raken

werkw.

Uitspraak:	[ˈrakə(n)]
Afbreekpatroon:	ra·ken
Vervoegingen:	raakte (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) treffen met een schot of klap

Vervoegingen:	heeft geraakt (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`Er werd geschoten, maar er is niemand geraakt.`
hem flink raken	(veel alcohol drinken)

2) emotie opwekken

Vervoegingen:	heeft geraakt (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`Wat zij over mijn vader zei, heeft me diep geraakt.`
Synoniem:	ontroeren

3) terechtkomen of worden

Vervoegingen:	is geraakt (volt.deelw.)
Voorbeelden:	`gewond raken`, `zoekraken`, `in de problemen raken`

aangaan   aankomen   aanraken   beïnvloeden   beroeren   betreffen   grenzen   meeslepen   ontroeren   terechtkomen   toucheren   treffen   missen (antoniem)   

• wie voor het oortje geboren is, zal tot de stuiver niet geraken (=wie in een lage sociale klasse geboren is, zal niet in een hogere sociale klasse terechtkomen)
• van zijn stuk raken (=onzeker worden en niet meer weten wat te zeggen)
• van streek raken (=erg in de war door iets geraken)
• van de wal in de sloot raken (=van de ene slechte situatie in een andere terechtkomen.)
• tussen de wal en het schip geraken (=in de knel komen, iets raakt per ongeluk verloren of zoek)
Toon alle 17 spreekwoorden die raken bevatten

Hoe kun je raken krachtiger uitdrukken?
diep geraakt;

• harken (VD II, 1) - Voorbeeld: Dan hielp hij verder: eggen, raken en zaaien, heel de kleine dricht bij de koeiboer (Langs Wegen 61)
• [I] harken [II] treffen, bereiken
• • [ov] tegenaan doen komen. • [erga] belanden, worden, verworden. • [auxl] maakt een ergatieve constructie met een bijvoeglijk naamwoord of voltooid deelwoord.
• hem een klap, schot of stoot toebrengen vb: de kogel raakte hem in de schouder Synoniem: treffen Tegenstelling: missen hem ontroeren vb: zijn opmerking raakte me erg lichtgeraakt zijn [snel beledigd zijn, boos worden] dat raakt hem niet [dat doet hem niets, laat hem onverschillig]
• 1) Aanvaren 2) Vreten 3) Hitten 4) Harken 5) Emotioneren 6) Emotie opwekken 7) Tikken 8) De juiste plek treffen 9) Treffen 10) In het doel terechtkomen 11) Meeslepen 12) Toucheren 13) Een treffende impact hebben 14) Precies treffen 15) Sluiten 16) Betreffen 17) Beroeren 18) Beïnvloeden 19) Een perfecte treff...

Toon uitgebreidere definities

• aanraken• achteropraken• achterraken• afkraken• braken• geraken• kraken• kwijtraken• losraken• opraken• wegraken• wraken• zoekraken• uitbraken• radbraken• nachtbraken• leebraken

1. raken (harken)
2. raken (treffen)

1. (op een haar na -) Vaak wordt gezegd: De kogel miste het doel op een haar na, als bedoeld wordt: het doel werd niet geraakt. Moet het niet zijn: De kogel raakte het doel op een haar na? Zie Missen / raken
2. Is geraken correct in deze zin: De leerlingen geraakten in paniek? Zie Geraken / raken
3. Als iemand net niet geraakt wordt door bijvoorbeeld een kogel, zeg je dan `De kogel miste hem op een haar na` of `De kogel raakte hem op een haar na`? Zie Op een haar / haar na missen / raken

Wat betekent raken?

'treffen met een schot of klap' en 'emotie opwekken' en 'terechtkomen of worden'

Hoe spel je raken?

raken spel je R A K E N

Wat is een ander woord voor raken?

Andere woorden voor raken zijn aangaan, aankomen, aanraken, beïnvloeden, beroeren, betreffen, grenzen, meeslepen, ontroeren, terechtkomen, toucheren en treffen.

Wat is het tegenovergestelde van raken?

Een antoniem van raken is missen.

Zoek raken op Woordenlijst.org
Zoek raken op Google
Zoek raken op Wikipedia