Spreekwoorden met `ne`

Zoek


574 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ne`

  1. daar is geen woord Frans/Latijn/Chinees bij (=iedereen kan dat begrijpen)
  2. daar kan je gif op innemen (=je mag er zeker van zijn dat het gaat gebeuren)
  3. daar zit `em de kneep/knoop (=daar zitten de moeilijkheden/problemen)
  4. dan zijn we nergens (=dan is er geen oplossing)
  5. dat gaat zo tussen neus en mond (=dat gebeurt in een verloren ogenblik)
  6. dat is van de Chinese kerk. (=dat is een gerucht.)
  7. dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
  8. dat schaap zal een zachte dood nemen. (=het wordt vergeten)
  9. dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
  10. de aap binnen/weg hebben (=het geld ontvangen hebben)
  11. de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
  12. de benen nemen (=er vandoor gaan)
  13. de biecht afnemen (=ondervragen)
  14. de boel erbij neergooien (=ermee stoppen)
  15. de boog kan niet altijd gespannen zijn (=men moet zich soms ook kunnen ontspannen)
  16. de bot kunnen gallen (=een moeilijke taak aankunnen)
  17. de boter en de kaas te dik gesneden hebben (=te veel verteerd hebben)
  18. de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
  19. de draad van Ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)
  20. de ene bedelaar ziet de andere niet graag voor de deur staan (=men is bang voor concurrentie)
  21. de ene dienst is de andere waard (=wanneer iemand helpt, doet men graag iets terug)
  22. de ene kraai pikt de andere de ogen niet uit (=ze benadelen elkaar niet)
  23. de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
  24. de gelegenheid te baat nemen (=van de gelegenheid gebruik maken)
  25. de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
  26. de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
  27. de hand lenen tot (=helpen)
  28. de handschoen opnemen (=het gevecht aangaan)
  29. de heler is net zo goed als de steler (=wie gestolen goed koopt is even slecht als de dief)
  30. de kaart van het land kennen (=de omstandigheden kennen)
  31. de kap/sluier/habijt aannemen (=in een klooster gaan)
  32. de kat in de gordijnen jagen (=iemand goed kwaad maken)
  33. de kroon spannen (=het hoogtepunt vormen)
  34. de kuierlatten nemen (=te voet gaan)
  35. de laatste der Mohikanen zijn (=de laatste zijn die nog ergens in gelooft)
  36. de lading binnen hebben (=dronken)
  37. de Mammon dienen (=alleen maar belangstelling hebben voor geld)
  38. de moed in de schoenen doen zinken (=wanhopig worden en de moed verliezen)
  39. de nek uitsteken (=risico nemen)
  40. de nekslag geven (=door iets wordt de situatie een te groot probleem waardoor men het niet meer aan kan)
  41. de neus optrekken (=duidelijk maken dat men iets of iemand niet waardeert)
  42. de neuzen tellen (=het aantal aanwezigen tellen)
  43. de ogen openen (=doen inzien)
  44. de ossen achter de ploeg spannen (=de zaak verkeerd aanpakken)
  45. de paarden die de haver verdienen krijgen ze niet (=zij die het goede werk verrichten, krijgen niet altijd de beloning)
  46. de paarden die de haver verdienen, krijgen ze niet. (=verdienste blijft vaak onbeloond)
  47. de pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee (=altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens)
  48. de pot op kunnen (=in geen geval krijgen)
  49. de proef op de som nemen. (=iets uitproberen.)
  50. de stoute schoenen aantrekken (=iets doen wat moed vergt. (`stout` in de oude betekenis van `dapper`))

792 betekenissen bevatten `ne`

  1. er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
  2. beter onbegonnen dan ongeeindigd (=beter niet beginnen als men het niet kan afwerken)
  3. geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
  4. buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
  5. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  6. bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
  7. op je laatste benen lopen (=bijna niet meer kunnen van vermoeidheid)
  8. op je zenuwen leven (=bijna overspannen geraken)
  9. goede raad is duur (=bijna te moeilijk om raad te kunnen geven)
  10. in het oog houden (=binnen het gezichtsveld houden)
  11. in het oog hebben (=binnen het gezichtsveld zijn)
  12. vasthouden aan een strootje (=blijven hopen op een kleine kans.)
  13. met opgestoken/opgestreken/opgezet zeil naar iemand toe gaan (=boos naar iemand toe gaan of boos bij iemand binnen komen)
  14. kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
  15. uit je dak gaan (=buiten zinnen raken)
  16. een lijntje trekken (=cocaïne snuiven)
  17. een daad stellen. (=concrete aktie ondernemen)
  18. dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
  19. die haring braadt niet (=dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken)
  20. het scheelde maar een haartje (=dat ging maar net goed)
  21. dat is lariekoek (=dat heeft iemand verzonnen)
  22. dat is een alikruik van een vent. (=dat is een kleine dikke man.)
  23. dat mag met een krijtje aan de balk (=dat is een ongewone gebeurtenis)
  24. dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
  25. dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
  26. dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
  27. dat was op het nippertje (=dat is maar net gelukt)
  28. dat is de aap gevlooid (=dat is onbegonnen werk.)
  29. dat is Beulemans Frans (=dat is slecht Frans spreken. In België zeggen de Vlamingen dat over Waals. Walloniërs op hun beurt vinden Vlaams weer slecht nederlands)
  30. dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
  31. dat slaat als een tang op een varken (=dat slaat nergens op)
  32. dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
  33. de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw vergeten)
  34. de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
  35. pap in de benen hebben (=de benen willen niet meer vooruit)
  36. het sluit als een bus (=de beredenering klopt)
  37. de rubicon overtrekken (=de beslissende stap ondernemen)
  38. de kogel door de kerk laten gaan (=de beslissing nemen)
  39. je ei kwijt kunnen (=de gelegenheid hebben zich te uiten; of, zijn creativiteit kunnen gebruiken)
  40. herenzonden boerenleed. (=de gewone mensen boeten voor de fouten van de mensen met macht)
  41. zo heer zo knecht (=de knechten volgen het voorbeeld van de bazen)
  42. het heft in eigen hand(en) nemen (=de leiding nemen)
  43. de draad kwijt zijn (=de loop van het verhaal niet meer kunnen volgen)
  44. van de troon stoten (=de macht ontnemen)
  45. van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
  46. de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
  47. eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
  48. de mens wikt, maar God beschikt (=de mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt)
  49. de rotte appels uit de mand halen (=de minder getalenteerde personen wegsturen, de minder goede dingen sorteren van de goede dingen)
  50. fris gewaagd is half gewonnen (=de moedigste heeft de meeste kansen om iets te winnen)

50 dialectgezegden bevatten `ne`

  1. 't is moar ne veusschuut gruuet (=iets heel klein) (Bambrugs)
  2. 't is ne goeie speet ontoen (=het is hard aan het regenen) (Sint-Niklaas)
  3. 't Is ne kakker. (=Hij is een supporter KV Mechelen) (Mechels (BE))
  4. 't is ne keirkuil, ne piljeirenbijter (=iemand die veel naar de kerk gaat) (Sint-Niklaas)
  5. 't is ne mérteko (=het is een deugniet) (Oudenhoofs)
  6. 't is ne moeial (=hij bemoeit zich met alles) (Sint-Niklaas)
  7. 't is ne plangtrekker (=hij kan het altijd slim oplossen) (Sint-Niklaas)
  8. 't Is ne Racinger (=Die kent niks van voetbal) (Mechels (BE))
  9. 't is ne schurfterik (=het is een gemene kerel) (Sint-Niklaas)
  10. 't is ne sjoefeljeir (=iemand die niets anders doet dan iets kopen en het terug verkopen) (Sint-Niklaas)
  11. 't is ne slokkoard (=het is een gulzige eter) (Sint-Niklaas)
  12. 't is ne slokkop (=hij slikt ongemanierd zijn eten binnen) (Sint-Niklaas)
  13. 't is ne strongt wie hee maaj geschete (=hij heeft een groot gedacht van zichzelf) (Turnhouts)
  14. 't is ne vloëzak, een buzzeken (=zenuwachtig type) (Melseels)
  15. 't is ne vrouzot (=hij kan geen enkele vrouw met rust laten) (Sint-Niklaas)
  16. 't is ne zeverjeir (=iemand die flauwe praat vertelt) (Sint-Niklaas)
  17. 't is net ne OAD busse, d'r zit altied wat in (=vaak zwanger zijn) (Twents)
  18. 't kingd moet ne noam ein (=een vals reden opgeven voor iets) (Sint-Niklaas)
  19. 't kom nie ip e tette van ne mierebuk (=het steekt niet zo nauw) (West-Vlaams)
  20. 't kom nie op ne juinepel (=het komt niet zo nauw) (Graauws)
  21. 't zal wel goan, ne manke goa uuëk (=het zal wel gaan (een manke gaat ook)) (Wichels)
  22. 't Zen lappen poepe me ne floore (='t Een en 't ander) (Mechels (BE))
  23. ‘k rêë op ne griuëdn platoo (=ik fiets met grote versnelling) (Kaprijks)
  24. ‘t is ne ljuk (=het zit mee) (Kaprijks)
  25. ’t és ne gieëlen anderen (=hij is gans anders) (Meers)
  26. ’t was presies ne geslegen ond (=hij zag er uit als een geslagen hond) (Meers)
  27. (g)rad ne kieër (=raad eens) (Wichels)
  28. ' Ij zou ne frang in twiëe bijten, ' ij schaard achteruit gelèk de kiekes (=Hij is gierig) (Melseels)
  29. ' k volle ier in ne strek / ' k ben stroatof (=ik ben nu doodop) (Waregems)
  30. ' ne Boor en e vêrke knorre altiêd (=Boeren klagen altijd) (Weerts)
  31. ' ne doonkere sintemerte, ' ne leechte körstmus (=weerspreuk) (Weerts)
  32. ' t e noo ne proop' ren / skooën' n (=hij laat het zitten / haakt af (verbolgen reactie) ) (Waregems)
  33. ' t es moar ne kloefkabbere (=Hij is niet erg bekwaam) (Hansbeeks)
  34. ' t es ne veugel veur de katte (=hij is zwaar ziek) (Gents)
  35. ' t es ne zero (=het resultaat is negatief) (Waregems)
  36. ' t is ne nurk van ne vent (=hij is een stijfkop, een moeilijke vent) (Sint-Niklaas)
  37. ' t zoe ne keeër gebeurn (=het kan wel eens voorvallen) (Waregems)
  38. " In ne karreslagn gepist zeker?" (=Vraag aan iemand met een ontstoken oog) (Lokers)
  39. a (ze) kaun onder de koepeurt ne miëe (=hij (zij) draagt hoorns (ontrouw) ) (Ninoofs)
  40. a droetj lek ne noan op de kerktoeren (=naar de mond praten) (Herns (Herne, VL-B))
  41. A ee ma ne poeëter geschiljerd (=Hij heeft me wat geflikt!) (Ninoofs)
  42. a ee ne langen eirem (=hij is invloedrijk) (Meers)
  43. A eit do ne scheir gedoan. (=Hij heeft daar iemand leren kennen.) (Dilbeeks)
  44. A es geboern mé ne gouen leper in za gat (=Van goede afkomst zijn) (Ninoofs)
  45. a ge zoe-se toch wew ne schup geevn (=ze brengen er niets van terrecht) (Kaprijks)
  46. A gink ne gank ze, dee de veedee dee... (=Hij vloog door de voordeur door...) (Teralfens)
  47. a ne boeltj verskieten (=hevig schrikken) (Meers)
  48. A ne ke goe louten betingelen is goe tegent flesoën (=U eens goed laten benetelen is goed tegen de reuma) (Moorsel)
  49. a ne zot zalt grouë (=zelfs een gek weet dat) (Temses)
  50. a oo zjust ne plasj in d'and (=hij kreeg enkel een belofte) (Ninoofs)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen