79 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `enen`
- aan de heidenen overgeleverd (=in zware moeilijkheden - in de macht van mensen zonder scrupules)
- als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
- als proefkonijn dienen (=dienen voor een of ander experiment)
- appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
- appels voor citroenen verkopen (=iemand oplichten.)
- benen maken (=(haastig) weggaan)
- buiten de waard rekenen (=niet gerekend hebben op hoe anderen er werkelijk over denken)
- dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- de benen nemen (=er vandoor gaan)
- de hand lenen tot (=helpen)
- de Mammon dienen (=alleen maar belangstelling hebben voor geld)
- de moed in de schoenen doen zinken (=wanhopig worden en de moed verliezen)
- de ogen openen (=doen inzien)
- de paarden die de haver verdienen krijgen ze niet (=zij die het goede werk verrichten, krijgen niet altijd de beloning)
- de paarden die de haver verdienen, krijgen ze niet. (=verdienste blijft vaak onbeloond)
- de stoute schoenen aantrekken (=iets doen wat moed vergt. (`stout` in de oude betekenis van `dapper`))
- de stoute schoenen aantrekken. (=een uitdaging aangaan)
- de verzenen tegen de prikkels slaan (=zich verzetten tegen iets wat niet tegen te gaan is)
- denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet moet inspannen)
- een stoel in de hemel verdienen (=je door een goed werk onderscheiden)
- er dienen geen twee masten op een schip (=er kan er maar één het bevel voeren)
- er voor tekenen (=het met plezier willen aanvaarden)
- ergens met lood in de schoenen naar toe gaan (=er verschrikkelijk tegen opzien)
- geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
- geen krieken zonder stenen. (=niemand is er perfect.)
- het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
- het hart zinkt hem in de schoenen (=hij verliest alle moed)
- het in tienen geven (=wedden dat de aangesprokene het niet kan)
- het oor lenen (=luisteren)
- het regent bakstenen (=gezegd van een hevige hagelbui)
- het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen (=wie in weelde leeft moet oppassen om niet op het slechte pad te raken)
- het zout in de pap verdienen (=heel weinig verdienen)
- iemand de ogen openen (=iemand inzicht geven in iets wat diegene nog niet doorhad)
- iemand het vuur na aan de schenen leggen (=iemand onder druk zetten)
- iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
- iemand knollen voor citroenen verkopen (=iemand wat wijsmaken, met praatjes foppen)
- iemand met een zwarte kool tekenen (=iemand erg ongunstig voorstellen)
- iemand op zijn wenken bedienen (=iemand altijd en onmiddellijk geven waar hij om vraagt)
- iemand van repliek dienen (=iemand gevat antwoorden)
- in de schoenen schuiven (=(vaak onterecht) beschuldigen)
- in iemands schoenen staan (=het lot van iemand anders ondergaan)
- in zijn laatste schoenen lopen (=het einde naderen - erg ziek zijn)
- je hemel op aarde verdienen (=een goed en eerlijk leven leiden)
- je sporen verdienen (=respect krijgen door goed werk te verrichten)
- lange tenen hebben (=lichtgeraakt zijn)
- leugens hebben korte benen (=met liegen kom je niet ver)
- leven als vrienden en rekenen als vijanden (=vriendelijk met elkaar omgaan uit een soort van formaliteit maar eigenlijk helemaal niet zo op elkaar gesteld zijn)
- liever iemand zijn hielen zien dan zijn tenen (=iemand niet goed kunnen verdragen)
- menen ligt dicht bij Kortrijk (maar verre van Waregem) (=iets menen is niet genoeg; je moet er zeker van zijn.)
- met beide benen op de grond staan (=een realist zijn)
44 betekenissen bevatten `enen`
- met de vork schrijven (=afzetten, meer kosten rekenen dan werkelijk gemaakt)
- wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
- pap in de benen hebben (=de benen willen niet meer vooruit)
- wiens brood men eet, diens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- uit wiens hand men eet wiens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- als proefkonijn dienen (=dienen voor een of ander experiment)
- ondervinding is de beste leermeester (=door iets zelf mee te maken of te oefenen leert men het snelst)
- met gesloten beurs betalen (=door middel van een wederzijdse schuld het bedrag verrekenen)
- oefening baart kunst (=door veel te oefenen verbeteren de prestaties)
- de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
- de room is er af. (=er is weinig meer aan te verdienen)
- geld uit iets slaan (=ergens geld aan verdienen)
- arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
- gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
- het zout in de pap verdienen (=heel weinig verdienen)
- parels/paarlen voor de zwijnen werpen (=het goede verspillen aan hen die het niet verdienen/waarderen)
- het mag geen naam hebben (=het is onbetekenend (bijvoorbeeld een verwonding))
- het vet is van de ketel. (=het meeste voordeel is al verdwenen.)
- de duivel schijt altijd op de grootste hoop (=het ongeluk treft meestal degenen die al in moeilijkheden verkeren.)
- je met de borst op iets toeleggen (=iets erg vlijtig beoefenen)
- leentjebuur spelen (=iets lenen)
- menen ligt dicht bij Kortrijk (maar verre van Waregem) (=iets menen is niet genoeg; je moet er zeker van zijn.)
- iets door het oog van de schaar halen (=materiaal van op het werk voor jezelf houden / Jezelf oneerlijk zaken toe-eigenen)
- over de doden niets dan goeds (=men ziet kwaadspreken over overledenen als iets heel onbeleefd, er mag niet gespot worden met de dood)
- de vuilste varkens willen altijd het beste stro. (=mensen die het niet verdienen willen evengoed het beste)
- geld ruiken (=merken dat er iets te verdienen is)
- een lelijke noot met iemand te kraken hebben (=met iemand nog iets af te rekenen hebben)
- armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dieren in de stal kun je geen geld verdienen)
- het bier is niet voor de ganzen gebrouwen. (=niet iets verspillen aan degenen die het niet waarderen)
- niets om het lijf hebben (=niets betekenen, geen waarde hebben)
- een wassen neus zijn (=niets te betekenen hebben)
- geen naam mogen hebben (=niets te betekenen zijn)
- ridder te voet geworden zijn (=rijkdom is verdwenen)
- je boontjes op iets te week leggen (=stellig op iets rekenen)
- met dubbel krijt schrijven (=te veel aanrekenen)
- slapende rijk worden (=veel geld verdienen zonder er iets voor te moeten doen)
- kennis is macht (=veel weten kan veel invloed betekenen)
- koud en heet uit één mond blazen. (=verschillende standpunten innemen om zijn eigen belangen te dienen)
- in nood leert men zijn vrienden kennen (=wanneer men in de problemen zit wordt duidelijk welke vrienden daadwerkelijk iets voor je willen betekenen)
- het is beter een andermans hemd dan geen (=wat men niet heeft kan men desnoods nog altijd lenen)
- iemand zien aankomen (=weten waar hij over zal beginnen, zich er alvast tegen wapenen)
- op het verkeerde paard wedden. (=zich misrekenen)
- wat van apen komt wil luizen (wat van katten komt wil muizen) (=zijn afkomst kan men niet verloochenen)
- je eigen nest bevuilen (=zijn eigen omgeving nadeel berokkenen)
27 dialectgezegden bevatten `enen`
- 't is kort van den enen (=het is kwart voor 1) (Sint-Niklaas)
- 't Mit mekaor ovverèn ha.lde (=enen lijn trekken) (Genneps)
- Da bring veel miserie en enen hoereneist mee (=Overspel plegen) (Bevers)
- das mèr enen trae (=dat is kortbij) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat goeng wol zjus èn enen hoeële tand! (=je hebt wel weinig gegeten!) (Munsterbilzen - Minsters)
- dès mar enen bòlscheut wèèd (=dat is niet ver weg) (Tilburgs)
- ei is effenaf (=het is er enen zonder complimenten) (Sint-Niklaas)
- ën koe sjit mei op enen daog assën mèsj op ën heil joër (=een goede werkman presteert méér op korte tijd dan een luierik) (Munsterbilzen - Minsters)
- enen de moat nehm (=een opmeten / harde maatregelen nemen.) (Twents)
- enen hakdòl drèèfde aon meej un piske, enen drèèftol meej un zwipke. (=een haktol drijf je aan met een peestouwtje, een drijftol met een zweepje.) (Tilburgs)
- enen man het maor enen gang. (=eén persoon heeft maar één versnelling) (Barghs)
- enen op zën hat zètte (=eentje drinken) (Munsterbilzen - Minsters)
- énen vo piet snot zetten (=iemand een loer draaien) (Brugs)
- et schouw mar enen hòrpèèl of de penantie ha gezeete. (=het scheelde maar een haartje of de strafschop had erin gezeten.) (Tilburgs)
- genen enen (=geen enkele) (Sint-Niklaas)
- hij hoeft nie op enen bos peeje te kèèke (=hij hoeft niet zuinig aan te doen.) (Tilburgs)
- Immànt bezien gelèk en kaa no enen trèèn (=Iemand verbaasd aankijken) (Sintrùins)
- in enen keer was ei riebedebie, in enen keer was ei de piest in (=hij was ineens weg) (Sint-Niklaas)
- Je ziet erut lik enen die nog nie gescheten et. (=Nors gezicht, uiterlijk) (Brugs)
- kwikt dè kwèkske es. Nou tis tòch nòg enen hêele kwak! (=weeg dat beetje eens. Nou het is toch nog heel wat!) (Tilburgs)
- nog zu enen en 't es donkere (=iets vertellen dat nergens op slaat) (Knesselaars)
- tès enen vër te sjoeëre (=het is en tango) (Munsterbilzen - Minsters)
- van den enen no de gunten (=van de ene naar de andere) (Veurns)
- vur enen 't vel van zijn schéenn springn (=overmatig behulpzaam zijn) (Knesselaars)
- wè zèède tòch enen hèbberd, gunt en aander naa ok es wè! (=wat ben je toch een inhalig figuur, gun een ander nu ook eens wat!) (Tilburgs)
- zo frêet as enen hond meej zeuve lulle (=apetrots) (Tilburgs)
- zo schèènhèlleg as enen duuvel die zen èèrepel in wijwaoter kokt (=heel erg hypocriet) (Tilburgs)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen