Spreekwoorden met `in`

Zoek


1217 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `in`

  1. als Pasen en Pinksteren op één dag vallen (=iets wat nooit zal gebeuren)
  2. als sardientjes in een blik (=stijf boven op elkaar; dicht opeen)
  3. als winnaar/beste uit de bus komen (=iets of iemand blijkt het beste te zijn)
  4. altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
  5. arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
  6. bakkerskinderen eten oud brood. (=aan het vak dat men uitoefent, besteedt men in zijn directe omgeving weinig aandacht.)
  7. balsem in de wonde gieten (=het leed verzachten)
  8. beminnen als het licht van zijn ogen (=erg graag zien)
  9. beproeft alle dingen en behoudt het goede. (=weet wat er allemaal is, maar doe alleen de goede dingen)
  10. beter een blind paard dan een leeg halster. (=beter iets dan niets)
  11. beter één vogel in de hand dan tien in de lucht (=liever een beetje dan helemaal niets / kleine concrete resultaten zijn beter dan grootse plannen)
  12. beter kleine meester dan grote knecht (=liever een bescheiden zelfstandige dan een grote knecht bij een baas)
  13. beter onbegonnen dan ongeeindigd (=beter niet beginnen als men het niet kan afwerken)
  14. bezint eer ge begint (=denk goed na over de gevolgen voordat je actie onderneemt)
  15. bij de pinken zijn (=snel dingen begrijpen, Handig en flink zijn, Vroeg opstaan)
  16. bij eigen zin is geen gewin. (=eigenwijs zijn is niet goed)
  17. bij iemand in het krijt staan (=aan iemand iets schuldig zijn)
  18. bij kleine hapjes leert men een hond eten. (=geleidelijk aan kun je zelfs aan onmogelijke dingen wennen.)
  19. bij kleine lapjes leert men de hond leer eten. (=geleidelijk aan wen je zelfs aan de onmogelijkste dingen.)
  20. bij schering en inslag gebeuren (=erg vaak gebeuren)
  21. bij Sint Joris in de kost zijn (=ergens gratis eten)
  22. binnen de kortste keren (=heel snel, bijna onmiddellijk)
  23. binnen de lijntjes kleuren (=netjes handelen, niets doen wat niet mag)
  24. binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
  25. binnen mikken zijn (=geborgen zijn)
  26. binnen zijn (=geborgen zijn)
  27. binnenskamers gebleven (=geheim gebleven)
  28. bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaam is, kan gezond of goed zijn)
  29. blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
  30. buiten zijn rekening gaan. (=als het anders loopt dan verwacht)
  31. conditio sine qua non (=een onvermijdelijke voorwaarde) (Latijn)
  32. daar groeit het gras in de straten (=daar is het erg saai)
  33. daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
  34. daar is een haartje in de boter (=daar is ruzie of wrijving)
  35. daar is geen woord Frans/Latijn/Chinees bij (=iedereen kan dat begrijpen)
  36. daar is kop noch staart aan te vinden (=daar geraak je niet uit wijs)
  37. daar is vlees in de kuip (=daar is het goed)
  38. daar kan je gif op innemen (=je mag er zeker van zijn dat het gaat gebeuren)
  39. daar kan niets van inkomen (=dat zal niet lukken)
  40. daar komt de zwarte kat in (=daar komt ruzie van)
  41. daar steekt meer in dan een enkele panharing (=daar zit meer achter)
  42. daar wringt de schoen (=weten waar het probleem zit)
  43. daar zitten graten in (=daar klopt iets niet)
  44. dan is Leiden in last (=dan zijn er problemen!)
  45. dat gaat erin als klokspijs (=dat gaat er gemakkelijk in)
  46. dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
  47. dat ging van een leien dakje (=dat ging vanzelf)
  48. dat is een haspel in een fles (=dat is een raadsel)
  49. dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
  50. dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)

1465 betekenissen bevatten `in`

  1. kies het minste van twee kwaden (=als er enkel slechte oplossingen zijn, kiest men de minst slechte)
  2. als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
  3. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  4. komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
  5. er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
  6. hoe meer vis, hoe droever water (=als er meer mensen komen valt er minder te verdelen (erfenissen))
  7. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  8. mei koel en wak, veel koren in de zak. (=als het in mei nat en koud is wordt de opbrengst hoog)
  9. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  10. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  11. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  12. als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
  13. je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
  14. een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
  15. kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
  16. gaan doet komen (=als je ergens moeite voor doet komen dingen ook jouw kant op)
  17. wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
  18. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  19. elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
  20. ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
  21. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  22. jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
  23. in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
  24. wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
  25. wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
  26. alle havens schutten wind (=als je meedoet deel je mee in de winsten)
  27. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  28. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  29. wie gekheid zaait zal dwaasheid oogsten. (=als je ongebruikelijke dingen doet krijg je ook ongebruikelijke resultaten)
  30. kalmte zal je redden (=als je rustig blijft gaan de dingen beter)
  31. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
  32. meeuwen op het land, onweer aan het strand. (=als meeuwen het binnenland intrekken omdat er slecht weer op zee is)
  33. wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
  34. men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
  35. de pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee (=altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens)
  36. met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
  37. draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
  38. een bodemloos vat zijn (=altijd te weinig van iets zijn of opraken)
  39. als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
  40. armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
  41. in de rats zitten (=bang zijn of angst hebben / in de problemen zitten)
  42. breek me de bek niet open (=begin daar maar niet over, want daar kan ik heel veel negatieve dingen over vertellen)
  43. terug naar af (=begin maar weer opnieuw)
  44. van wal steken (=beginnen met spreken, beginnen met een verhaal)
  45. van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
  46. aan de slag gaan (=beginnen te werken, starten)
  47. geef het veulen geen haver en het kind geen brandewijn. (=behandel kinderen niet als grote mensen)
  48. salva ratificatione (=behoudens bekrachtiging)
  49. aan het licht brengen (=bekend maken (bijz. van ongunstige dingen))
  50. iets aan de kaak stellen (=bekend maken wat niet in orde is)

50 dialectgezegden bevatten `in`

  1. 'n bloemeke geeft wa fleur in a kaumer (=een bloemetje brengt wat kleur in je kamer) (Meers)
  2. 'n ezel wordt nooit 'n peerd (=men kan beter doen waar hij goed in is) (Westerkwartiers)
  3. 'n geetjen bozzen in de mangelenkoele (=zinloze bezigheid) (Achterhoeks)
  4. 'n geev'm peerd moe'j niet ien 'e bek kiek'n (=een gegeven paard moet je niet in de bek kijken) (Westerkwartiers)
  5. 'n geev'n peerd maag je niet ien 'e bek kiek'n (=geven - 'n gegeven paard mag je niet in de bek kijken) (Westerkwartiers)
  6. 'n Hond in 'n hok (=De hond in het hok) (Vechtdals)
  7. 'n kat 'n kat nuum'm (=precies zeggen hoe de vork in de steel zit) (Westerkwartiers)
  8. 'n kiend ien de bongeljoar'n (=een kind in de pubertijd) (Westerkwartiers)
  9. 'n Kleen neuske ko'j gaauw snuutn (=Gering in aanzien, snel aftroeven) (Twents)
  10. 'n Koe in 'n haas hewwe gelaik nuwejaar. (=Haasten helpt hier niet.) (Zaans)
  11. 'n oogje ien 't zeil holl'n (=iets in de gaten houden) (Westerkwartiers)
  12. 'n profeet wordt ien eig'n laand niet eerd (=men wordt in eigen plaats niet gewaardeerd) (Westerkwartiers)
  13. 'n schêj wi-j de verlingdje beekstraot (=de scheiding in het haar is niet recht) (Weerts)
  14. 'n skeet in 'n fles (=een flop) (Denderleeuws)
  15. 'n Stuk in zijnen zjiléé (ook kluten) (=Een stuk in zijn kraag) (Evergems)
  16. 'n Voes in de tesj make (=Zijn woede niet tonen) (Gelaens (Geleens))
  17. 'n vrouw di-j völ in de deur stieët, zuuët neet wi-j 't binnen gieët (=een luie vrouw) (Weerts)
  18. 'n worst veurholl'n (=iets moois in het vooruitzicht stellen) (Westerkwartiers)
  19. 'ne boeëk offe d'r bagge in hieët zitte (=iemand met een dikke buik) (Weerts)
  20. 'ne kop wie eine ríéthamer höbbe (=flinke hoofdpijn, of drukkend gevoel in het hoofd) (Steins)
  21. 'ne krînk um de maon kân nog in windj vergaon, 'ne krînk um de zón bringtj rengel in de tón (=weerspreuk) (Weerts)
  22. 'ne naakse mins kujje neet in zien tes veule (=van iemand die niks heeft, hoef je niks te verwachten) (Weerts)
  23. 'ne peddemoeëk es zoë kaal as 'n loês en toch kwaaktje altiêd van plezeer (=ondanks geldzorgen toch de moed er in houden) (Weerts)
  24. 'R zit weer 'n oar in de beutr' (=Er is weeral ruzie in het gezin) (Harelbeeks)
  25. 's achternoens (=in de namiddag) (Sint-Niklaas)
  26. 't Aa uit zijn gat vraogen (=Tot in de kleinste details uitvragen) (Bevers)
  27. 't alvend van de moand (=in de helft van de maand) (Zottegems)
  28. 't begunt bij mij te kriebel'n (=ik begin er echt zin in te krijgen) (Westerkwartiers)
  29. 't bijt in zijn bille (=hij kan er niet aan weerstaan) (Kaprijks)
  30. 't bijt in zijn billen (=het doet hem zin krijgen) (Gents)
  31. 't blift in zènne kop steken (=hij kan het niet vergeten) (Sint-Niklaas)
  32. 't breigoaren zit in de knossel (=het breigaren is verward) (Sint-Niklaas)
  33. 't e fieëst' in d' elle (=onweer plus zonneschijn) (Waregems)
  34. 't e ne lukt em (=alle slagen vallen in ons voordeel (kaartspel) ) (Waregems)
  35. 't è nie moollek (=Dat heb je meteen in de gaten / Dat is makkelijk) (Gents)
  36. 't eetn vol frieë in de smoake, 'k soe mij ov'reetn moar 'k maage nie, 'k zoe d'r min lipp'n an oflekk'n (=het eten is zeer lekker) (Waregems)
  37. 't en is gin trop of d'r zit e buk in: in elk gezelschap, in elke familie is er altijd wel één iemand die niet deugt (=er is geen troep of er zit een bok in) (Klemskerks)
  38. 't enne is ien zicht (=het einde is in zicht) (Westerkwartiers)
  39. 't es 'em in 't verkeeërde keelgat uskootn (=het heeft hem zwaar gestoord) (Waregems)
  40. 't es 'ier precies een duivekot (=men loopt hier in en uit) (Wichels)
  41. 't es een scheet in een fles (=het is de moeite niet) (Moes)
  42. 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
  43. 't es in de sacoche (=de zaak is voor mekaar) (Lovendegems)
  44. 't es in de sakkosj (=da's voor mekaar / de buit is binnen) (Wichels)
  45. 't es in de sakosj (=de zaak is afgehandeld) (Meers)
  46. 't es in ordre (='t is in orde) (Waregems)
  47. 't es kermes in d'hel (=het regent en de zon schijnt) (Overijses)
  48. 'T es kermesse in d'helle (=het regent terwijl de zon schijnt) (Oudenaards)
  49. 't es kerremes in d'elle (=zon schijnt bij regenval, regenboog bij regen) (Meers)
  50. 't es kerremès in d'helle (=regen bij zonneschijn) (Meers)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen