127 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `over`
- aan de heidenen overgeleverd (=in zware moeilijkheden - in de macht van mensen zonder scrupules)
- aan de Turken overgeleverd zijn (=slecht behandeld, bedrogen, mishandeld worden)
- achter de puttings overboord vallen (=reddeloos verloren zijn)
- alles over de vloer halen (=alles verplaatsen)
- alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
- als bij toverslag (=zeer snel, plotseling)
- als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
- als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
- als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
- als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
- als warme broodjes over de toonbank gaan (=zeer goed verkopen)
- alsof er een engeltje over je tong piest (=iets lekker vinden)
- armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dieren in de stal kun je geen geld verdienen)
- dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
- de bui over laten drijven. (=niet reageren op een moeilijke situatie)
- de één mag een paard stelen, de ander mag niet over het hek kijken. (=sommigen mogen alles, anderen mogen niets)
- de gal loopt over (=boos worden)
- de hand over zijn hart strijken (=voor één keer toestaan)
- de haring over de kop varen (=het doel voorbijschieten)
- de kap over de haag smijten (=zijn priester- of kloostergelofte verbreken)
- de overhand hebben (=iets is meer aanwezig dan het ander / meer invloed hebben)
- de rubicon overtrekken (=de beslissende stap ondernemen)
- de vijl erover laten gaan (=er de scherpe kantjes van afhalen)
- de vogel over het net laten vliegen (=goede kansen niet aangrijpen)
- de vogel over het touw laten gaan. (=een kans niet benutten)
- de vruchten zullen de beloften der bloemen overtreffen (=het is nu al goed, maar het eindresultaat wordt nog veel beter)
- denken moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd (=niet te veel denken maar doen)
- denken moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd. (=je moet niet te veel denken)
- een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
- een vriendelijk gezicht brengt overal licht (=een vrolijk persoon weet vaak meer te bereiken dan een nors persoon)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- er een nachtje over willen slapen (=er eerst over na willen denken)
- er een plasje overheen doen (=ergens een kleine wijziging in aan (laten) brengen, dat wel duidelijk laat zien dat de afzender iemand van belang is)
- er geen gras over laten groeien (=onmiddellijk profiteren, uitvoeren)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- er loopt hem een luis over de lever (=hij windt zich al over het minste op)
- er niet over uit kunnen (=er niet over kunnen zwijgen, er zwaar door getroffen zijn)
- er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
- er over vallen (=zich een probleem aantrekken)
- ergens over inzitten (=zich zorgen over maken over iets)
- fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
- geen klaviertje over slaan (=alle bijzonderheden in acht nemen)
- geen man over boord zijn (=iets is niet zo erg, het had veel erger gekund)
- geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
- getrouwd zijn over de puthaak (=onwettig samenwonen)
- hals over kop (=ondoordacht snel)
- hand over hand toenemen (=iets wordt steeds erger)
- het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
- het dunnetjes overdoen (=het nog een keertje op dezelfde manier herdoen)
- het hebben over blauwe aardappelen en blauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)
271 betekenissen bevatten `over`
- aan de fep zijn (=(overmatig) drinken)
- plat op de buik gaan (=aan iemand toegeven, zich overleveren)
- ruw laten stikken (=aan zijn lot overlaten)
- in zijn eigen vet gaar koken (=aan zijn lot overlaten (iemand die iets misdaan heeft))
- kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
- de lijdensbeker tot de bodem ledigen (=al het slechte, tot het laatste toe, over zich heen krijgen)
- iemand over de hekel halen (=allerlei slechte dingen vertellen over iemand)
- de volle laag krijgen (=alles over zich heen krijgen)
- komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
- komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
- gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
- goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- hoogmoed deed nooit iemand goed. (=arrogantie en overmoed zijn slechte eigenschappen)
- onder zich hebben (=baas zijn over)
- je bent om op te eten (met boter en suiker). (=beeldig, snoezig, hartveroverend, snoeperig.)
- breek me de bek niet open (=begin daar maar niet over, want daar kan ik heel veel negatieve dingen over vertellen)
- geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
- op je zenuwen leven (=bijna overspannen geraken)
- kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
- daar zijn de daken met vlaaien bedekt (=daar is men rijk / Daar heeft men overvloed)
- dat ligt hem in zijn mond bestorven (=daar spreekt hij veel over)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
- dat hangt als een schijthuis boven de gracht (=dat is overduidelijk)
- dat is een waarheid als een koe (=dat is overduidelijk waar)
- dat spreekt boekdelen (=dat is overduidelijk, bijv. `zijn gezicht spreekt boekdelen`)
- dat is Beulemans Frans (=dat is slecht Frans spreken. In België zeggen de Vlamingen dat over Waals. Walloniërs op hun beurt vinden Vlaams weer slecht Nederlands)
- de broek aan hebben (=de baas spelen (van een vrouw over haar man), het voor het zeggen hebben)
- de touwtjes in handen hebben (=de controle hebben over een situatie.)
- het kastje bij het muurtje laten blijven (=de dingen niet gaan overdrijven)
- geen zorgen voor morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=de moeilijkheden van vandaag zijn genoeg om je zorgen over te maken)
- iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
- niet door de beugel kunnen (=de norm overschrijden van wat aanvaardbaar of behoorlijk is)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
- als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
- bezint eer ge begint (=denk goed na over de gevolgen voordat je actie onderneemt)
- door de bomen het bos niet meer zien (=door alle details het overzicht verliezen)
- eigen roem/lof stinkt (=door over jezelf op te scheppen maak je een nare indruk)
- het beestje bij zijn naam noemen (=duidelijk en precies zeggen hoe je over iets of iemand denkt; precies zeggen hoe iets zit)
- is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduidelijk `Ja` is)
- het beste paard van stal vergeten. (=een belangrijk persoon over het hoofd zien)
- een slimme vogel (=een handig persoon met overal een oplossing voor)
- een scheve schaats rijden (=een misstap begaan. Een morele regel overtreden)
- een heet hangijzer (=een moeilijk onderwerp waar veel discussie over bestaat)
- het ene woord brengt het andere voort. (=een negatieve opmerking kan leiden tot negatieve woorden over en weer)
- een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
- brave hendrik (=een persoon die op overdreven wijze de regeltjes volgt)
- tegen het zere been schoppen (=een pijnlijke opmerking maken over iets wat gevoelig ligt)
50 dialectgezegden bevatten `over`
- (h) édde dist, goa bij Mauntsje List, dat (h) ij in au moontsjen pist (=over dorsthebben) (Lokers)
- ` Dat waor nog 'ns get veur in de Zònjèse brook` (=wordt gezegd over een langvormig voorwerp) (Steins)
- `Daor eur ik joe, `zee dove Jouk, en toen leup er een muus mit de klompen an over de zolder. (=Oost-Indisch doof) (Giethoorns)
- `Kèinjer Goads` (=uitroep van verbazing over een gebeurtenis) (Steins)
- 'k bin over Haereken (=bezopen zijn, de weg kwijt zijn.) (Flakkees)
- 'k loate voar'n ... (=ik heb het dan nog niet eens over ...) (Wevelgems)
- 'k zal ô boeksken ies open doen (=ik zal het eens verder vertellen over jou) (Sint-Niklaas)
- 'k zoen achterwoars over de baulde springen (=Ik zou alles aankunnen) (Maldegems)
- 'n foutje deur de vingers kiek'n (=opzettrelijk een fout over het hoofd zien) (Westerkwartiers)
- 'n goeie haan die is niet vet (=gezegd over een magere man) (Westfries)
- 'n koew en 'n zog hebbe noit genog (=over iemand die nooit genoeg heeft) (Astens)
- 't boov'mste moet eerst uut de zak (=waar men vol van is praat men over) (Westerkwartiers)
- 't Brand gjeen licht bovn (=over een domme persoon) (maldegems)
- 't doo (ds) kerrukkun over zijne rug voele rijn (=zeer bevreesd zjn om te sterven, zwaar ziek zijn) (Sint-Niklaas)
- 't duumanneken lupt over mijn lijf (=een plotse rilling) (Wetters)
- 't gijt altied over de onneuzelst'n (=zwakke mensen zijn altijd het mikpunt) (Westerkwartiers)
- 't got over zèn out (=het gaat te ver) (Meers)
- 't is over mè regenen en 't kleird al op (=het is gedaan met regenen en het wordt lichter) (Sint-Niklaas)
- 't Is over zeerdoen hien. (=Het is erg.) (zaans)
- 't is ten optelle (='t is over) (Veurns)
- 't is van den trok daë moe leevn (=wanneer iemand klaagt over tocht) (Kaprijks)
- 't ken gien poch'n lied'n (=het houdt niet over) (Westerkwartiers)
- 't kiend bij de noam nuum'm (=ergens openlijk over praten) (Westerkwartiers)
- 't ligt ier kop over kloojtn (=Wat een puinhoop) (Avelgems)
- 't ligt kul over koente (='t ligt overhoop) (Veurns)
- 't lihd 'ier oal overende, of: top over koente (=het is hier een chaos) (Nieuwpoorts)
- 't lopt over te veul schiev'm (=er zijn te veel personen die er over gaan) (Westerkwartiers)
- 't lopt over zoveul schiev'm (=er bemoeien zich zoveel mensen mee) (Westerkwartiers)
- 't lwup in de remonse (=iedereen spreekt er over) (Harelbeeks)
- 't vel over biën (=graatmager) (Wichels)
- 't vel over de bieënen (=broodmager) (Meers)
- 't vel over de biejenen (=zeer mager) (Meers)
- 't vel over de biënen (=erg mager persoon) (Meers)
- 't was met de hakk'n over de sloot (=het was maar net voldoende) (Westerkwartiers)
- 't zain de junkies va Spange (=Feyenoorders over Spartanen) (Rotterdams)
- 't zal wel koelen zonder bloazen (=het gaat vanzelf wel over) (Wichels)
- ‘t is woader over een inde (=het is nutteloos) (Kaprijks)
- ’t és skuë gerief mur ge meug ‘et nie in uis émmen (='t is een mooie vrouw, maar je mag ze niet in huis hebben (smalend gezegd door mannen over een vrouw, )) (Meers)
- "Vuile plékke, Neuske trékken" en dit werd dan ook daadwerkelijk gedaan (=over vlekken maken) (Lokers)
- (dat) gelul, hou er asjebelief/asteblief over op (=(die) onzin ( hou erover op)) (Utrechts)
- ' t es noenoveraa open (=het is over de middag geopend) (Hams)
- A-j over de hond koemen, koem ie ook over de start (=Wie A zegt, moet ook B zeggen) (Giethoorns)
- A-j over de hond koemen,koem ie ook over de start (=Wie A zegt moet ook B zeggen) (Giethoorns)
- agge over d n duvel praot traptum op z ne steert (=binnenkomend iemand over wie men net aan het praten was) (Oudenbosch)
- aïs oep sai pünt, ... sikuur (zeker <1930) (=over iemand die alles piekfijn in orde wil hebben) (Kalforts)
- Aisieliddere. (=Als eerste over het ijs te lopen.) (Zaans)
- Akkedeere (=Goed met elkaar over weg kunnen) (boxtels)
- akker over aâ gaon (=steeds rechtdoor gaan) (Hams)
- alle hóndjs gezeike (=zich druk maken over kleinigheidjes) (Heitsers)
- alle hoop wer de bodem iensloag'n (=er bleef geen greintje hoop over) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen