Spreekwoorden met `ooi`

Zoek


112 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ooi`

  1. het houdt geen rooi (=het gaat de perken te buiten)
  2. het kan vriezen en het kan dooien (=het kan alle kanten uit gaan)
  3. het kind met het badwater weggooien (=samen met het slechte ook het goede wegdoen)
  4. het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf)
  5. het op een akkoordje gooien (=met elkaar afspreken iets op een bepaalde manier aan te pakken)
  6. het over een andere boeg gooien (=het anders aanpakken)
  7. het roer omgooien (=het op een heel andere manier proberen)
  8. hoge ogen gooien (=een goede kans maken op iets)
  9. hoogmoed deed nooit iemand goed. (=arrogantie en overmoed zijn slechte eigenschappen)
  10. hooi als de zon schijnt (=je moet de gelegenheid gebruiken als die zich voordoet)
  11. hooien als de zon schijnt (=van de gunstige gelegenheid gebruik maken)
  12. iemand iets voor de voeten gooien (=iemand met iets confronteren)
  13. iemand in het ooitje nemen (=met iemand een grap uithalen of voor de gek houden)
  14. iemand zand in de ogen strooien (=iemand iets wijsmaken, iemand bedriegen)
  15. iemands oogappel/ooilam zijn (=iemands lieveling zijn (vaak kind))
  16. iets ertegenaan gooien (=ergens geld aan uitgeven)
  17. iets in de groep gooien (=iets in een groep bespreken)
  18. in de plooi zetten (=op orde brengen)
  19. in het diepe gegooid worden (=in een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden)
  20. je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
  21. je eigen glazen ingooien (=het voor zichzelf bederven)
  22. je fortuin te grabbel gooien (=geld verspillen)
  23. je kunt nooit weten waar een paling kruipt (=zeg nooit nooit)
  24. je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien (=je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden)
  25. je weet nooit hoe een koe een haas vangt (=het kan altijd nog op onverwachte wijze tot een oplossing komen)
  26. kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
  27. kruis of munt gooien (=ervoor loten)
  28. met de muts naar iets gooien (=ergens geen zorg aan besteden / er een slag naar slaan, ernaar raden)
  29. met de pet naar iets gooien (=niet echt moeite voor iets doen, zonder inzicht schatten)
  30. met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
  31. moet je heen hooien? (=heb je geen tijd?)
  32. mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)
  33. mooie liedjes duren niet lang (=geluk is van korte duur)
  34. naar het hoofd gooien/slingeren (=scherpe verwijten maken)
  35. nooit troef verzaken (=overal bij zijn, altijd meedoen)
  36. olie op de golven gieten/gooien (=de gemoederen kalmeren)
  37. olie op het vuur gooien (=een situatie verergeren)
  38. om de dooie dood niet (=volstrekt niet, in geen geval, al kost het me mijn leven)
  39. ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
  40. op de bonnefooi/bof (=op goed geluk)
  41. op de rooi af (=op goed geluk geschat)
  42. op je dooie gemak (=heel rustig, zonder zich te haasten)
  43. op z`n dooie akkertje (=op zijn gemak, heel rustig, heel langzaam)
  44. over de balk gooien (=onnodig geld uitgeven voor zaken die niet nodig zijn)
  45. over de rooie gaan (=de perken te buiten gaan)
  46. roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
  47. rozen op het pad strooien. (=iets veraangenamen.)
  48. rozen voor de varkens/zwijnen strooien (=iets goed doen voor mensen die dat niet waarderen)
  49. te grabbel gooien (=zomaar weggooien, opofferen)
  50. te hooi en te gras (=zonder enige regelmaat of plan)

64 betekenissen bevatten `ooi`

  1. al zouden de raven het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
  2. al moesten de kraaien het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
  3. wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
  4. menig heeft te veel, niemand heeft genoeg. (=sommige mensen hebben nooit genoeg)
  5. genoeg ligt op het kerkhof. (=sommige mensen hebben nooit genoeg)
  6. als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
  7. geef een ezel klaver hij loopt naar de distels/biezen. (=sommige mensen zijn nooit tevreden met wat ze hebben)
  8. meer laden dan men dragen kan (=te veel hooi op zijn vork nemen)
  9. aan de weg timmeren (=veel activiteiten ontplooien en daarmee naar buiten treden om verandering en vernieuwing te bewerkstelligen)
  10. de tijd gaat snel, gebruik haar wel (=verspil nooit de tijd die je kan gebruiken)
  11. goed begonnen is half gewonnen (=wat niet aangevangen wordt komt ook nooit af. / Wanneer het begin van iets goed is, is de kans groter dat het goed eindigt)
  12. al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi)
  13. je kunt nooit weten waar een paling kruipt (=zeg nooit nooit)
  14. te grabbel gooien (=zomaar weggooien, opofferen)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen