de cursus
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈkʏrzʏs] |
| Afbreekpatroon: | cur·sus |
| Verbuigingen: | cursussen (meerv.) |
aantal lessen over een bepaald onderwerp | Voorbeelden: | `een cursus Nederlands volgen`, `een cursus tekenen geven` | |
Synoniemen
kursus leergang les module onderricht onderrichting onderwijs stu studie training 9 definities op Encyclo
- •een reeks lessen die een afgesloten geheel vormen. •een leerjaar.
- aantal lessen die bij elkaar horen vb: ik volg een cursus om te leren tekstverwerken
- Let op: Spelling van 1858 loop, loopbaan. Zie Cours
- [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Latijn) eig. het lopen, van het werkw. currere, vervolgens ook van schepen, paarden of rijtuigen; wedrennen; voorts onafgebroken voortzetting, vooral lessen, waarbij enig vak in zijn gehelen omvang of toch een bepaald, afgesloten deel daarvan wordt onderwezen, b.v. cursu...
- [Let op: Spelling en uitleg uit 1920] wedrennen met twee- of vierspannen. Bij een vierspan liepen de vier paarden naast elkander; de twee middelste waren op de gewone wijze aangespannen; de twee buitenste trokken aan touwen, die ter zijde van den wagen waren vastgehaakt, en werden daarom equi funales geheeten...
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met cursus:
•
cursus timemanagement•
cursusaanbod•
cursusboek•
cursusdag•
cursusduur•
cursusgeld•
cursusjaar•
cursusleider•
cursusleidster•
cursusmateriaal•
cursusplaats•
cursusprijs•
cursusprogramma•
cursusruimteDeze woorden eindigen op cursus:
•
slipcursus•
zumbacursus•
zomercursus•
zelfverdedigingscursus•
zeilcursus•
zangcursus•
voetbaltrainerscursus•
trainerscursus•
tangocursus•
talencursus•
taalcursus•
stoomcursus•
spoedcursus•
sandwichcursus•
rollercoastercursus•
overlevingscursus•
opfriscursus•
meditatiecursus•
managementcursus•
introductiecursusHerkomst volgens etymologiebank.nl
cursus (leergang)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de cursus' of 'het cursus'?
Het is 'de cursus', want cursus is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die cursus'.
Wat is het meervoud van cursus?
Het meervoud van cursus is 'cursussen'. Eén cursus, twee cursussen.
Wat betekent cursus?
'aantal lessen over een bepaald onderwerp'
Hoe spel je cursus?
cursus spel je C U R S U S
Wat is een ander woord voor cursus?
Andere woorden voor cursus zijn kursus, leergang, les, module, onderricht, onderrichting, onderwijs, stu, studie en training.Op andere websites
Zoek
cursus op Woordenlijst.org
Zoek
cursus op Google
Zoek
cursus op Wikipedia