Spreekwoorden met `pen`

Zoek


362 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `pen`

  1. de kolf naar de bal werpen (=het opgeven)
  2. de koorts/stuipen op het lijf jagen (=doen schrikken)
  3. de koppen bij elkaar steken (=overleggen)
  4. de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsting veroorzaken)
  5. de lont in het kruit werpen (=mensen laten loskomen, opstoken)
  6. de maan met de handen willen grijpen (=het onmogelijke willen doen)
  7. de noppen van de kleren houden (=onkosten met zich meebrengen)
  8. de ogen openen (=doen inzien)
  9. de oren scherpen (=goed luisteren)
  10. de peentjes opscheppen (=de boel opruimen)
  11. de pen is machtiger dan het zwaard (=woorden kunnen meer teweeg brengen dan wapens)
  12. de pen voeren (=schrijven)
  13. de poppen aan het dansen (=de ruzie of problemen kunnen beginnen)
  14. de rapen zijn gaar (=er is een probleem waar direct iets aan gedaan moet worden)
  15. de schapen scheren (=gemakkelijk grote winsten maken)
  16. de schapen van de bokken scheiden (=het goede van het slechte scheiden)
  17. de schepen achter zich verbranden (=een beslissing nemen en niet meer terug kunnen)
  18. de slaap der rechtvaardigen slapen (=een schoon geweten hebben)
  19. de slagpen uittrekken (=van zijn macht beroven)
  20. de stoppen slaan bij hem door (=hij verliest zijn zelfbeheersing)
  21. de stuipen op het lijf jagen (=iemand felle schrik aanjagen)
  22. de teerling is geworpen (=de beslissing is genomen)
  23. de teugels afwerpen. (=het loslaten van regels en verantwoordelijkheden)
  24. de wapenrok aantrekken (=militair worden)
  25. die het geluk vindt, die mag het oprapen. (=geluk komt onverwachts)
  26. door de mazen van het net glippen/kruipen (=op het nippertje ontsnappen)
  27. door de spitsroeden lopen. (=veel kritiek krijgen, gestraft worden)
  28. door het hennepen venster kijken (=opgehangen worden)
  29. door het oog van de naald kruipen (=op het nippertje ontsnappen)
  30. dun door de broek lopen. (=als iets niet mee zal vallen)
  31. dweilen met de kraan open (=geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken)
  32. een achterdeurtje openhouden (=een redmiddel in nood houden)
  33. een beerput opentrekken (=een geheim onthullen of schandalen blootleggen.)
  34. een blauwe scheen lopen (=afgewezen worden)
  35. een blauwtje lopen (=afgewezen worden (in de liefde))
  36. een boer op klompen (=een lomperd)
  37. een gat in de dag slapen (=lang doorslapen)
  38. een gezicht van ouwe lappen (=een huilerig of lelijk gezicht)
  39. een haas is graag waar hij geworpen is. (=ieder wil graag zijn waar hij geboren is)
  40. een kat in de zak kopen (=iets kopen zonder het gezien te hebben - bedrogen worden)
  41. een luchtje happen (=even buiten gaan wandelen)
  42. een luchtje scheppen (=even buiten gaan wandelen)
  43. een oogje dichtdrukken/toeknijpen/luiken (=niet optreden tegen iets wat eigenlijk niet mag. Iets gedogen)
  44. een open boek zijn (=wanneer je karakter eenvoudig te doorzien is)
  45. een open deur intrappen (=iets doen wat niet nodig is of iets wat al gezegd of gedaan is nog een keer doen)
  46. een open oog voor iets hebben (=voor iets open staan)
  47. een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
  48. een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep (=iemand die oud is vindt het fijn te praten over dingen van vroeger)
  49. een roepende in de woestijn zijn (=niemand die naar je wil luisteren (bij raad/waarschuwingen))
  50. een schot voor open doel. (=iets zo eenvoudig dat het bijna onmogelijk is om te falen)

247 betekenissen bevatten `pen`

  1. met de billen bloot (=eerlijk en open zijn over fouten of tekortkomingen.)
  2. hou en trouw (beloven) (=elkaar overal (zullen) helpen)
  3. de pijp aan Maarten geven. (=er definitief mee stoppen)
  4. er een streep onder zetten (=er een eind aan maken, ermee stoppen)
  5. er het mes inzetten (=er grondig op ingrijpen, in de uitgaven besnoeien)
  6. er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
  7. er een kleine jongen bij zijn (=er niet aan kunnen tippen)
  8. boven de pet gaan (=er niets van begrijpen)
  9. er geen hout van snappen (=er niets van begrijpen)
  10. met de sok op de kop gezet (=er onbewust door toedoen van anderen voor joker bijlopen)
  11. er een punt achter zetten (=er voorgoed mee stoppen)
  12. lopen als een kievit (=erg gemakkelijk en vlug lopen)
  13. er prat op gaan (=erg trots over iets zijn en er over opscheppen)
  14. slapen als een marmot/otter/roos (=erg vast en heerlijk slapen)
  15. de nacht brengt raad. (=ergens een nachtje over slapen leidt tot betere beslissingen of oplossingen)
  16. er geen drol van begrijpen (=ergens niets van begrijpen)
  17. het hoofd stoten (=ergens onprettig tegen aan lopen)
  18. de boel erbij neergooien (=ermee stoppen)
  19. het bijltje erbij neerleggen (=ermee stoppen)
  20. de boeken sluiten (=ermee stoppen - bankroet gaan)
  21. een oude vogel is niet licht te vangen. (=ervaren mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
  22. onder zeil gaan (=gaan rusten of slapen, vertrekken of weggaan)
  23. slot noch zin (=geen touw aan vast te knopen)
  24. een kruiwagen hebben (=geholpen worden)
  25. uit de brand zijn (=geholpen zijn, problemen opgelost)
  26. zo glad als een aal (=geslepen, uitgekookt, iemand die zich overal uitpraat)
  27. de vogel over het net laten vliegen (=goede kansen niet aangrijpen)
  28. de sokken erin zetten (=hard weglopen)
  29. zo zat als een deur (=helemaal bezopen zijn)
  30. kruit noch lood hebben (=helemaal ongewapend zijn)
  31. averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
  32. de hand lenen tot (=helpen)
  33. weer in het zadel helpen (=helpen om weer door te kunnen gaan)
  34. de rode draad (in een verhaal of betoog) (=het centrale thema, hetgeen waar steeds weer op wordt teruggegrepen)
  35. hoog van de toren blazen (=het grote woord willen hebben / opscheppen)
  36. zo klaar als een klontje voor iemand zijn (=het helemaal begrijpen)
  37. het is gedaan met kaatje (=het is afgelopen)
  38. het liedje is uitgezongen (=het is afgelopen)
  39. dat loopt op zijn einde (=het is bijna afgelopen)
  40. er is geen chocola van te maken (=het is niet te begrijpen)
  41. het is boter aan de galg gesmeerd (=het is zinloos, het kan niet helpen)
  42. het onder de pet houden (=het niet in de openbaarheid brengen)
  43. er niet bij kunnen (=het niet kunnen begrijpen)
  44. er met de pet niet bij kunnen (=het niet willen/kunnen snappen)
  45. een lans breken voor iemand (=het voor iemand opnemen, voor iemand de best doen diegene ergens mee te helpen iets te verkrijgen)
  46. de Hebreeërs bouwden het, maar de Egyptenaren hebben het. (Exodus 1:11-14) (=het vuile werk door anderen opknappen en het resultaat zelf pakken)
  47. er kunnen inkomen (=het wel kunnen begrijpen)
  48. vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
  49. het kwartje is gevallen (=hij heeft het begrepen)
  50. er is geen doen aan (=hij is niet te overtuigen, niets kan helpen)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen