de sleutel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈsløtəl]
Afbreekpatroon:	sleu·tel
Verbuigingen:	sleutels (meerv.)

1) voorwerp om een slot mee open of dicht te doen

Voorbeelden:

`de voordeur dichtdoen en de sleutel omdraaien`, `fietssleutel`

2) gereedschap om een bout los of vast te draaien

Voorbeeld:

`steeksleutel`

3) teken vooraan de regel met muzieknoten die aangeeft hoe hoog je de noten moet spelen ^muziek

Voorbeeld:

`g-sleutel`

code   loper   toegang   tool   

• weten waar Petrus de sleutel had (=op de hoogte zijn van wat niet iedereen weet)
• de sleutel op de doodskist leggen (=een erfenis weigeren)
Naar de spreekwoorden

• Uit `De lagere vaktalen: De molenaarstaal` 1914 stuk hout dat gesteken wordt door het uiteinde van nen balk, die dwars door een ander stuk uitkomt, ten einde het terugschuiven te beletten.
• Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 van een gewelf: sluitsteen.
• (muziek) Kijk bij muzieksleutel.
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Sleutel``] 1o. Een van die woorden, die in de militaire taal dikwijls gebezigd worden, om geleerdheid uit te kramen of de onduidelijkheid der begrippen te verbergen. Men spreekt van taktische en strategische sleutels. In zoo ver de zaak duidelijk is, kan men een strategi...
• metalen voorwerp waarmee je een slot opent of sluit vb: hij stak de sleutel in het slot gereedschap waarmee je moeren losdraait vb: heb je geen grotere sleutel voor deze moer?

Toon uitgebreidere definities

• sleutelbeen• sleutelbeenbreuk• sleutelbloem• sleutelbord• sleutelbos• sleutelen• sleutelfiguur• sleutelgat• sleutelgatchirurg• sleutelgeld• sleutelhanger• sleutelhangerbonuskaart• sleutelkind• sleutelkoord• sleutelmoment• sleutelpaal• sleutelpersoon• sleutelpositie• sleutelpost• sleutelring
• Toon alle woorden die beginnen met sleutel

• autosleutel• fietssleutel• huissleutel• steeksleutel• verdeelsleutel• yalesleutel• vioolsleutel• toonsleutel• tenorsleutel• solsleutel• sessiesleutel• reservesleutel• pijpsleutel• muzieksleutel• moersleutel• lipssleutel• kruissleutel• kastsleutel• inbussleutel• gesleutel
• Toon alle woorden die eindigen op sleutel

sleutel (werktuig om te ont sluiten)

Is het 'de sleutel' of 'het sleutel'?

Het is 'de sleutel', want sleutel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die sleutel'.

Wat is het meervoud van sleutel?

Het meervoud van sleutel is 'sleutels'. Eén sleutel, twee sleutels.

Wat betekent sleutel?

'voorwerp om een slot mee open of dicht te doen' en 'gereedschap om een bout los of vast te draaien' en 'teken vooraan de regel met muzieknoten die aangeeft hoe hoog je de noten moet spelen'

Hoe spel je sleutel?

sleutel spel je S L E U T E L

Wat is een ander woord voor sleutel?

Andere woorden voor sleutel zijn code, loper, toegang en tool.

Zoek sleutel op Woordenlijst.org
Zoek sleutel op Google
Zoek sleutel op Wikipedia