aanschouwen bespeuren observeren waarnemen

• pijn (Dilbeeks)   • zijde (Berg en Terblijts)   • Zee (Sint-Katelijne-Waver)   • ziet (Antwerps)   • zij (Elspeet)   • zij (Zwartebroeks)  
Toon alle 32 dialectwoorden

• rijd voort voerman maar zie om (=doe verder maar blijf wel opletten)
• rijd voort maar zie om (=doe verder maar blijf opletten)
• doe wel en zie niet om. (=toon vriendelijkheid of behulpzaamheid zonder iets in ruil te verwachten)
Naar de spreekwoorden

• •zij
• 1) Vide 2) Observeren 3) Observeer 4) Bespeuren 5) Aanschouwen 6) Kijk 7) Ecce (Latijn) 8) Ecce

Toon uitgebreidere definities

• ziedaar• zieden• ziedend• ziederij• ziegezagen• ziehier• ziek• ziek melden• ziek-zijn• ziekbed• ziekdag• zieke• ziekelijk• ziekelijkheid• ziekeling• zieken• ziekenafdeling• ziekenappel• ziekenauto• ziekenbarak
• Toon alle woorden die beginnen met zie

• aardbezie• jaloezie• klandizie• poëzie• ruzie• spinazie• sperzie• geruzie• familieruzie• euzie• drugsruzie• caféruzie• burenruzie• balizie
• Toon alle woorden die eindigen op zie

zie

Zoek zie op Woordenlijst.org
Zoek zie op Google
Zoek zie op Wikipedia