de scholing

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ˈsxolɪŋ]
Afbreekpatroon:	scho·ling

onderwijs dat met je beroep te maken heeft

Voorbeelden:

`Scholing van het personeel stelt in dit bedrijf niet veel voor.`, `bijscholing`

africhting   educatie   oefening   onderwijs   opleiding   schoolopleiding   vorming   

• groot aantal verschillende lessen die je kunt volgen om iets te worden of te leren vb: hij volgt een scholing tot timmerman Synoniem: opleiding
• 1) Onderwijs 2) Opvoeding 3) Educatie 4) Training 5) Opleiding in een vak 6) Schoolopleiding 7) School 8) Opleiding 9) Vorming 10) Oefening 11) Africhting
• Ieder OR-lid heeft recht op vijf dagen scholing per jaar, als lid van een vaste OR-commissie komen daar nog eens drie dagen bij. Vaak gaat de raad een paar dagen de hei op, om met de hele club iets te leren over de aanpak van het OR-werk. Is leuk, nuttig en erg noodzakelijk.
• Scholing is de opleiding die je ontvangen hebt. [basiswoordenlijst groep 7]

Toon uitgebreidere definities

• scholingskosten• scholingsmogelijkheid• scholingsverlof

• samenscholing• zelfscholing• vakscholing• praktijkscholing• overscholing• omscholing• nascholing• loopscholing• herscholing• bijscholing• beroepsscholing

Wordt deze samenstelling aaneen geschreven, of komt er een spatie tussen? Zie hooggeschoolde ouders / hoog geschoolde ouders

Is het 'de scholing' of 'het scholing'?

Het is 'de scholing', want scholing is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die scholing'.

Wat betekent scholing?

'onderwijs dat met je beroep te maken heeft'

Hoe spel je scholing?

scholing spel je S C H O L I N G

Wat is een ander woord voor scholing?

Andere woorden voor scholing zijn africhting, educatie, oefening, onderwijs, opleiding, schoolopleiding en vorming.

Zoek scholing op Woordenlijst.org
Zoek scholing op Google
Zoek scholing op Wikipedia