variëren

werkw.
Uitspraak:  [variˈjerə(n)]
Vervoegingen:  varieerde (verl.tijd )
Vervoegingen:  heeft gevarieerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) iedere keer (een beetje) verschillen
Voorbeeld:  `De prijzen variëren van tien tot vijfendertig euro.`

2) een beetje anders maken
Voorbeelden:  `Kun je het tempo niet een beetje variëren?`,
`een gevarieerd tempo`


Synoniemen
afwisselen   fluctueren   uiteenlopen   veranderen   verschillen   wisselen   

3 definities op Encyclo
  • ervoor zorgen dat het niet hetzelfde blijft vb: de prijzen in deze winkel variëren nogal Synoniemen: veranderen vermaken wijzigen Tegenstelling: handhaven
  • 1) Uiteenlopen 2) Afwisselen 3) Weifelen 4) Fluctueren 5) Onstabiel zijn 6) Onstandvastig zijn 7) Wijzigen 8) Wisselen 9) Verschillen 10) Veranderen
  • veranderen, wisselen Jaar van herkomst: 1467-1490 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
variëren (veranderen, wisselen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van variëren?
De verleden tijd van variëren is 'varieerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gevarieerd'.
Wat betekent variëren?
'iedere keer (een beetje) verschillen' en 'een beetje anders maken'
Hoe spel je variëren?
variëren spel je V A R I E-umlaut R E N
Wat is een ander woord voor variëren?
Andere woorden voor variëren zijn afwisselen, fluctueren, uiteenlopen, veranderen, verschillen en wisselen.

Op andere websites
Zoek variëren op Woordenlijst.org
Zoek variëren op Google
Zoek variëren op Wikipedia