77 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wil`
- omwille van het smeer likt de kat de kandeleer (=omwille van het loon doet men een werk)
- op de eerste april zendt men de gekken waar men wil (=op 1 april worden grappen uitgehaald)
- spreeuwen willen wel kersen eten, maar geen bomen planten. (=wel van alles willen profiteren, maar er niets voor willen doen.)
- tegen wil en dank (doen/zijn) (=met tegenzin)
- twee ruggen uit een varken willen snijden (=uit één ding dubbel het voordeel willen halen)
- vis moet (wil) zwemmen (=bij een goede maaltijd hoort een goed glas wijn (bier))
- voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten (=tegen minimale kosten maximaal voordeel verlangen)
- voor elk wat wils (=er zit voor iedereen wel wat bij)
- waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
- wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil)
- wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert)
- wat helpt fluiten, als het paard niet pissen wil. (=een zinloze oplossing)
- wat van apen komt wil luizen (wat van katten komt wil muizen) (=zijn afkomst kan men niet verloochenen)
- wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
- wie een paard uit de wei wil halen, moet het beest niet eerst met het halster tegen de kop slaan. (=je bereikt meer met vriendelijkheid, dan met strengheid)
- wie eten wil moet de kok niet beledigen. (=hou je meerdere te vriend.)
- wie het onderste uit de kan wil hebben die valt het lid op de neus (=wie altijd het uiterste wil, krijgt uiteindelijk niets)
- wie honing wil eten moet lijden dat de bijen hem steken (=wie iets wil bereiken moet daar iets voor over hebben)
- wie maaien wil moet zaaien (=je moet er iets voor doen om iets te verkrijgen)
- wie met de duivel uit één schotel wil eten, moet een lange lepel hebben. (=het valt niet mee iemand te bedriegen, die er zelf bedrieglijke parktijken op na houdt.)
- wie mooi wil zijn, moet pijn lijden (=voor schoonheid moet je wat over hebben)
- wie niet horen wil, moet voelen (=wie niet luistert naar wijze raad, of wie ongehoorzaam is, zal de gevolgen wel aan den lijve ondervinden)
- wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
- wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten (=soort zoekt soort)
- willen vliegen eer men vleugels heeft (=iets willen doen nog voor men het geleerd heeft)
- willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe iemand is)
- willens en wetens iets doen (=met opzet)
161 betekenissen bevatten `wil`
- de zee is altijd zonder water. (=hebberige mensen willen altijd meer)
- hoog van de toren blazen (=het grote woord willen hebben / opscheppen)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
- wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil)
- er voor tekenen (=het met plezier willen aanvaarden)
- het op de lippen hebben (=het net willen zeggen)
- er met de pet niet bij kunnen (=het niet willen/kunnen snappen)
- met de kop door de muur willen (=het onmogelijke willen)
- de maan met de handen willen grijpen (=het onmogelijke willen doen)
- naar de maan reiken (=het onmogelijke willen doen)
- iets naar zijn hand zetten (=het precies (laten) doen zoals hij wil)
- het onderste uit de kan willen (=het uiterste willen)
- de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
- zijn haan moet altijd koning kraaien (=hij wil altijd de baas zijn)
- haring of kuit ergens van willen hebben (=hij wil iets zeker weten of uitgezocht zien)
- dat is koren op zijn molen (=hij zal dat meteen gebruiken als argument voor wat hij toch al wilde)
- met de beste wil van de wereld (=hoe graag ik het ook wil, het zal niet lukken)
- een haas is graag waar hij geworpen is. (=ieder wil graag zijn waar hij geboren is)
- ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
- het hek is van de dam (=iedereen doet maar wat die wil zonder grenzen)
- gedachten zijn tolvrij (=iedereen mag vrij denken wat diegene wil)
- een Pietje precies (=iemand die de dingen altijd heel precies wil doen)
- als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
- iemand de handschoen toewerpen (=iemand ergens toe uitdagen of met iemand de strijd willen aangaan)
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- voor het blok zetten (=iemand onverwacht in een lastige positie brengen; bijvoorbeeld iemand dwingen te reageren die dat eigenlijk niet wil, of iemand dwingen een keuze te maken.<>)
- iemand het net over het hoofd halen (=iemand tegen wil en dank tot iets doen besluiten)
- de hond de jas voorhouden (=iemand valse hoop geven op iets dat hij graag wil hebben)
- de kat op het spek binden (=iemand volop de gelegenheid geven zich te vergrijpen aan wat hij wil, maar beslist niet mag hebben)
- iemand de bons geven (=iemand waarmee je een relatie hebt niet meer willen zien)
- iets voor geen goud willen doen (=iets absoluut niet willen doen)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- een Tantaluskwelling zijn (=iets erg graag willen maar het (net) niet kunnen verkrijgen)
- er zijn zinnen op zetten (=iets graag willen hebben)
- er zijn pink wel voor willen geven (=iets heel graag willen hebben)
- oogkleppen dragen (=iets niet (willen) zien)
- tabak van iets hebben (=iets niet langer willen)
- er de balen van hebben (=iets niet meer leuk vinden en willen dat het stopt)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
- aan een oor doof zijn (=iets niet willen horen)
- iets op je buik kunnen schrijven (=iets wel kunnen vergeten, dat wat je wilde gaat niet door)
- als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
- naar de heilige graal streven (=iets willen bereiken wat niet te bereiken is)
- willen vliegen eer men vleugels heeft (=iets willen doen nog voor men het geleerd heeft)
- mijn naam is haas (=ik weet nergens van en wil er niks mee te maken hebben!)
- moeten is dwang en huilen is kindergezang (=ik wil het wel doen, maar niet als het me verplicht wordt)
- geen haar op mijn hoofd die er aan denkt (=ik wil hiermee niet akkoord gaan)
- aan het vinkentouw zitten (=in spanning iets afwachten en graag door willen)
- over iemand een boekje opendoen (=informatie over iemand geven, waarvan diegene niet wil dat het bekend wordt)
50 dialectgezegden bevatten `wil`
- autbemmele (=vertellen aan ieder die het wil horen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bakkie pleur? (=wil je koffie?) (Westlands)
- bau ne wil és, ésne waeg (=een vrouw kan je moeiteloos zover krijgen, dat ze ook doet wat ze zelf allang wilde) (Bilzers)
- bliefde gij ne botteram (=wil je een boterham) (Oudenbosch)
- D'r mot n'n kapp'n sprekker kom'n, wil e nen zwieger verbetter'n (=soms kun je beter niets zeggen) (Twents)
- da es nogol nen peezeweevre (=iemand die het altijd beter wil weten) (Lochristis)
- Da hèk nie gère (=Ik wil liever niet dat ik dergelijke gebeurtenissen meemaak in mijn leven) (Bredaas)
- da wadde geen wulle es (=het mag zijn wat het wil) (Oudenaards)
- Da zit nie op meune rigge, ofwel dadde neet gjeen brwoot (=Van iets waar men nog geen afstand wil van doen zegt men) (Maldegems)
- daaj kanner ee nie kwijt (=ze kan niet doen wat ze wil) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj sjijtën ëm ammël op zënë kop (=geen van allen wil luisteren) (Munsterbilzen - Minsters)
- daddis spekske naor z n bekske (=dat is wat hij wil) (Oudenbosch)
- Dae es zoee eigewiês, dae zooj 'ne stier 'n kaof aafhaale (=Iemand die nooit toe wil geven) (Weerts)
- dae het langste laef èsnen aadstraajer (=als je lang wil leven, moet je strijden) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae lieëtj niks ligge as heit iêzer en meulesteîn (=als iemand alles wil hebben) (Weerts)
- dae moet zen wil hoeëre nog verlieze (=hij moet nog volwassen worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae mosse iers ónder ziene zak kratse (=die moet je eerst gunsig stemmen, wil je wat gedaan krijgen) (Venloos)
- dae trèktj d’n achterhaam (=hij wil niet meewerken; hij ontwijkt het werk) (Heitsers)
- dae vluugtj wieter as zien vleugels reike (=iemand die meer wil dan hij kan) (Weerts)
- dae waertj nog neet vèt al zit se ‘m op eine weiteberm (=hij kan eten wat hij wil zonder aan te komen (weiteberm = een stapel tarwe)) (Heitsers)
- Dae zillig wilt sjterve, lit zie good de rechte erve. (=Die zalig wil sterven, laat zijn vermogen de rechthebbende erven) (Mechels (NL))
- dao hej-je wîl van (=dat zul je wat aan hebben, dat levert wat op) (Weerts)
- das mich daën heile zaog nie wiëd (=ik wil het er niet over hebben, dat brengt alleen maar een hoop gezaag mee) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat mins wil 't midd'nste en de beide end'n (=dat mens is erg hebberig) (Westerkwartiers)
- dat vêrkë wol ich waol ës wasse (=die smeerlap wil ik wel eens mores leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dat wil ich gezaát ha (=Het is maar dat je het weet) (nijswillers)
- dat wil'st niet wiet'n (=dat wil je niet weten) (Westerkwartiers)
- De beêsem oetstaeke (=Doen en laten wat men wil als de baas er niet is) (Weerts)
- de bès genen iëzël aste niks kins, de bès toch nen iëzël aste niks leire wilts (=met wat goede wil blijf je geen ezel) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bès mich ziëker aoënt zikke (=je wil me zeker in de val lokken) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bèsne sjaelen apostel (=je kan of wil niets zien) (Munsterbilzen - Minsters)
- de gees mich nau toch nie opdraeë (=je wil me nu toch niets wijsmaken) (Munsterbilzen - Minsters)
- De pastere doe geen twie missen veur tjaalfste gaald (=Als men iets niet wil herhalen) (Lokers)
- de pens rammelt mich (=Ik wil zo graag....) (Steins)
- De vuilste verkens wil’n altijd ’t schuuënste strüét. (=Die het minst verdient, wil steeds het schoonste en beste deel.) (Evergems)
- de waalkste wuldein? (=welke wil je hebben?) (Sint-Niklaas)
- deeste dat effe (kes) vër mich (=wil je me helpen) (Munsterbilzen - Minsters)
- den duvel schit alt op de groetsten oûp (=het geld wil altijd bij dezelfde zijn) (Sint-Niklaas)
- der goan veel zegges in ne zak tegen dat aa vol ês (=men kan zeggen wat men wil) (Gents)
- det is ein slóknaas (=dat is iemand alleen het lekkerste op wil eten) (Heitsers)
- det is tillefonieëre sônger draod zag Graad en hae trôk d'r eine aaf det 't kraakdje (=zegt iemand die een scheet wil laten) (Weerts)
- det wil ich zeen, zag de blinje (=iets doen waarvan je al van tevoren weet dat het onmogelijk is) (Heitsers)
- dich hëbs de grutste (=jij wil altijd gelijk hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- dich hëbs get nauten op zëne zank (=jij wil ook van alles te veel) (Munsterbilzen - Minsters)
- die is ein doeëdzunj waerd (=dat is een knappe meid; daar wil je wel mee vrijen) (Heitsers)
- Die is ok bij dun erste leuge nie gebarste! (=Als je een ander wil vertellen dat hij die persoon niet zomaar hoeft te geloven) (betuws)
- die lucht die koikt asof ie katte spaaie wil (=een heel donkere lucht) (Westfries)
- Die wil graeg wat doen waor. niks te doen is s (=Wordt gezegd van een lui persoon) (Giethoorns)
- dieë hijt er gin oeëre noar (=hij wil er niet van weten) (Diesters)
- doa wil ich ok eens met mijne stek in keuteren (=daar wil ik met mijn stok in peuteren) (Diesters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen