263 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `voor`
- het achterste voor (=omgekeerd)
- het beste brood ligt voor het venster. (=wat je ziet is niet per se wat je krijgt)
- het bier is niet voor de ganzen gebrouwen. (=niet iets verspillen aan degenen die het niet waarderen)
- het ene woord brengt het andere voort. (=een negatieve opmerking kan leiden tot negatieve woorden over en weer)
- het gaat aan zijn neus voorbij (=hij loopt iets mis)
- het gaat hem/haar voor de wind (=hij/zij heeft geluk)
- het gras voor de voeten wegmaaien (=de woorden uit de mond nemen - alle kansen ontnemen)
- het grondsop is voor de goddelozen (=gezegd van iemand die het laatste restje uitdrinkt)
- het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
- het is niet voor de ganzen gemaakt (=we kunnen het maar beter uitdrinken)
- het kainsmerk aan zijn voorhoofd dragen (=het is op zijn gezicht te lezen dat hij een schurk is)
- het komt voor de bakker (=het komt in orde; het wordt geregeld)
- het voor de deuren van de hel weghalen. (=ergens veel moeite voor doen)
- het voorland zijn (=iemands toekomst zijn)
- hoogmoed komt voor de val (=iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende)
- ieder voor zich en God voor ons allen (=niemand helpt elkaar)
- iemand een rad voor de ogen draaien (=iemand iets wijsmaken / iemand op gemene wijze bedriegen)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand ergens voor warm maken (=iemands interesse voor iets opwekken)
- iemand het gras voor de voeten wegmaaien (=iemand alle kansen ontnemen)
- iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
- iemand iets voor de voeten gooien (=iemand met iets confronteren)
- iemand iets voor de voeten werpen (=iemand beschuldigen van iets)
- iemand knollen voor citroenen verkopen (=iemand wat wijsmaken, met praatjes foppen)
- iemand op zijn voorman zetten (=iemand nadrukkelijk op zijn plicht wijzen)
- iemand uitmaken voor rotte vis (=iemand uitschelden voor alles wat mooi en lelijk is)
- iemand voor het hoofd stoten (=iemand beledigen of kwetsen)
- iemand voor het lapje houden (=iemand iets wijs maken of voor de gek houden)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- iemand voor paal zetten (=iemand belachelijk maken of vernederen.)
- iemand voor vol aanzien (=iemand serieus nemen en respecteren.)
- iets mannetje voor mannetje doen (=iets strikt volgens plan uitvoeren)
- iets voor de boeg hebben (=nog werk te doen hebben. / Nog iets mee moeten maken)
- iets voor de kat zijn viool doen (=iets voor niets doen)
- iets voor een appel en een ei verkopen (=voor een erg lage prijs verkopen)
- iets voor geen goud willen doen (=iets absoluut niet willen doen)
- iets voor het voetlicht brengen (=iets onder de aandacht brengen)
- iets voor Jan Joker doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
- iets voor Jan Lul doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
- iets voor zijn verantwoording nemen (=iets op zich nemen)
- iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
- iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
- je beste beentje voor zetten (=je uiterste best doen)
- je de wet niet voor laten schrijven (=geen bevelen accepteren van een ander)
- je moet een paard niet doodknuppelen, voordat je thuis bent. (=te veel haast kan wel eens vertraging opleveren)
- je moet geen `hei` roepen voordat je de brug over bent (=vreugde over een goede afloop is pas toepasselijk als er niets meer verkeerd kan gaan)
- je mond voorbij praten (=meer zeggen dan dat er gezegd mag worden en/of het verklappen van een geheim)
- je neus voor iets ophalen (=iets minderwaardig achten)
- je ogen voor iets sluiten (=doen alsof iets er niet is)
- je schaduw vooruit werpen (=zich onheilspellend aankondigen)
556 betekenissen bevatten `voor`
- het laken door het oog van de schaar halen. (=een deel voor jezelf houden.)
- een verborgen agenda hebben (=een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband)
- een te grote broek aantrekken (=een doel stellen waarvoor je niet de benodigde middelen hebt)
- voor het inkoppen hebben (=een eenvoudige kans om in een discussie een punt te maken dankzij een voorzet van een ander)
- een wolf in schaapskleren (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- een wolf in de schaapskooi. (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- vechten tegen de bierkaai (=een gevecht aangaan dat al bij voorbaat verloren is)
- het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
- eet vis, als er vis is. (=een gunstige gelegenheid moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.)
- een kring om de zon brengt water in de ton. (=een halo rond de zon voorspelt meestal regen)
- een slimme vogel (=een handig persoon met overal een oplossing voor)
- een heilig huisje (=een herberg - een (voor de betrokkene) onaantastbare waarheid)
- het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
- een klein visje een zoet visje (=een klein voordeel of winstje dat met weinig moeite is verkregen)
- een land van melk en honing zijn (=een land waar het goed en voorspoedig leven is)
- een blok aan het been (=een last zijn voor iemand anders.)
- iets in petto houden (=een mededeling voor later bewaren)
- één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
- een pleister op een houten been (=een nutteloos voorstel)
- de bui zien hangen (=een ongunstige situatie aanvoelen voordat deze zich daadwerkelijk voordoet)
- het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
- conditio sine qua non (=een onvermijdelijke voorwaarde)
- een tegenslag (=een onverwacht nadelig feit of voorval)
- iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
- een ijzer in het vuur hebben (=een plan hebben dat nog onbekend is voor de buitenwereld)
- iets op een procrustesbed leggen (=een regeling zo toepassen dat hij er voordeel van heeft)
- een appeltje voor de dorst (=een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen)
- op dood spoor zitten (=een situatie waarin er geen vooruitgang of hoop is)
- er bekaaid (van) afkomen (=een te lage prijs ervoor krijgen)
- een bonte kraai maakt nog geen winter (=één voorbeeld is niet genoeg om een definitief besluit te nemen)
- iets te berde brengen (=een voorstel doen; iets ter sprake brengen)
- een bedrijvige Martha zijn (=een zeer ijverige vrouw zijn (Martha= bijbels symbool voor hardwerkende huisvrouw))
- het kind bij de naam noemen (=eerlijk voor de mening uitkomen)
- niet over een nacht ijs gaan (=eerst nadenken voor men iets doet - geen risico`s nemen)
- het hemd is nader dan de rok (=eigen familie gaat voor)
- de gek in de mouw dragen (=eigenaardigheden verbergen voor anderen)
- elkaar bij de neus nemen (=elkaar voor de gek houden)
- elkaar de bal toespelen (=elkaar voordeeltjes bezorgen)
- er oog voor hebben (=er de waarde van inzien of aandacht voor hebben)
- er een puntje aan kunnen zuigen (=er een goed voorbeeld aan kunnen nemen)
- er niet aan kunnen tippen (=er een voorbeeld aan kunnen nemen)
- er een slaatje uit slaan (=er een voordeeltje uit halen)
- er geen gat in zien (=er geen oplossing meer voor zien)
- er geen heil in zien (=er geen voordeel in zien)
- goed je mondje kunnen roeren (=er goed voor zorgen dat je mening wordt gehoord)
- met tijd en stond, gaat men de wereld rond. (=er is een juiste tijd is voor alles en sommige dingen hebben tijd nodig)
- het kan er niet af (=er is niet genoeg geld voor)
- er koksgast van blijven (=er niets van krijgen , er geen vooruitgang mee maken)
- met de sok op de kop gezet (=er onbewust door toedoen van anderen voor joker bijlopen)
- er de handen voor op elkaar krijgen (=er steun (applaus) voor krijgen)
50 dialectgezegden bevatten `voor`
- al geeste op zene kop ston (=voor geen geld ter wereld) (Munsterbilzen - Minsters)
- al steeste op zene kop (=voor geen geld ter wereld) (Munsterbilzen - Minsters)
- alle vrijers benn'n riek (=een vrijer doet zich graag beter voor dan hij is) (Westerkwartiers)
- allee treute, we zijme vuurt, ik zal eu thuis ne kier tuugen woar dat Belfort echt stoat (=kom schat, we gaan naar huis voor een romantische nacht) (Gents)
- alles haet ein inj, mer ein worst haet d’r twieë (=niets bestaat voor altijd; alles is eindig) (Heitsers)
- Alles voor 't jong (=Alles over voor m'n kind) (Brabants )
- alling de zön geet vuur nieks op (=alleen de zon gaat voor niks op) (Sjeeter plat)
- Allus is voor Bassie (=Ik neem alles zelf wel) (Rotterdams)
- Amai, dje gôat zekers oep oer groot êit (=Je komt er goed voor (iemand die sjiek gekleed is) ) (Walshoutems)
- Angst is veur korte tied , spiet veur altied (=Angst is voor korte tijd , spijt voor altijd) (Achterhoeks)
- Anmun grope (=Houdt een ander voor de gek) (Flakkees)
- anne van de korre of trouën (=niet vrijen voor het trouwen) (Meers)
- apegatje (=koosnaam voor geliefd kind) (Amsterdams)
- appelblaazeegroen (=een kleur waar men eigenlijk geen naam voor heeft) (Sint-Niklaas)
- appeltsje foor de dust (=appeltje voor de dorst) (Leewarders)
- as 'nne pestoeër boeëtermèllek dreenktj en 'nne boor wiên, staeke ze allebei-j in gein good vel (=doe je niet anders voor dan je bent) (Weerts)
- As 't einen hónd waas, hat te dich al lang gebete (=Je kijkt erover heen, maar het staat vlak voor je) (Venloos)
- as ‘t waer neet good is op vaars hui, is ‘t toch good op moors kuuel (=het weer is altijd voor iemand goed (of niet); regen is niet fijn als er -door vader- gehooid moet worden, maar wel fijn voor -moeders- moestuin) (Heitsers)
- As d-iene aand de aandre waast, worden ze beiden skone. (=De een helpt de ander zonder er geld voor te vragen) (Giethoorns)
- As d'iene haand de aandre waast, worden ze beide skone (=De een helpt de ander zonder er geld voor te vragen) (Giethoorns)
- As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor 'slaat' (=De verleiding) (Giethoorns)
- As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor slaat (=verleiding) (Giethoorns)
- as de wichter groeët zeen, doon zeuj de aojers nao béd (=kinderen zorgen later voor hun ouders) (Weerts)
- as ge da durft doen zidde strafboar (=strafbaar voor de wet) (Sint-Niklaas)
- as het no 5 oor drug blift hebben de ouj wiever kirmis (=als het na 5 uur ophoudt met regenen blijft het voor die dag droog) (Maasbrees)
- As je ut over de duivel heb trap ie m op zijn steert. (=we hebben het net over je (als je het over iemand hebt en plotsklaps staat hij / zij voor je) (Utrechts)
- as moin tante wielekes at, was' t e keireke (=Gij hebt voor alles een excuus) (Buggenhouts)
- as tër daud zin vër de naach (=schrik hebben voor de dood) (Munsterbilzen - Minsters)
- asje 'n ków wiltj mêlleke, mójjen uch bukke (=daar moet je iets voor over hebben) (Weerts)
- aste grütter wils tene dan daste bès, geeste ne kër dür zen been zakke (=doe je nooit groter voor dan je bent, je benen kunnen die weelde niet dragen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste ieëver de koestal wils springe, konste wol èn de verkësstal teraech koeëme (=hoogmoed komt voor de val) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste kénner sjiks, kraajgste kénner taus (=verstand komt nooit voor de jaren) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste viël kamëraote hëbs, kraajgste ook viël vijande (=als je buigt voor de ene, laat je de andere je achterste zien) (Munsterbilzen - Minsters)
- astë wils dat ët miëlëke blif draeë, moeste zërge dattër genoeg wènd ès (=als je wil dat je goed kan leven, moet je zorgen voor inkomsten) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste zelf biëls hoesset zenen hond nie te kommendiëre (=hou je bevelen voor je zelf) (Bilzers)
- attër kos, zoo tër zën eege jing nog verkope (=voor geld zou hij alles verlappen, als hij kon !) (Munsterbilzen - Minsters)
- attër kos, zoo tër zën eege jing nog verkoppe (=voor geld doet die alles !) (Munsterbilzen - Minsters)
- attet menen hond wos, hochter dich al gebiëte (=kijk eens wat beter, het ligt voor je voeten!) (Munsterbilzen - Minsters)
- Attet nen hond wor hochter dich allang gebiëte (=Het ligt voor je neus en je ziet het niet) (Bilzers)
- aunbiddink: In gediereg aunbiddink zitt'n (=Domweg voor zich uit staren) (Lebbeeks)
- awas pakean, tjet baroe (=pas op voor je kleren, pas geverfd.) (Marine jargon (veelal Maleis))
- Azzen fullem. (=Iets onverwachts, dat zich voor je ogen afspeelt.) (Zaans)
- bae mér ne goeje vür mich (=bid er maar ééntje voor mij) (Bilzers)
- baeter een vlieg èn de sop, dan heilegans gee vlees (=excuseer voor die vlieg in de soep!) (Munsterbilzen - Minsters)
- bang hon bieëlë het helste (=je hoeft niet bang te zijn voor iemand die en grote mond zet) (Munsterbilzen - Minsters)
- Bange veur d' eierkorf (=Angst voor de dood) (Giethoorns)
- Bange veur d'eierkorf (=Angst voor de gezondheid) (Giethoorns)
- bau et hat van vol ès, lëpte mond van iëver (=geluk kun je niet voor jezelf houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau geet dae....mèt dat menneke hiën (=dat is veel te groot voor u!) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau geet dat ménnëke mèt dae surtoe hiën (=die overjas is wat te groot voor zo'n ventje) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen