152 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ba`
- iets aan banden leggen (=ervoor zorgen dat iets zich niet verder kan uitbreiden)
- iets in goede banen leiden (=ervoor zorgen dat iets goed verloopt)
- iets op de lange baan schuiven (=iets uitstellen)
- in de ban zijn van iets (=zo erg in iets geïnteresseerd zijn dat je aandacht alleen nog maar daarop kunt richten)
- in de hanenbalken (=zeer hoog , op zolder)
- je doet de boter in de pan, maar bakt er niks van (=denken dat je iets begrijpt, terwijl je dat niet doet)
- je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
- je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
- keur baart angst. (=bang zijn om niet de goede keuze te maken door een teveel aan opties)
- koffen en smakken zijn waterbakken (=dat soort dingen kan veel doorstaan)
- kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
- lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
- met de gebakken peren blijven zitten (=voor de moeilijkheden opdraaien)
- met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
- met gouden balken (=met een hypotheek (met lening))
- naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat))
- neemt uw tijd te baat, te vroeg is beter dan te laat. (=wacht niet tot het te laat is)
- oefening baart kunst (=door veel te oefenen verbeteren de prestaties)
- ook de ceders van Libanon worden afgehouwen (=ook heilige dingen vergaan)
- op de baan lopen (=tippelen)
- op de lange baan schuiven (=iets uitstellen of vertragen.)
- op een gladde baan/weg zijn (=zijn ondergang tegemoet gaan)
- op het zondaarsbankje zitten (=schuld bekennen)
- op je baadje krijgen (=een pak slagen krijgen)
- op je tabbaard/tabberd zitten (=afranselen)
- over de balk gooien (=onnodig geld uitgeven voor zaken die niet nodig zijn)
- redenering van Jan Kalebas (=dwaze onlogische redenering)
- ruim baan maken (=voldoende plaats maken)
- spelen om des keizers baard (=spelen om de eer)
- tabak van iets hebben (=iets niet langer willen)
- twaalf ambachten, dertien ongelukken (=wie telkens van beroep verandert, slaagt uiteindelijk nergens in)
- twisten om des keizers baard (=om kleinigheden ruzie maken)
- uit de band springen (=uitbundig plezier maken, zonder rekening te houden met de regels van orde en fatsoen)
- uit dezelfde klei gebakken zijn (=dezelfde afkomst hebben)
- va banque spelen (=roekeloos spel spelen)
- van stuurboord naar bakboord zenden (=van het kastje naar de muur sturen)
- van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
- vechten om `s keizers baard (=vechten om niets)
- verbaas u niet, verwonder u slechts (=letterlijk)
- volgens bartjens (=de allereenvoudigste rekenstof (als referentie aan onderwijzer Willem Bartjens die een bekend rekenboekje schreef))
- voor God een baard van vlas maken (=schijnheilig zijn)
- voor stoelen en banken praten (=maar weinigen die naar iemands verhaal luisteren)
- wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil)
- wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert)
- wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
- wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
- zeven kleuren bagger schijten (=erg bang zijn)
- zich gedragen als een baars (=zeer onhandig zijn)
- zinken als een baksteen (=direct zinken (niet kunnen zwemmen))
- zo vast staan als een muts met zeven keelbanden (=erg vast staan)
156 betekenissen bevatten `ba`
- kijken als een schelvis (=lodderig, dom of onbetrouwbaar kijken)
- de ene bedelaar ziet de andere niet graag voor de deur staan (=men is bang voor concurrentie)
- wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (=mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
- bepakt en bezakt (=met (veel) bagage)
- alle hens aan dek (=met alle beschikbare mensen of alle middelen)
- pimpelpaars met een goud randje (=met ondefinieerbare kleur)
- met pak en zak (gaan) (=met veel bagage gaan)
- de lat hoog leggen (=moeilijk haalbare doelen stellen)
- op de galg schijten (=nergens bang voor zijn)
- geen water te diep zijn (=nergens bang voor zijn, alles durven)
- een mens is alleen onmisbaar bij zijn begrafenis (=niemand is onmisbaar.)
- alle vis is geen bakvis (=niet alles is even dienstig (of handelbaar of lekker))
- voor geen klein geruchtje vervaard (=niet gauw bang)
- we kunnen niet allen paus van Rome zijn (=niet iedereen kan de baas zijn)
- geen handbreed wijken (=niet opzij gaan, nooit bang is)
- nieuwe heren nieuwe wetten (=nieuwe bazen vaardigen ook nieuwe regels uit)
- andere heren andere wetten (=nieuwe bazen willen nieuwe regels)
- te kwader trouw (=onbetrouwbaar, oneerlijk handelend)
- stank voor dank (=ondankbaarheid ervaren voor geboden diensten.)
- broodnodig (=onmisbaar)
- lot uit de loterij (=onvoorspelbaar)
- spijers zijn dijers (=ook baby`s die spuwen worden wel groot)
- iemand door de mosterd halen (=op duidelijke wijze kenbaar maken wat iemand fout gedaan heeft)
- met een schone lei beginnen (=opnieuw mogen beginnen, zonder dat misstappen uit het verleden nog zichtbaar zijn)
- bang zijn voor zijn eigen schaduw (=overdreven bang zijn)
- gevulde heer (=rond zandgebak)
- een reus op lemen voeten (=schijnbaar sterk maar in feite zwak)
- met los kruit schieten (=schijnbaar streng straffen met een straf die in feite geen nadeel oplevert)
- psalmen zingen (=schuren met baksteen en zand)
- iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
- een losse tong hebben (=te veel babbelen)
- tegen de stroom oproeien (=tegen de gangbare opinie in gaan)
- je tanden laten zien (=tonen dat men niet bang is, van zich afbijten; stevig uitvaren; streng zijn)
- prijs de dag niet vóór de avond (=trek geen voorbarige conclusies en juich niet te vroeg)
- in het land der blinden is eenoog koning (=tussen dommeriken volstaat een klein beetje verstand om baas te zijn)
- je kunt niet met twee voeten in één sok (=twee onverenigbare zaken kunnen niet worden gecombineerd)
- nu breekt mijn klomp (=van verbazing niet meer weten wat te zeggen)
- kijken alsof je een geest ziet (=verbaasd of geschrokken kijken.)
- uit zijn lood geslagen zijn (=verbaasd zijn, niet goed meer weten hoe het verder moet)
- kort door de bocht (=voorbarig, nuanceringen negerend. Voorbeeld: `De bewering dat fractiediscipline de democratie om zeep helpt is misschien wat te kort door de bocht.`)
- strenge heren regeren niet lang (=wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk)
- uit het zicht, uit het hart (=wanneer iets niet meer zichtbaar is, wordt het vaak vergeten.)
- als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
- spreek wat waar is, drink wat klaar is, eet wat gaar is. (=wees bescheiden en dankbaar voor wat je hebt)
- met vragen komt men in Rome. (=wees niet bang om hulp te vragen)
- roep geen haring voor hij in het net is (=wees niet te voorbarig)
- bang voor zijn hachje zijn (=weinig durven en bang zijn om gevaar te lopen)
- een klein hartje hebben (=weinig durven/gauw bang zijn)
- weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)
- een schurftig paard vreest de roskam. (=wie wat op z`n geweten heeft, is bang voor het onderzoek)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen