissen bevatten `ij`
- in de naad zitten (=bang zijn)
- in de rats zitten (=bang zijn of angst hebben / in de problemen zitten)
- keur baart angst. (=bang zijn om niet de goede keuze te maken door een teveel aan opties)
- aan de grond zitten (=bankroet of totaal uitgeput zijn)
- begaan zijn met (=bedroefd zijn omdat het met iemand niet goed gaat, meeleven met)
- van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
- onder de groene zoden liggen (=begraven zijn)
- het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
- aan elkaar gewaagd zijn (=beiden vrijwel evenwaardig zijn)
- aan het licht brengen (=bekend maken (bijz. van ongunstige dingen))
- in ogenschouw nemen (=bekijken)
- wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken door kleine dingen)
- eer is teer (=beledigd worden doet pijn)
- op je tenen getrapt zijn (=beledigd zijn)
- kijken als Jonas in de walvis (=benauwd kijken)
- geen mens is zijn eigen maker. (=beoordeel iemand niet om hun uiterlijk.)
- op een kratje zitten als dat nodig is (=bereid zijn om je aan te passen aan minder luxe)
- ik wil hogerop, zei de jongen en hij kwam aan de galg. (=bereik je doel op een eerlijke manier)
- de grond onder zich voelen wegzinken (=beschaamd zijn , geen oplossing meer zien)
- onder dak zijn (=bescherming genieten - behoren bij)
- aan de groene tafel zitten (=bestuurslid zijn)
- boter bij de vis (=betaling bij de levering)
- beter van een stad dan van een dorp (=beter dat een rijke betaalt dan een arme)
- geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
- goed uit de verf komen (=beter tot uiting komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
- op heterdaad betrappen (=betrappen tijdens de misdaad)
- ons kent ons (=betrekkelijk afgesloten clubje mensen dat onderling de zaken regelt)
- met hangende pootjes thuiskomen (=bewust van schuld (thuis)komen / zeer tegen zijn zin)
- aan het (sleep)touw houden (=bezig houden / aan het lijntje houden)
- per fas et nefas (=bij al wat heilig is)
- buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
- het is kwaad kammen daar geen haar is. (=bij arme mensen valt niets te halen)
- je kan geen kei het vel afstropen (=bij de arme valt niets te rapen)
- je kan geen kaalkop bij het haar vatten (=bij de arme valt niets te rapen)
- aan het laatje zitten (=bij de bron zitten / geld hebben)
- op de poot spelen (=bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan/razen)
- bij de duivel te biecht gaan (=bij de vijand om raad gaan)
- in andermans weide lopen de vetste koeien. (=bij een ander lijkt het altijd beter)
- vis moet (wil) zwemmen (=bij een goede maaltijd hoort een goed glas wijn (bier))
- de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
- er zijn geen rozen zonder doornen (=bij elk geluk is er ook verdriet)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien (=bij gebrek aan het goedkope, het dure gebruiken)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
- bij de tekst blijven (=bij het oorspronkelijke plan blijven)
- waar er twee ruilen moet er een huilen (=bij het ruilen is de een altijd beter af dan de ander)
- bij kris en kras volhouden (=bij hoog en bij laag volhouden)
- bij kris en kras zweren (=bij hoog en bij laag zweren)
- wijd en zijd zijn (=bij iedereen bekend zijn)
- iemand in het zeer tasten (=bij iemand de gevoelige plek raken)
- iemand de oren van het hoofd eten (=bij iemand erg veel eten)
50 dialectgezegden bevatten `ij`
- ij gao zijn petetten afgieten (=man gaat plassen) (Graauws)
- ij geboard em van pijkes (=hij doet alsof hij van niets weet) (Gents)
- ij geeft er zijên êën droi an (=hij maakt er zijn eigen verhaal van) (Kaprijks)
- ij geluuft zeker nog in klaus (=hij is te goedgelovig) (Brakels)
- ij genjèrd'hem (=hij heeft er deugd van) (Kaprijks)
- ij gieng eulemaol kopkenonder (=hij verdween geheel onder water) (Oudenbosch)
- ij gieng van zijne sus (=hij viel flauw) (Oudenbosch)
- ij gieng vierbeens de deur uit (=hij liep kwaad het huis uit) (Oudenbosch)
- ij goat der vandeur me zijne steirt tusse zen pote (=bang doorgaan) (Temses)
- ij got nie lenge ne mir trek' n (=zijn einde is in zicht) (Brakels)
- ij gou veruit gelijk ne zieeldroujer (=Hij gaat achteruit) (Lokers)
- ij heed in de stront gebloazn (=iemand met sproeten) (Kaprijks)
- ij iet de pijp oen den ette gegeive (=gestorven) (Lembeeks)
- ij is aan't baliuën (bal-ogen) (=hij trekt verwonderde ogen) (Kaprijks)
- ij is de keutste niet (=Hij is de kwaadste niet) (Duffels)
- ij is de nek-af (=hij is doodop) (Kaprijks)
- ij is gaon ' emelen, ij est goan zegge, ij ès duud (=hij is overleden) (Gents)
- ij is goe ter toale (=hij kan het goed uitleggen) (Kaprijks)
- ij is in de kärke geboren (=Hij laat altijd de deur open staan) (Zwols)
- ij is in zijn gat gebeten (=hij is op zijn tenen getrapt) (Lokers)
- ij is köt veur de konte (=Hij is nogal snel aangebrand) (Kampers)
- ij is mee zei gat in de boter gevaulen (=een gelukkig iemand) (Lokers)
- ij is mee zijn kliekken en klakken gevaulen (=dronken neervallen) (Lokers)
- ij is met vis bakk'n de panne uut a sprung'n (=Hij is een bijzondere man) (Hattems)
- ij is misvoarn (=hij heeft het slecht gehad) (Kaprijks)
- ij is moar ne schjub iuë (=hij is nogal klein) (Kaprijks)
- ij is mooi zaat (=het is mooi) (Volendams)
- ij is nietsig (=Hij is snel geïrriteerd, geprikkeld) (Kampers)
- ij is nogaw lange van stoffe (=hij legt langdradig uit) (Kaprijks)
- ij is ook nie van den hoaze gepoept (=Hij is niet vlug) (Kaprijks)
- ij is op entrijnement (=hij is op training) (Kaprijks)
- ij is op zijn gemak (=hij is gerust) (Lokers)
- ij is op zijn pensioen (=hij is gepensioneerd) (Kaprijks)
- ij is visboer (=hij heeft veel geld) (Volendams)
- ij is zo lienk asun lo-je deur (=hij is erg uitgeslapen / geslepen) (Oudenbosch)
- ij is zo nakend as een luus (=Hij heeft geen cent te makken) (Kampers)
- ij is zo ändig as een böstrok met luuzen (=hij is onhandig) (Kampers)
- ij is zu zot gelijk een achterdeure (=iemand die raar doet) (Lokers)
- ij is't an zijn schreebere (=overleden zijn) (Kaprijks)
- ij is't er vanoonder geritst (=hij heeft zich stilletjes uit de voeten gemaakt) (Lokers)
- ij is't-er nie mee gedient (=hij is er niet blij mee) (Kaprijks)
- ij isser mee weg (=die zie je niet meer) (Oudenbosch)
- ij ister zowene vaan mun emmer raok me gat niet (=hij is een pietjeprecies) (Oudenbosch)
- ij jond'hem (=hij heeft er plezier in) (Kaprijks)
- ij kan drinkn lijk'n koe woatere (=veel bier kunnen drinken) (Knesselaars)
- ij kan er me ze verstand ni bij (=hij kan het niet geloven) (Diesters)
- ij kan goed mit d n oop meekomme (=hij telt mee) (Oudenbosch)
- ij kan majus stekkn uid'n flasse (=hij staat scherp) (Knesselaars)
- ij kan men kloate kusse zennej / ij kan den boam in (=wil niets meer met een persoon te maken hebben) (Antwerps)
- ij kan nog ginne spijker recht in de muur slaon (=hij is zeer onhandig) (Oudenbosch)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen