399 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `heb`
- een keel als schuurpapier hebben (=een erg droge keel (keelpijn) hebben)
- een klap van de molen (beet) hebben (=niet goed bij het verstand zijn)
- een klap van de molen gekregen hebben (=niet goed meer bij verstand zijn)
- een klein hartje hebben (=weinig durven/gauw bang zijn)
- een kronkel in je hersens hebben (=vreemde gedachtes hebben)
- een krop in de keel hebben (=emotioneel aangedaan zijn)
- een kruiwagen hebben (=geholpen worden)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een ander (=speciaal willen zijn)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een gewoon mens (=zich een beetje aanstellen)
- een kwade dronk hebben (=dronken zijn en slecht geluimd)
- een laars aanhebben (=dronken zijn)
- een lange arm hebben (=iemand zelfs vanaf een grote afstand nog dwars kunnen zitten)
- een lelijke noot met iemand te kraken hebben (=met iemand nog iets af te rekenen hebben)
- een loden pijp hebben (=een hete vloeistof snel kunnen opdrinken)
- een losse tong hebben (=te veel babbelen)
- een mier in de broek hebben (=ongeduldig zijn)
- een mot in de maag hebben (=honger lijden)
- een olifantshuid hebben (=veel kunnen verdragen)
- een onbekookt plan (hebben) (=een plan hebben waar niet goed over is nagedacht)
- een oogje op iemand hebben (=tedere, mogelijk verliefde, gevoelens voor iemand koesteren)
- een open oog voor iets hebben (=voor iets open staan)
- een paling (snoek) gevangen hebben (=iemand die per ongeluk in het water is gevallen)
- een peer op hebben (=dronken zijn)
- een plaat voor je hoofd hebben (=kortzichtig zijn, niet open staan voor de omgeving)
- een potje te vuur hebben staan (=iets onaangenaams te verwachten hebben)
- een roze bril op hebben (=verliefd op iemand zijn en hierdoor zijn/haar mindere kanten niet zien)
- een schollekop (vissenkop) hebben (=een boeventronie hebben)
- een snee in de neus hebben (=dronken zijn)
- een snee in het oor hebben (=dronken zijn)
- een snor aan hebben (=lichtjes dronken zijn)
- een staart om hebben (=kwaad zijn)
- een stalen voorhoofd hebben (=onbeschaamd zijn)
- een streepje voor hebben (=meer mogen dan een ander, minder gauw straf krijgen)
- een stuk in zijn kraag hebben (=dronken zijn)
- een tik aanhebben (=te veel gedronken hebben)
- een verborgen agenda hebben (=een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband)
- een vinger in de pap hebben (=ergens iets in te zeggen hebben, invloed hebben)
- een voet in de stijgbeugel hebben (=uitzicht hebben op bevordering)
- een wild haar in de neus hebben (=onbezonnen en wild zijn)
- een zak zout met iemand gegeten hebben (=iemand al lang kennen)
- een zilveren dak op het huis hebben (=wonen in een huis dat gebouwd is met geleend geld)
- een zwaar hoofd in iets hebben (=er weinig kans in zien)
- een zwak voor iets of iemand hebben (=iets/iemand leuk of aardig vinden)
- er de balen van hebben (=iets niet meer leuk vinden en willen dat het stopt)
- er de hand in gehad hebben (=eraan meegewerkt hebben, met raad of daad)
- er de mond vol van hebben (=praten over de zaken die iemand bezighouden)
- er de wind onder hebben (=de schrik erin hebben zitten bij ondergeschikten)
- er een broertje aan dood hebben (=er een hekel aan hebben)
- er een handje van hebben (=hinderlijke gewoonte, als iemand de kans ergens toe ziet die ook nemen, een ander het werk laten doen)
- er een hele kluif aan hebben (=er een heel probleem aan hebben)
428 betekenissen bevatten `heb`
- een geheugen als een garnaal (=een zeer slecht geheugen hebben)
- voor de kat zijn viool iets hebben gedaan (=een zinloze inspanning hebben geleverd)
- recht in zijn schoenen lopen/staan (=eerlijk zijn, niets misdaan hebben)
- de haren uit het hoofd trekken (=enorm veel spijt hebben)
- er oog voor hebben (=er de waarde van inzien of aandacht voor hebben)
- de smoor in hebben (=er een geweldige hekel aan hebben)
- balen als een stier (=er een gloeiende hekel aan hebben)
- er een hele kluif aan hebben (=er een heel probleem aan hebben)
- de pest aan iets (gezien) hebben (=er een hekel aan hebben)
- het zuur hebben (=er een hekel aan hebben)
- er een broertje aan dood hebben (=er een hekel aan hebben)
- er het land aan hebben (=er een hekel aan hebben)
- je handen jeuken (=er erg veel zin in hebben te beginnen)
- al voor heter vuren gestaan hebben (=er erger meegemaakt hebben)
- er geen kind aan hebben (=er geen last mee hebben)
- er geen kaas van hebben gegeten (=er geen verstand van hebben)
- er verstand van hebben als een kraai van een zaterdag (=er geen verstand van hebben)
- het niet begrepen hebben op (=er geen zin in hebben - liever niet hebben)
- er zijn buik van vol hebben (=er genoeg van hebben)
- er geen tittel of jota van afweten (=er helemaal geen kennis van hebben)
- er een muisje van hebben horen piepen (=er iets van gehoord hebben)
- met tijd en stond, gaat men de wereld rond. (=er is een juiste tijd is voor alles en sommige dingen hebben tijd nodig)
- er kaas aan hebben (=er maling aan hebben)
- geen twee kapiteins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
- er part noch deel aan hebben (=er niets van weten of niet aan deelgenomen hebben)
- kunnen maken en breken (=er veel macht over hebben)
- er de hand in gehad hebben (=eraan meegewerkt hebben, met raad of daad)
- op rozen zitten (=erg gelukkig zijn en goed hebben)
- iemand wel kunnen villen (=erg kwaad zijn op iemand / Een erge hekel hebben aan iemand)
- je geradbraakt voelen (=erg moe zijn en diverse pijnen hebben)
- in zijn sas zijn (=erg tevreden met iets zijn of plezier met iets hebben)
- je handen dichtknijpen (=erg veel geluk hebben)
- spijt hebben als haren op zijn hoofd (=erg veel spijt hebben)
- op voet van oorlog zijn/leven (=erge ruzie hebben)
- goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezittingen, bloed=het leven))
- naar iets talen (=ergens belangstelling voor hebben)
- zeeën van tijd hebben (=ergens erg veel tijd voor hebben)
- iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
- van iets zoveel verstand hebben als een koe van saffraan eten (=ergens geen verstand van hebben)
- het de keel uithangen (=ergens genoeg van hebben)
- je bekomst ergens van hebben (=ergens genoeg van hebben)
- lont ruiken (=ergens het vermoeden toe hebben / het gevaar tijdig aanvoelen)
- een vinger in de pap hebben (=ergens iets in te zeggen hebben, invloed hebben)
- dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
- niet op mijn weg liggen (=ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien)
- ergens een potje te vuur hebben staan (=ergens noch wat zeer ongunstigs te verwachten hebben)
- de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
- voor iemand of iets zijn petje afnemen (=ergens respect voor hebben)
- van Teeuwes nog Meeuwes weten (=ergens van helemaal geen verstand hebben)
- verstand hebben van gekookt eten. (=ergens verstand van hebben.)
50 dialectgezegden bevatten `heb`
- ' k zag èm permentelijk (=ik heb hem zeker (duidelijk, wezenlijk) gezien) (Sint-Niklaas)
- ' k zit mé ' t bisjten (=ik heb jicht) (Aalsters)
- ' keb m' narses gestote (=ik heb mijn hoofd gestoten) (Oudenbosch)
- ' ksoe kun' n un pèèrd de rugge oit eetn, ' k ben skeel van d' n ouwre (=ik heb zeer grote honger) (Waregems)
- ' t groeit mij boov' m de kop (=ik heb het overzicht niet meer) (Westerkwartiers)
- ' t Rare aan gelök is: es te gelök höbs den höbs te geldj g' hadj! (=Het rare aan geluk is: als je geluk hebt, heb je geld gehad!) (Kinroois)
- a 'k ut uut ae (=als ik het uit heb) (Zeeuws)
- a jie ' t eh mok ' t ok eh (=als jij het heb moet ik het ook hebben) (Zeeuws)
- a-ge oewèège nie kietelt, hè de nôot niks (=wanneer je jezelf niet verwent, heb je nooit iets) (Tilburgs)
- A'j om t geald trouwd bint, he'j ne koo in n stal en n vearkn in berre! (=Als je om het geld bent getrouwd heb je een koe in de stal en een varken in bed.) (Twents)
- a' j ' n kearl nödig hebt is heej d' r ook nooit (=heb je hem een keer nodig, is hij er weer niet) (Twents)
- aal waj in gaten heb n, oevie in de bult'n niey te zuuk'b (=als je het in de gaten hebt, hoef je het in de bulten niet te zoeken) (Klazienaveens)
- aan heur heb 'k gien boodschap (=met haar wil ik niets van doen hebben) (Westerkwartiers)
- ad ye, aye - ew ye, eye (aye is dus vt van eye), wat adje dan nog? ew je ok nog? wat aye? wat eye nau wir edoon! (=had jij, had je - heb jij, heb je) (Urkers)
- aet mér vêr den hoenger wo kump (=heb je geen honger, eet toch maar wat) (Munsterbilzen - Minsters)
- ai geen kop heb kun ie ook nie uut roam kiekn (=als je geen hoofd hebt kun je ook niet uit het raam kijken) (Sallands)
- Aj niks zeit hej ok niks te verantwoord'n. (=Wanneer je niets zegt, heb je ook niets te verwantwoorden.) (Twents)
- Ak 't bij het goeie ende hebbe (=Als ik het bij het goede eind heb) (Hoogeveens)
- als je het lef het, het ut lef eunsch (=heb het lef eens) (Utrechts)
- amai minne frak; kust nô min kloûten (=wat heb je me daar? wat gebeurt daar zeg?) (Sint-Niklaas)
- As 't brij reegent heb iederêên een lepel nôôdig (=Als ergens veel behoefte aan is, is het vaak slecht te krijgen) (Hoeksche Waards)
- as de as brèktj vèltj de ker (=aan een ‘als redenering’ achteraf heb je niks) (Heitsers)
- as dit neet good is lègks se d’r de kop mer bie neer (=als je dit niet lust dan heb je pech) (Heitsers)
- as ich daaj zien, hëb ich gëaetë en gedroenkë (=van die heb ik buik en ogen vol) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ich mëne mond rier, zitste al op mich (=ik heb hier helemaal niets te zeggen !) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ik lieg, dan lieg ik ien commizzie (=ik heb het van horen zeggen) (Westerkwartiers)
- As is verbraande törf (=Aan `als` heb je niks) (Drents)
- ás je t over de duvel heb trep ie m op z'n steert (=hé daar komt die / zij / hij aan . (vanuit het niets, terwijl er over gesproken werd. )) (Utrechts)
- As je ut over de duivel heb trap ie m op zijn steert. (=we hebben het net over je (als je het over iemand hebt en plotsklaps staat hij / zij voor je) (Utrechts)
- as se hei haads gevraete, haads se baesems kinne sjiete (=aan een ‘als-redenering’ achteraf heb je niks) (Heitsers)
- assët aoën dich ès, höbsët zitte (=als je het aan de hand hebt, heb je het zitten) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste graot¨s hoëning wils pikke, moeste de stieke van de bienen ter mér bijpikke (=alle goed heeft ook zijn slechte kanten elke voordeel heb zijn nadeel(Cruyff)) (Munsterbilzen - Minsters)
- astë knaajn hëbs, moeste de kiëtële tërbij pakke (=elk voordeel heb zijn nadeel (Johan Cruyff)) (Munsterbilzen - Minsters)
- Asto de 1e hazze hast, hast de twadde hazze hast... (=als je de 1e haas hebt, heb je de 2e bijna....) (Fries)
- azoan raobe ek no nie gezien (=zo een groot hoofd heb ik nog niet gezien) (Evergems)
- bau deed het paajn, (=wat heb je nu weer aangevangen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau ën hin dab, moet ze ook aeitë (=als je ergens werkt, heb je daar oook recht op eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau hëbs tich daaj vërkaddighèts wol opgesjaard (=waar heb jij die verkoudheid wel opgedaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau hübste dae kaa opgerop (=waar heb je die verkoudheid opgedaan?) (Bilzers)
- bau hübste de heil daog toch mèr autgehange (=waar heb je zolang gezeten?) (Munsterbilzen - Minsters)
- ben zat (=ik heb genoeg gegeten) (Hogelandsters)
- Ben zat (=Ik heb genoeg gegeten) (Gronings)
- bendal wiesse (n) appe? (=heb je je al een gebit laten aanmeten?) (Oudenbosch)
- bendal wiesse strooje? (=heb je het communicantje al gefeliciteerd?) (Oudenbosch)
- bende vantjaor al dikkopkus wiesse vange? (=heb je dit jaar al kikkervisjes gevangen?) (Oudenbosch)
- bende vorzien van pòte en òre? (=heb je alles wat je nodig hebt?) (Nieuw-vossemeers)
- besjijt tich mér nie (=oei, heb maar geen schrik) (Munsterbilzen - Minsters)
- béste onder de vekantse noë sjoël gewés (=waar heb je dat geleerd?) (Bilzers)
- Beter in de wiede wêreld dan in zoe een klèèn buuksje (=Ik heb een luide wind gelaten) (Nieuwpoorts)
- boint' n: ' k Em ' n boint' n vé aa (=Ik heb een voorkeur voor jou (ook `een vlammetje voor jou`) ) (Lebbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen