Spreekwoorden met `acht`

Zoek


159 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `acht`

  1. je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
  2. je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien (=je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden)
  3. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  4. jezelf in acht nemen (=jezelf verzorgen)
  5. kennis is macht (=veel weten kan veel invloed betekenen)
  6. komen als een dief in de nacht (=onverwacht komen)
  7. kruisjes achter de rug hebben (=tientallen jaren oud zijn)
  8. liever van achteren zien dan van voren (=niet goed kunnen verdragen)
  9. met de nachtschuit komen (=laat komen / iets vertellen dat iedereen al weet)
  10. met de nachtschuit vertrekken (=er erg stilletjes vandoor gaan)
  11. met de zweep erachter zitten (=opjagen)
  12. met lege handen achterblijven (=niets meer hebben)
  13. met man en macht iets doen (=iedereen werkt hard mee)
  14. niet op je achterhoofd gevallen zijn (=hij is behoorlijk slim; hij heeft iets wel in de gaten)
  15. niet over een nacht ijs gaan (=eerst nadenken voor men iets doet - geen risico`s nemen)
  16. nog nat(/ niet droog) achter de oren zijn (=nog uiterst onervaren zijn, zodat men er niet over mee kan praten)
  17. ogen in je achterhoofd hebben (=zeer alert en waakzaam zijn.)
  18. ogen van achteren en van voren hebben (=alles goed in de gaten houden)
  19. om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren (=pas als men iets ernstig meemaakt, weet men op wie men kan vertrouwen)
  20. ongenode gasten zet men achter de deur (=wie niet welkom is, laat men niet binnen of laat men zo lang mogelijk wachten)
  21. op de achtergrond blijven (=niet in de schijnwerpers willen staan.)
  22. op de achterste benen/poten staan (=zeer verontwaardigd of boos zijn.)
  23. op je achterste zolder jagen (=beledigen, bang maken)
  24. op twee gedachten hinkelen/hinken (=moeilijk kunnen beslissen)
  25. oude paarden jaagt men achter de schans (=oudere werknemers worden soms aan de kant gezet)
  26. overdag hebben waar men `s nachts van droomt (=alles zomaar in de schoot geworpen krijgen)
  27. peper in je achterwerk hebben (=een hoog tempo hebben)
  28. sap noch kracht hebben (=totaal geen waarde hebben)
  29. stilstand is achteruitgang. (=stil blijven staan ​​leidt tot relatieve achteruitgang ten opzichte van anderen die vooruitgang boeken)
  30. troeven achter de hand houden (=iets voordeligs achterhouden, informatie achterhouden)
  31. twaalf ambachten, dertien ongelukken (=wie telkens van beroep verandert, slaagt uiteindelijk nergens in)
  32. twee zielen, één gedachte (=twee mensen die op hetzelfde moment hetzelfde idee hebben)
  33. uitgaan als een nachtkaars (=langzaam doven, sterven)
  34. vaart achter iets zetten (=iets snel (doen) uitvoeren)
  35. van achter de koeien/ploeg komen (=van boerenafkomst zijn)
  36. van achteren kijkt men de koe in zijn gat (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
  37. van de nacht een dag maken (=`s nachts werken)
  38. van je á propos gebracht worden (=in de war gebracht worden)
  39. van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
  40. van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
  41. van voren niet weten of men van achteren leeft (=erg dom zijn / erg ziek zijn)
  42. verrijzen als paddenstoelen na een regenachtige dag (=plots tevoorschijn komen)
  43. via de achterdeur (=indirect, onopgemerkt, stiekem)
  44. voor dood achterlaten (=in de steek laten zonder hoop op herstel.)
  45. voor halve vracht meevaren (=weinig gewaardeerd worden)
  46. wachten tot je een ons weegt (=onmogelijk lang wachten)
  47. wie `s nachts gaat vissen moet overdag zijn netten drogen (=wie te veel heeft gedronken is de volgende dag niets waard)
  48. wie het laatst lacht, lacht het best (=pas aan het einde kan je zien we gewonnen heeft)
  49. wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
  50. wie zich aan een ander spiegelt spiegelt zich zacht (=wie uit het ongeluk van anderen lering trekt, zal minder ongeluk hebben)

252 betekenissen bevatten `acht`

  1. hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
  2. hoe een dubbeltje rollen kan (=hoe iets een onverwacht verloop kan kennen)
  3. iemand uit bed lichten (=iemand `s nachts laten opstaan)
  4. iemand doodverven met iets (=iemand bestemd voor een post achten, iemand als de dader van iets afschilderen (doodverf is grondverf)[1])
  5. het is goed sollen met een dood paard. (=iemand die geen verzet biedt, is een makkelijk slachtoffer)
  6. iemand om een boodschap sturen (=iemand een opdracht laten uitvoeren)
  7. iemand de vrije hand geven (=iemand geheel vrij laten in de wijze waarop hij een opdracht uitvoert)
  8. iemand iets in het oor fluisteren (=iemand iets zachtjes zeggen, heimelijk laten weten)
  9. iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
  10. iemand onder de duim houden (=iemand in je macht hebben, iemand de baas zijn)
  11. iemand aan zijn angel krijgen (=iemand in zijn macht krijgen)
  12. iemand de ogen uitsteken (=iemand jaloers maken door de aandacht te vestigen op iets wat men heeft, en wat de ander ontbreekt)
  13. iemand met de nek aankijken (=iemand minachten of negeren.)
  14. iemand achter de bank schuiven (=iemand minachtend behandelen)
  15. voor het blok zetten (=iemand onverwacht in een lastige positie brengen; bijvoorbeeld iemand dwingen te reageren die dat eigenlijk niet wil, of iemand dwingen een keuze te maken.<>)
  16. iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
  17. iemand het nakijken geven (=iemand verslaan of achterlaten.)
  18. iemand in de tang nemen (=iemand zo vasthouden dat hij of zij niet kan ontsnappen. / Iemand in zijn macht hebben)
  19. een zalfje op de wond (=iets dat het leed verzacht)
  20. een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
  21. gouden appels op zilveren schalen (=iets is erg prachtig/goed/verstandig (verwoord))
  22. iets achter de knopen hebben (=iets is volbracht of voltooid)
  23. een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
  24. naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
  25. een gevoelige snaar raken (=iets ligt erg gevoelig bij iemand, belangstelling hebben voor een bepaald onderwerp en iemand die dan aandacht heeft ervoor)
  26. je neus voor iets ophalen (=iets minderwaardig achten)
  27. een potje te vuur hebben staan (=iets onaangenaams te verwachten hebben)
  28. iets voor het voetlicht brengen (=iets onder de aandacht brengen)
  29. nog niet jarig zijn (=iets ongunstigs te verwachten hebben)
  30. uit de hoek komen (=iets onverwachts of verrassends doen.)
  31. naar iets vissen (=iets trachten te achterhalen)
  32. de scherpe kantjes er van afhalen. (=iets verzachten of minder extreem maken)
  33. er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
  34. troeven achter de hand houden (=iets voordeligs achterhouden, informatie achterhouden)
  35. ik ben geen uithangbord (=ik heb meer te doen, ik blijf niet wachten/zo staan)
  36. over mijn lijk (=ik zal mij daar met alle kracht tegen verzetten)
  37. voor het voetlicht (=in de aandacht)
  38. de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
  39. van je á propos gebracht worden (=in de war gebracht worden)
  40. maart roert zijn staart (=in maart kan het nog stormachtig weer zijn)
  41. aan het vinkentouw zitten (=in spanning iets afwachten en graag door willen)
  42. op je tandvlees lopen (=in totale uitputting voortdoen, zijn laatste krachten gebruiken)
  43. gezegende omstandigheden (=in verwachting)
  44. een blinde passagier hebben. (=in verwachting zijn)
  45. in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
  46. aan een touwtje hebben (=in zijn macht hebben)
  47. aan de heidenen overgeleverd (=in zware moeilijkheden - in de macht van mensen zonder scrupules)
  48. het is een slechte muis die maar een hol heeft (=je doet er best aan een alternatieve oplossing achter de hand te hebben)
  49. de koe trekt de melk op. (=je krijgt niet wat je verwachtte)
  50. de aanval is de beste verdediging (=je kunt in een strijd of ruzie beter zelf actie ondernemen dan afwachten)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen