pluggen

werkw.

Uitspraak:	['plʏxə(n)]
Afbreekpatroon:	plug·gen
Vervoegingen:	plugde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geplugd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(nieuwe muziek) vaak in radiouitzendingen laten horen om de verkoop te bevorderen

Voorbeeld:

`Het nummer is gigantisch geplugd op Radio 538.`

Zie ook:

Synoniemen

4 definities op Encyclo

1) Promoten van muziek 2) Stekkertjes populair maken 3) Promoten 4) Pousseren
dichtstoppen, vullen; elektrisch aansluiten
Pinnen van hout of metaal die worden gebruikt om de verbinding van twee stukken hout te verstevigen; is tevens de benaming voor dunne ronde staafjes hout. Categorie: Objectgenres > objectgenres naar vorm.
van een plug voorzien regelmatig op de radio laten horen ter bevordering van de populariteit en verkoop promoten; aanprijzen

Deze woorden eindigen op pluggen:

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van pluggen is 'plugde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geplugd'.

'(nieuwe muziek) vaak in radiouitzendingen laten horen om de verkoop te bevorderen'

pluggen spel je P L U G G E N

Een ander woord pluggen is pousseren.

Op andere websites

Recentelijk gezocht