willen

werkw.

Uitspraak:	[ˈwɪlə(n)]
Afbreekpatroon:	wil·len
Vervoegingen:	wilde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gewild (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) verlangen

Voorbeeld:	`Ze wil een pop voor haar verjaardag.`
Synoniem:	wensen
Ik wil het niet hebben.	(ik verbied het)
Dat mocht je willen!	(<dit zeg je als iemand iets wenst wat niet mogelijk is>)

2) zullen

Willen we er nog eentje nemen?

(zullen we nog een drankje nemen?)

3) <hulpwerkwoord dat een mogelijkheid aanduidt>

Voorbeeld:	`het wil wel eens gebeuren dat...`
Het wil maar niet zomeren.	(het wordt maar geen zomer)

Zie ook:

wil

begeren   believen   gaan   moeten   wensen   wilskracht   wouden   

• willens en wetens iets doen (=met opzet)
• willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe iemand is)
• willen vliegen eer men vleugels heeft (=iets willen doen nog voor men het geleerd heeft)
• voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten (=tegen minimale kosten maximaal voordeel verlangen)
• twee ruggen uit een varken willen snijden (=uit één ding dubbel het voordeel willen halen)
Toon alle 23 spreekwoorden die willen bevatten

Hoe kun je willen krachtiger uitdrukken?
per se willen
Uitdrukkingen die willen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
als een bok op de haverkist zitten;

• • [modl] iets als verlangen hebben.
• het bewust proberen te doen, het verlangen of wensen vb: hij wil weer naar school gaan dat wil ik niet hebben [ik vind het niet goed] hoe wil hij dat doen? [hoe denkt hij dat te gaan doen] ik wil er niet aan [ik weiger het te aanvaarden] iets kwijt willen [iets willen vertellen]
• 1) Hulpwerkwoord 2) Wilskracht 3) Gaan 4) Moeten 5) Eisen 6) Van plan zijn 7) Azen op 8) Voelen 9) Blieven 10) Bereid zijn 11) Believen 12) Begeren 13) Bedoelen 14) Gelieven 15) Van plan zijn te doen 16) Wensen 17) Verlangen 18) Verkiezen
• wensen
• wensen Jaar van herkomst: 901-1000 (WPS )

Toon uitgebreidere definities

• willens

• meewillen• erop willen

1. willen (stootkussens aan een schip)
2. willen (wensen)

1. Is het hij wilt of hij wil? Zie Hij wilt / wil
2. Wat is juist: < i>u wil< /i>, < i>u zal< /i> en < i>u kan< /i> of < i>u wilt< /i>, < i>u zult< /i> en < i>u kunt< /i>? Zie U wil, zal, kan / wilt, zult, kunt
3. Wat is juist: `Hij wilt een huis kopen` of `Hij wil een huis kopen`? Zie Hij wil / hij wilt

Wat is de verleden tijd van willen?

De verleden tijd van willen is 'wilde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gewild'.

Wat betekent willen?

'verlangen' en 'zullen' en '<
hulpwerkwoord dat een mogelijkheid aanduidt>
'

Hoe spel je willen?

willen spel je W I L L E N

Wat is een ander woord voor willen?

Andere woorden voor willen zijn begeren, believen, gaan, moeten, wensen, wilskracht en wouden.

Zoek willen op Woordenlijst.org
Zoek willen op Google
Zoek willen op Wikipedia