de training

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ˈtrenɪŋ]
Afbreekpatroon:	trai·ning
Verbuigingen:	trainingen (meerv.)

het trainen

Voorbeelden:	`managementtraining`, `De voetbaltraining begint om vier uur.`, `Een dergelijk resultaat vergt veel training.`
Synoniem:	oefening

cursus   dresseren   dressuur   oefening   opleiding   scholing   school   

• (sport)les
• •een oefening.
• het oefenen van een vaardigheid vb: met voldoende training leer je wel met 10 vingers typen
• 1) School 2) Sportonderwijs 3) Lichaamsbeweging 4) Scholing 5) Dressuur 6) Opleiding 7) Africhting 8) Dresseren 9) Lichaamsoefening 10) Sportoefening 11) Lichamelijke oefening 12) Oefening
• Een leerproces waarin deelnemers vaardigheden verwerven en oefenen op het toepassen ervan.

Toon uitgebreidere definities

• trainingsbroek• trainingscentrum• trainingsfaciliteiten• trainingsfiets• trainingskamp• trainingskosten• trainingsmaatje• trainingspak• trainingsprogramma• trainingsschema• trainingsstage• trainingsweekend

• conditietraining• veldtraining• voetbaltraining• zwemtraining• zindelijkheidstraining• weerbaarheidstraining• vibratietraining• sollicitatietraining• sensitivitytraining• rampentraining• ochtendtraining• nachttraining• middagtraining• mediatraining• krachttraining• kanjertraining• intervaltraining• ijshockeytraining• fitnesstraining• communicatietraining

training

Is het 'de training' of 'het training'?

Het is 'de training', want training is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die training'.

Wat is het meervoud van training?

Het meervoud van training is 'trainingen'. Eén training, twee trainingen.

Wat betekent training?

'het trainen'

Hoe spel je training?

training spel je T R A I N I N G

Wat is een ander woord voor training?

Andere woorden voor training zijn cursus, dresseren, dressuur, oefening, opleiding, scholing en school.

Zoek training op Woordenlijst.org
Zoek training op Google
Zoek training op Wikipedia