de fietssleutel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['fitsløtəl]
Afbreekpatroon:  fiets·sleu·tel
Verbuigingen:  fietssleutels (meerv.)

sleutel van het slot op je fiets
Voorbeeld:  `Ik ben mijn fietssleutel verloren. Nu moet ik op een andere manier naar huis.`


1 definitie op Encyclo
  • 1) Slotopener 2) Sleutel van een fietsslot 3) Deel van een fiets
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de fietssleutel' of 'het fietssleutel'?
Het is 'de fietssleutel', want fietssleutel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die fietssleutel'.
Wat is het meervoud van fietssleutel?
Het meervoud van fietssleutel is 'fietssleutels'. Eén fietssleutel, twee fietssleutels.
Wat betekent fietssleutel?
'sleutel van het slot op je fiets'
Hoe spel je fietssleutel?
fietssleutel spel je F I E T S S L E U T E L

Op andere websites
Zoek fietssleutel op Woordenlijst.org
Zoek fietssleutel op Google
Zoek fietssleutel op Wikipedia