verzekeren

werkw.

Uitspraak:	[vər'zekərə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·ze·ke·ren
Vervoegingen:	verzekerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft verzekerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zeggen dat iets is of zal gaan zoals je zegt

Voorbeelden:	`Dat doet pijn, kan ik je verzekeren.`, `Ik verzeker u dat ik op tijd kom.`
Synoniem:	garanderen

2) een verzekering afsluiten voor

Voorbeelden:

`Ben je verzekerd?`, `je verzekeren tegen diefstal`

assureren   bevestigen   beweren   garanderen   instaan voor   solideren   vastbinden   vastleggen   vastmaken   vastzetten   veiligstellen   verbinden   waarborgen   

• •verklaren dat iets toekomstigs met zekerheid te verwachten is. •tegen betaling van een premie een contract afsluiten waarbij bepaald wordt dat bij eventuele schade gedekt zal worden. (+audio)
• er een overeenkomst voor afsluiten waardoor schade vergoed wordt vb: wij hebben ons verzekerd tegen brand en diefstal ervoor zorgen dat het zeker is vb: bij een vakantie in het zuiden bent u verzekerd van zon Synoniemen: garanderen instaan
• 1) Vergewissen 2) Verbinden 3) Verassureren 4) Garanderen 5) Bekrachtigen 6) Veiligstellen 7) Met overtuiging zeggen 8) Assureren 9) Bezweren 10) Secureren 11) Beloven 12) Beschermen 13) Sanctioneren 14) Ronddwalen 15) Betuigen 16) Borgen 17) Beveiligen 18) Met klem verklaren 19) Solideren 20) Vastleggen
• algemeen overheid: Transactie waarbij een kleine, onzekere kans op een grote schade wordt ingeruild tegen de zekerheid van ...
• assureren; garanderen

Toon uitgebreidere definities

• verzekeren van

1. Is allrisk correct geschreven? Zie allrisk
2. Wat is juist: het verzekerd bedrag (veel gebruikt in verzekeringscontexten) of het verzekerde bedrag (veel gebruikt in verzekeringscontexten)? Zie het verzekerd bedrag (veel gebruikt in verzekeringscontexten) / het verzekerde bedrag (veel gebruikt in verzekeringscontexten)
3. Is dit juist: het te verzekeren object? Zie het te verzekeren object

Wat is de verleden tijd van verzekeren?

De verleden tijd van verzekeren is 'verzekerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verzekerd'.

Wat betekent verzekeren?

'zeggen dat iets is of zal gaan zoals je zegt' en 'een verzekering afsluiten voor'

Hoe spel je verzekeren?

verzekeren spel je V E R Z E K E R E N

Wat is een ander woord voor verzekeren?

Andere woorden voor verzekeren zijn assureren, bevestigen, beweren, garanderen, instaan voor, solideren, vastbinden, vastleggen, vastmaken, vastzetten, veiligstellen, verbinden en waarborgen.

Zoek verzekeren op Woordenlijst.org
Zoek verzekeren op Google
Zoek verzekeren op Wikipedia