sleutelen

werkw.
Uitspraak:  ['sløtələ(n)]
Afbreekpatroon:  sleu·te·len
Vervoegingen:  sleutelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gesleuteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met gereedschap een motor of motorvoertuig repareren of verbeteren, vooral als hobbyist
Voorbeeld:  `drie dagen aan de motor van een auto sleutelen voordat je hem weer kunt starten`

Zie ook:  sleutel


Synoniemen
dokteren   knutselen   repareren   

3 definities op Encyclo
  • • [inerg] met sleutels aan een auto, motor of ander machine werken, met name door de machine uit elkaar te halen en weer ineen te vijzen. • [inerg] "(figuurlijk)" iets trachten te verbeteren door regelmatig kleine wijzigingen aan te brengen. • [inerg] aan partnerruil doen door de huissleutels uit te lot...
  • het proberen te repareren vb: hij sleutelt aan zijn brommer ermee bezig zijn, het veranderen vb: hij is altijd aan het sleutelen aan zijn auto
  • 1) Veranderen 2) Oplappen 3) Aan een motor prutsen 4) Aan een auto prutsen 5) Knutselen 6) Repareren 7) Wurmen 8) Dokteren
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op sleutelen:
ontsleutelen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van sleutelen?
De verleden tijd van sleutelen is 'sleutelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesleuteld'.
Wat betekent sleutelen?
'met gereedschap een motor of motorvoertuig repareren of verbeteren, vooral als hobbyist'
Hoe spel je sleutelen?
sleutelen spel je S L E U T E L E N
Wat is een ander woord voor sleutelen?
Andere woorden voor sleutelen zijn dokteren, knutselen en repareren.

Op andere websites
Zoek sleutelen op Woordenlijst.org
Zoek sleutelen op Google
Zoek sleutelen op Wikipedia