| Uitspraak: | [sxun] |
| Verbuigingen: | schoenen (meerv.) |
| Voorbeelden: | `kinderschoen`, `sportschoen` | |
| iemand iets in de schoenen schuiven | (beweren dat iemand iets heeft gedaan, heeft gezegd of vindt) | |
| je schoen zetten | (<als kind 's avonds in de dagen voor het Sinterklaasfeest> een schoen bij de kachel plaatsen in de hoop dat Sinterklaas er een cadeautje in zal doen) |
