99 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zet`
- het zeil in top zetten (=een zo goed mogelijke vertoning weggeven)
- iemand aan de dijk zetten (=iemand ontslaan)
- iemand de duimschroeven aanzetten (=iemand scherp ondervragen, onder grote druk zetten)
- iemand de pen op de neus zetten (=streng ondervragen of aanpakken)
- iemand de voet dwars zetten (=tegenwerken)
- iemand een bril op de neus zetten (=iemand terechtwijzen of dwingen gehoorzaam te zijn)
- iemand een hak zetten (=met iemand een gemene streek uithalen)
- iemand een kroon opzetten (=iemand eer bewijzen)
- iemand een luis in de pels zetten (=iemand last bezorgen)
- iemand een pen op de neus zetten (=iemand dreigend vermanen)
- iemand het mes op de keel zetten (=iemand onder zware druk zetten)
- iemand iets betaald zetten (=wraak nemen of straffen)
- iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
- iemand niet kunnen zetten (=iemand niet aardig vinden)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- iemand op straat zetten (=iemand ontslaan)
- iemand op zijn nummer zetten (=iemand zeer nadrukkelijk op zijn fouten wijzen, op een wijze die voor die persoon beschamend is)
- iemand op zijn voorman zetten (=iemand nadrukkelijk op zijn plicht wijzen)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- iemand voor paal zetten (=iemand belachelijk maken of vernederen.)
- iets in de verf zetten (=beklemtonen, accentueren)
- iets in het getouw zetten (=iets voorbereiden)
- iets naar zijn hand zetten (=het precies (laten) doen zoals hij wil)
- iets op losse schroeven zetten (=iets wankel en onzeker maken)
- iets op touw zetten (=iets organiseren)
- iets rechtzetten (=na een fout deze goed maken)
- in de ijskast zetten (=(tijdelijk) niet uitvoeren)
- in de plooi zetten (=op orde brengen)
- je beste beentje voor zetten (=je uiterste best doen)
- je gat tegen de kribbe zetten (=onwillig zijn)
- je klompen wegbrengen/wegzetten (=naar huis gaan/sterven)
- je licht niet onder de korenmaat zetten (=meespreken, je mening geven en laten merken dat je er iets van weet)
- je met hand en tand verzetten (=je heftig verzetten en er alles aan doen om het niet te laten doorgaan)
- je schrap zetten (=klaarmaken om de klap op te vangen)
- je sluis openzetten (=een grote mond zetten)
- kwaad bloed zetten (=iemand boos maken)
- men heeft hem de hoorns opgezet (=iemand (vooral een bekende) heeft een relatie met zijn vrouw)
- met de sok op de kop gezet (=er onbewust door toedoen van anderen voor joker bijlopen)
- met opgestoken/opgestreken/opgezet zeil naar iemand toe gaan (=boos naar iemand toe gaan of boos bij iemand binnen komen)
- ongenode gasten zet men achter de deur (=wie niet welkom is, laat men niet binnen of laat men zo lang mogelijk wachten)
- op de kaart zetten (=gemaakt tot iets waar rekening mee gehouden wordt.)
- op dezelfde voet voortzetten (=op dezelfde manier)
- op een klein pitje zetten (=tijdelijk laten wachten, slechts langzaam laten verdergaan)
- strijk en zet (=altijd weer opnieuw)
- tegen de muur zetten (=doodschieten)
- vaart achter iets zetten (=iets snel (doen) uitvoeren)
- verstand op nul zetten (=niet nadenken en gewoon handelen.)
- voor het blok zetten (=iemand onverwacht in een lastige positie brengen; bijvoorbeeld iemand dwingen te reageren die dat eigenlijk niet wil, of iemand dwingen een keuze te maken.<>)
- zoden aan de dijk zetten (=daadwerkelijk hulp verschaffen)
53 betekenissen bevatten `zet`
- de verzenen tegen de prikkels slaan (=zich verzetten tegen iets wat niet tegen te gaan is)
- de tanden op elkaar zetten (=zichzelf dwingen om stil te zijn of door te zetten.)
- de lier aan de wilgen hangen (=zijn bezigheden stopzetten)
50 dialectgezegden bevatten `zet`
- Ge zet nie zjust jong. (=Je bent gek.) (Beverloos )
- Ge zèt nog hèl op oewe liftet (=Je bent nog een kwiek persoon) (Geffes)
- gé zet um (=aan de beurt zijn) (Tilburgs)
- Ge zèt unne schètert. (=Je bent een bangerik.) (Liths)
- ge zèt van mig af (=je bent van me verlost) (Wommersoms)
- Gèè zet nowgal ne kiejeverejer (=jij eet te traag, je bent een slechte eter) (Wommersoms)
- geftem 't scheufke (=laat hem zwijgen, zet de radio / TV af) (Antwerps)
- gif bözze / allee vuruit (=zet hem op) (Wichels)
- gif moa sjette, gif moa buzze (=zet er maar vaart achter) (Wevelgems)
- gulder zet oant tinternetten (=jullie zijn aan het internetten) (Hams)
- Ha hee e groewet bakkes / ha hee e voawel bakkes (=Hij zet een grote mond op) (Olens)
- Haa zét zaan sirein oep (=Een kind dat begint te wenen) (Sint-Katelijne-Waver)
- haag haan en viet werm, vël moëtëg zënen derm, zet geregeld zën poët van aatër oëpe...dan kan den dëktaur noë de kl... lope (=hou je warm, eet niet teveel, zorg dat je goed afgaat..dan is de dokter overbodig) (Munsterbilzen - Minsters)
- haat zën haan en viet werm, staek nie te viël èn zën derm, , zèt zën poeët van aater wijd genoeg oeëpe, dan hoeste nie te dèk noë den dëktaut te lope (=warmte, matig eten, op tijd en stond naar het toilet, dat houd je uit het ziekenbed) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae hét e bakkes waaj ne braudoëve (=hij zet een grote mond) (Bilzers)
- hei dut ' m den dringer oan (=hij zet hem onder druk) (Overpelts)
- hei zee de champetter tigge de voerman, kom er es aaf da ich er och opzet (=hier zei de veldwachter tegen de boer, kom er eens af dat ik er U op zet) (Heusdens)
- Hi'j zet mit de handen recht wat hi'j mit 't gat weeromme keert (=Het schiet niet op) (Giethoorns)
- Hij / zij Zeit/ zet (=Hij / zij zei) (Utrechts)
- hij krigt 't op 'e heup'm (=hij zet zich er nu helemaal voor in) (Westerkwartiers)
- hij wordt op staal zet (=hij mag nu gaan rentenieren) (Westerkwartiers)
- hij zet alles op hoar'n en snoar'n (=hij doet zijn uiterste best) (Westerkwartiers)
- hij zet de oor'n ien 't enne (=hij gaat extra opletten) (Westerkwartiers)
- hij zet veul ien 'e woagschoal (=hij neemt veel risico's) (Westerkwartiers)
- ich zèt zën naoês tèsse zën twei aure (=als je zo blijft verderdoen, ga ik je de les eens spellen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ik kiek wé k leut vind enders zet um nie oaan (=Ik kijk wat ik leuk vind anders zet hem niet aan) (Tilburgs)
- ik zet heur noar mien haand (=ik leer haar op mijn manier te werken) (Westerkwartiers)
- je peist dattent ier ol te zeggn eet (=hij zet een grote mond op) (Kortemarks)
- je zet e staptje in de weîreld (=hij gaat op zwier) (Kortemarks)
- je zet veel up zne toepie (=hij heeft veel pretentie) (Kortemarks)
- killëmeiter lis (=vrouw die grote schreden zet en dus kilometers aankan) (Munsterbilzen - Minsters)
- Knap hom der veur, Popko! (=zet 'm op!) (Gronings)
- Kom bin'n en zét a ge moetj 'ier ni wèrken (=Wees welkom) (Bambrugs)
- Kom in en kap oech doâl (=Kom binnen en zet u.) (Walshoutems)
- kom in en zet oech / kap oech daol (=Kom binnen en ga zitten) (Walshoutems)
- links rechts kattevitess steikt aa tienen in a tes, steikt ze niet te waad of ge zet ze kwaad (=kinderrijmpje) (tervurens)
- Lucht zet vrucht (=Ramen open betere groei van de tomaat) (Westlands)
- maok ter mér ë graut kreis iëver (=zet dat maar volledig uit je hoofd) (Munsterbilzen - Minsters)
- Marie zet t'vainster oapen da ze rieken da we kiek éiten (=Wanneer men kip at op t'Vestje) (Dendermonds)
- Nen boer zet gin vee op stal as hee d`r gin heuj veur hef. (=Een boer zet geen vee opstal als hij er geen hooi voor heeft. Dus niet investeren zonder geld.) (Twents)
- nie vergaete ze jéske aon te trékke vür daste de grot èn gees (=zet hem op voordat je eraan begint) (Munsterbilzen - Minsters)
- Oedt j' an 't gas! (=zet je schrap!) (Veurns)
- pak joen akkerbielzj'n mee en zet het an (=neem jouw karig bezit mee en vertrek) (Wevelgems)
- pak ne stoel en zèt tich tërlengs (=ga wat zitten !) (Munsterbilzen - Minsters)
- pak tich ne stoel en zèt tich terlengs (=ga zitten!) (Munsterbilzen - Minsters)
- Pas mar oep of ich zet oeg onder (=Pas maar op of ik ......) (Walshoutems)
- plots d'n auto efkes in de skûûr (=zet de auto even in de garage) (Reeks)
- Pol mè zn blekkn ol, mè ze leern gat zet gièèl Kortmark plat (=Kortemarks gezegde) (Kortemarks)
- roapt ui boelke moar töepe en zet an (=je bent op staande voet ontslagen) (Waregems)
- sjrijf tich dat mèr onder zën sjoen (=zet dat maar uit je hoofd) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen