1217 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `in`
- dat is nog geen haaienvin waard (=waardeloos)
- dat is schering en inslag (=dat komt bijzonder vaak voor [onderdelen van een weefgetouw])
- dat is van de Chinese kerk. (=dat is een gerucht.)
- dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
- dat kan hij in zijn zak steken (=dat is raak - die zit!)
- dat kan ik wel in mijn holle kies stoppen (=dat is wel een heel klein beetje)
- dat ligt hem in zijn mond bestorven (=daar spreekt hij veel over)
- dat loopt op zijn einde (=het is bijna afgelopen)
- dat past als een vuist in een oog (=dat past helemaal niet)
- dat sluit als een haspel in een zak (=dat raakt kant noch wal)
- dat staat niet in zijn woordenboek (=dat kent hij niet, daar doet hij niet aan mee, heeft hij nog nooit van gehoord)
- dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
- dat zal hem geen windeieren hebben gelegd (=daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben)
- de aanhouder wint (=wie volhoudt, zal uiteindelijk succes hebben.)
- de aanval is de beste verdediging (=je kunt in een strijd of ruzie beter zelf actie ondernemen dan afwachten)
- de aap binnen/weg hebben (=het geld ontvangen hebben)
- de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
- de baard in de keel hebben (=overgang van kinderstem naar volwassen stem)
- de bak indraaien (=gevangen genomen worden)
- de bazuin steken (=de lof verkondigen)
- de Benjamin zijn (=het lievelingetje zijn)
- de bezem in de mast voeren (=de baas zijn en leiding hebben)
- de bodem inslaan (=vernietigen (bv.: de hoop de bodem inslaan))
- de boel in het honderd sturen (=in de war maken/verstoren)
- de centen dansen hem in de zak. (=hij kan niets sparen)
- de dans ontspringen (=niet in het onheil betrokken worden)
- de deugd zit in het midden. (=gezegd als iemand tussenin zit)
- de dingen bij hun naam noemen (=zeggen waar het op staat)
- de dingen op hun kop zetten (=de dingen verkeerd of omgekeerd bekijken)
- de dood kent geen lieve kinderen (=ieder moet sterven)
- de drager kan het beste zeggen waar de schoen wringt (=degene die een probleem heeft, kan de kern van dit probleem vaak het scherpste benoemen)
- de duivel op het kussen binden (=met iedereen raad weten)
- de economie zit in de lift (=de economie groeit)
- de een rokkent wat de ander spint (=roddelen)
- de eindjes (niet) aan elkaar knopen (=(niet) rond komen (met z`n inkomen))
- de gek in de mouw dragen (=eigenaardigheden verbergen voor anderen)
- de gestadige jager wint (=regelmatig doorzetten geeft het beste resultaat)
- de grond onder zich voelen wegzinken (=beschaamd zijn , geen oplossing meer zien)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
- de hakken in het zand zetten (=zich opstellen als felle tegenstander van een voorstel of ontwikkeling, zonder de bereidheid te zoeken naar positieve aspecten of naar compromissen)
- de hand in eigen boezem steken (=zijn eigen fout inzien)
- de handen in de schoot (=werkloos)
- de haring braadt hier niet (=het gaat niet zoals het zou moeten)
- de haring braden om de hom of kuit (=iets opofferen om een kleinigheid)
- de haring hangt aan zijn eigen kieuwen (=men dient verantwoording te nemen voor de eigen daden)
- de haring over de kop varen (=het doel voorbijschieten)
- de haringvijver (=de Noordzee)
- de hoek in de keel hebben (=verliefd zijn)
- de hond in de pot vinden (=te laat zijn voor het eten (alles is op))
1465 betekenissen bevatten `in`
- te goeder naam en faam bekend staan (=bekend staan voor goede dingen)
- aan het licht komen (=bekend worden van ongunstige dingen)
- van je buik een afgod maken (=belang hechten aan lekker eten en drinken)
- wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken door kleine dingen)
- heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
- heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
- de toon aangeven (=bepalen welke richting het op gaat)
- op een kratje zitten als dat nodig is (=bereid zijn om je aan te passen aan minder luxe)
- de grond onder zich voelen wegzinken (=beschaamd zijn , geen oplossing meer zien)
- onder dak zijn (=bescherming genieten - behoren bij)
- er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
- een reef in het zeil doen (=besnoeien in de uitgaven, bezuinigen)
- boter bij de vis (=betaling bij de levering)
- beter onbegonnen dan ongeeindigd (=beter niet beginnen als men het niet kan afwerken)
- geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
- goed uit de verf komen (=beter tot uiting komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
- ons kent ons (=betrekkelijk afgesloten clubje mensen dat onderling de zaken regelt)
- met hangende pootjes thuiskomen (=bewust van schuld (thuis)komen / zeer tegen zijn zin)
- de broodkorf hoger hangen. (=bezuinigen)
- captie maken (=bezwaren/aanmerkingen maken)
- buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
- op de poot spelen (=bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan/razen)
- de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
- op een oor na gevild zijn (=bijna in orde zijn)
- in het oog houden (=binnen het gezichtsveld houden)
- in het oog hebben (=binnen het gezichtsveld zijn)
- vasthouden aan een strootje (=blijven hopen op een kleine kans.)
- de ogen verblinden (=blind maken voor de waarheid)
- in den blinde (=blindelings)
- in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
- elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- met opgestoken/opgestreken/opgezet zeil naar iemand toe gaan (=boos naar iemand toe gaan of boos bij iemand binnen komen)
- kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
- uit je dak gaan (=buiten zinnen raken)
- door merg en been gaan/dringen/snijden (=buitengewoon kwetsend of doordringend zijn)
- een lijntje trekken (=cocaïne snuiven)
- voor het zingen de kerk uit (=coïtus interruptus)
- steen en been klagen (=constant en hevig klagen. (klagen bij alles wat heilig is, bv. botten (=been) in een graf (=steen)))
- daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
- dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
- daar is een haartje in de boter (=daar is ruzie of wrijving)
- daar valt wel een mouw aan te passen (=daar is wel een oplossing voor te vinden)
- dan zijn we nergens (=dan is er geen oplossing)
- dat gaat erin als klokspijs (=dat gaat er gemakkelijk in)
- dat gaat zo tussen neus en mond (=dat gebeurt in een verloren ogenblik)
- het scheelde maar een haartje (=dat ging maar net goed)
- dat ging van een leien dakje (=dat ging vanzelf)
- zo gaan er twaalf in het dozijn (=dat heeft weinig waarde)
50 dialectgezegden bevatten `in`
- 't Es kirmess' in d' elle (=Het regent terwijl de zon schijnt) (Evergems)
- 't Es Kirmesse in d'helle (=regen en zonneschijn ter zelfde tijd) (Lovendegems)
- 't es rosse Jan (=er is ruzie in huis) (winksels)
- 't es van d'nond zèn kluëten (=dat is niet in orde) (Meers)
- 't eten is pikant (=dat eten brandt in mijn keel) (Sint-Niklaas)
- 't gat in zien (=vertrekken, vertrokken zijn) (Veurns)
- 't Gat in zien / 't schip op zien / anzetten / ze schupp' ofkuschen (=Vertrekken) (Veurns)
- 'T geit in de sjräöm, 't geit in de pepiere (=Het loopt in de papieren.) (Roermonds)
- 't geluk het 'em de rug toekeerd (=het geluk heeft hem in de steek gelaten) (Westerkwartiers)
- 't gieët d'n oôve in (=als iets door gaat) (Weerts)
- 't gieët d'r lachendjes in en keumtj d'r huulendjes oet (=geboorte van een kind) (Weerts)
- 't Glim azz 'n hondekullechie in de maneschijn (=Het glimt / glanst heel erg) (Hoeksche Waards)
- 't go dor nie goe (=’t gaut dau nie goed (er is daar ruzie, bijvoorbeeld in een gezin, een bedrijf) (Meers)
- 't goa noog in ne reedn (=het is (het lijkt) aanvaardbaar) (Waregems)
- 't Goa ree'nen, de verkens luup'n mee struut in uir muile (=Wanneer iemand een sigaar of sigaret rookt) (Lierdens)
- 't Goan veel zèèn in nuh zak (=Men zegt zovéél...) (Eekloos)
- 't goar'n zit ien tuus (=het garen zit in de war) (Westerkwartiers)
- 't groeën stoet al in d'oeër'n (=de aren van het graan zijn reeds geschoten) (Meers)
- 't hoan veel zehhers in ne zak, en noh mjir in e peirdemandn zonder hat (=pratn is gemakkelijk) (Izegems)
- 't ieën buiten 't ander (=alles in aanmerking genomen) (Wichels)
- 't ieën mee 't ander (=alles in aanmerking genomen) (Kaprijks)
- 't in zèen sterre krèegen (=het idee krijgen) (Wichels)
- 't is dik veur 'n anner (=het is prima in orde) (Westerkwartiers)
- 't is duuveltjeskaarmis, tis kaarmis in d'hel (=zon die schijnt bij regen) (Antwerps)
- 't is e goe menojewuuf (j van Jules) (=die vrouw is goed in het huishouden) (Veurns)
- 't is een scheed in de zak (=het is een maat voor niets) (Kaprijks)
- 't is êm gescheedn in gespooën (=hij lijkt helemaal op hem) (Kaprijks)
- 't is green at (=er zit een haar in de boter) (Booms)
- 't is gruen hout (=ze hebben ruzie in het huishouden) (Antwerps)
- 't is hi'jt int kot (=Het is heet in huis) (Luyksgestels)
- 't is iets in zijn kele geschodn (=iemand die zich verslikt) (Kaprijks)
- 't Is in de saccoche! (='t is geregeld!) (Veurns)
- 't Is in de sacoche! (=Het is in orde) (Antwerps)
- 't is in de sakosje (=het is geregeld) (Kaprijks)
- 't is in de zjakos (='t is in orde / opgelost) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- 't is in z’n rugge ëscheuten, (='t is in z'n rug geschoten) (Huizers)
- 't is kèiremis in d'elle (=regenen bij zonneschijn) (Dendermonds)
- 't is kermis in del (=Het regent terwijl de zon schijnt) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- 't Is kerremus in dur hel/ De Engeltjies piese weer naar beneê (=Als het regent terwijl de zon schijnt) (Utrechts)
- 't is kjirremes'in uis (=ruzie in het huishouden) (Kaprijks)
- 'T is leek regenen op in eende (=Geen enkel effect sorteren) (Maldegems)
- 't is net ne OAD busse, d'r zit altied wat in (=vaak zwanger zijn) (Twents)
- 't Is nog neet waerd dejje 't 'nen ezel in zien oeëre schödtj (=Het heeft niks op de kous) (Weerts)
- 't is ow vel in bieën [vel en been] (=hij / zij is graatmager) (Kaprijks)
- 't Is van pis in bedde nao poep in bedde. (=de verandering maakt het niet beter) (Kampers)
- 't is veele volk in de stoasje: gezegd van een weelderige boezem (=er is veel volk in de statie) (Klemskerks)
- 't Is vele voak in de stoasje (=Ze heeft zware borsten) (Veurns)
- 't is water en wijnd (=er zit geen voeding in) (Huizers)
- 't Is weer hoogwater in de polder. (=Hoge nood (kleine boodschap)!) (Zaans)
- 't kan nie op! (=de bomen groeien tot in de hemel) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen