92 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zette`
- iemand de duimschroeven aanzetten (=iemand scherp ondervragen, onder grote druk zetten)
- iemand de pen op de neus zetten (=streng ondervragen of aanpakken)
- iemand de voet dwars zetten (=tegenwerken)
- iemand een bril op de neus zetten (=iemand terechtwijzen of dwingen gehoorzaam te zijn)
- iemand een hak zetten (=met iemand een gemene streek uithalen)
- iemand een kroon opzetten (=iemand eer bewijzen)
- iemand een luis in de pels zetten (=iemand last bezorgen)
- iemand een pen op de neus zetten (=iemand dreigend vermanen)
- iemand het mes op de keel zetten (=iemand onder zware druk zetten)
- iemand iets betaald zetten (=wraak nemen of straffen)
- iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
- iemand niet kunnen zetten (=iemand niet aardig vinden)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- iemand op straat zetten (=iemand ontslaan)
- iemand op zijn nummer zetten (=iemand zeer nadrukkelijk op zijn fouten wijzen, op een wijze die voor die persoon beschamend is)
- iemand op zijn voorman zetten (=iemand nadrukkelijk op zijn plicht wijzen)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- iemand voor paal zetten (=iemand belachelijk maken of vernederen.)
- iets in de verf zetten (=beklemtonen, accentueren)
- iets in het getouw zetten (=iets voorbereiden)
- iets naar zijn hand zetten (=het precies (laten) doen zoals hij wil)
- iets op losse schroeven zetten (=iets wankel en onzeker maken)
- iets op touw zetten (=iets organiseren)
- iets rechtzetten (=na een fout deze goed maken)
- in de ijskast zetten (=(tijdelijk) niet uitvoeren)
- in de plooi zetten (=op orde brengen)
- je beste beentje voor zetten (=je uiterste best doen)
- je gat tegen de kribbe zetten (=onwillig zijn)
- je klompen wegbrengen/wegzetten (=naar huis gaan/sterven)
- je licht niet onder de korenmaat zetten (=meespreken, je mening geven en laten merken dat je er iets van weet)
- je met hand en tand verzetten (=je heftig verzetten en er alles aan doen om het niet te laten doorgaan)
- je schrap zetten (=klaarmaken om de klap op te vangen)
- je sluis openzetten (=een grote mond zetten)
- kwaad bloed zetten (=iemand boos maken)
- op de kaart zetten (=gemaakt tot iets waar rekening mee gehouden wordt.)
- op dezelfde voet voortzetten (=op dezelfde manier)
- op een klein pitje zetten (=tijdelijk laten wachten, slechts langzaam laten verdergaan)
- tegen de muur zetten (=doodschieten)
- vaart achter iets zetten (=iets snel (doen) uitvoeren)
- verstand op nul zetten (=niet nadenken en gewoon handelen.)
- voor het blok zetten (=iemand onverwacht in een lastige positie brengen; bijvoorbeeld iemand dwingen te reageren die dat eigenlijk niet wil, of iemand dwingen een keuze te maken.<>)
- zoden aan de dijk zetten (=daadwerkelijk hulp verschaffen)
50 dialectgezegden bevatten `zette`
- iejen brak zen biejen, twieje zette het oniejen, draa goeng verbaa, vier goeng no Lier, vaaf sloeg zen waaf, zes trok zen mes, zeuve goeng no Leuve, acht heef de wacht, neege heef hem teege en tien had hem gezien (=één brak zijn been, twee zette het aaneen, drie ging voorbij, vier ging naar Lier, vijf sloeg zijn wijf, zes trok zijn mes, zeven ging naar Leuven, acht hield de wacht, negen hield hem tegen en tien had hem gezien) (herenthouts)
- iemêd een sjroemp zètte (=iemand naar zijn voeten geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemed èn de koets zètte (=iemand voor 't lapje houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd ën goej sjroemp zètte (=iemand een uitbrander geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd ën sjeef zètte (=iemand een goede steek zetten) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd ne goeje sproenk zètte (=iemand een zware vermaning (zetje-sprong) geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemed ne goeje sproenk zètte (=iemand een uitbrander geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemed ne kniep zètte (=een (achterbakse) tik uitdelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd ne sjeeve zètte (=iemand een 'steek' geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd ne sjeve zètte (=iemand het zijne zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemed ne sproenk zétte (=iemand een veeg uit de pan geven) (Bilzers)
- iemëd ne stieëk zèttë (=iemand in bedekte termen op zijn tenen trappen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd op zën plak zètte (=iemand terechtwijzen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd op zëne poepjee zètte (=iemand zenuwachtig maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd zwaur èn de koets zèttë (=iemand goed afzetten, bedotten) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemes zene kop tëssen twei aure zètte (=iemand met zijn oren trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- ij trok nen tout (=hij zette een nors gezicht op) (Dilbeeks)
- ijis nog te loomp om lege zakke recht te zette (=dommer dan oliedom) (Oudenbosch)
- je zette zil (=hij spoede zich) (kortemarks)
- kaud bloed zètte (=kwaad stichten) (Munsterbilzen - Minsters)
- ksal jouw neus us tusse twee ore zette (=ik zal jou eens onderhanden nemen) (Oudenbosch)
- Me zette ut op z'n kop (=Wij zetten het op zijn kop) (Huijbergs)
- n sjroemp zètte (=een uitbrander geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- ne goeje op zën hat zètte (=een lekker pintje drinken) (Munsterbilzen - Minsters)
- ne goejje op z'n hat zètte (=een flinke borrel tot zich nemen) (Bilzers)
- ne koje kop zètte (=kwaad worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- ne krabbel zètte (='n handtekening plaatsen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ne krabbël zètte (=handtekenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Op een zuipen zette (=Veel gaan drinken) (westlands)
- opzen plak zétte (=terechtwijzen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ter ën goej kërmél tiëge zètte (=er hard tegen stampen) (Munsterbilzen - Minsters)
- vendaog gon ich menen oto nogés én de geraach zétte (=vandaag is het te doen) (Bilzers)
- vor ne bukkum zette we de pan nie op (=dat is de moeite niet waard) (Oudenbosch)
- waist nooit woar de oal kroept, zee de boer, en zette de foeke in't woagenspoor. (=je weet nooit hoe gek het kan lopen) (Gronings)
- weinig bie te zette hên (=niet veel kracht hebben) (Terschuurs)
- wilste zen paut es zètte (=wil je dit papier eens ondertekenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zen daus oëpe zètte (=een windje laten) (Munsterbilzen - Minsters)
- zen sjieër wijd oeëpe zètte (=hard schreeuwen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zën sjieërpoeët oeëpë zètte (=het op een schreeuwen zetten) (Munsterbilzen - Minsters)
- zën sjiêr wijd oëpe zètte (=hard schreeuwen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zën sjierpoët oëpe zètte (=erg hard huilen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zen sjoors tronder zètte (=iets steunen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zen taan trèn zètte (=zich vastbijten) (Munsterbilzen - Minsters)
- zëne kop tèsse twei aure zètte (=je wat leren luisteren) (Munsterbilzen - Minsters)
- zënë paut onder get zètte (=zijn handtekening plaatsen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zene sjoen zètte (=zijn schoen plaatsen om wat van sinterklaas te krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zene vilo op zen noës zètte (=zijn bril opzetten) (Munsterbilzen - Minsters)
- zette ge d'n tôffel ekkes op (=wil jij de tafel even dekken) (Berghems)
- zette mee den thuiswacht? (=Ben je alleen thuis?) (Overmeers)
- zétte sjempanj al mér kaad (=we gaan zeker winnen) (Bilzers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen