de periode

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [periˈjodə]
Afbreekpatroon:  pe·ri·o·de
Verbuigingen:  perioden, periodes (meerv.)

hoeveelheid tijd
Voorbeelden:  `In de periode na de zomervakantie zijn drie collega's met zwangerschapsverlof.`,
`vakantieperiode`


Synoniemen
cyclus   episode   era   termijn   tijd   tijdperk   tijdsbestek   tijdsduur   volzin   

23 definities op Encyclo
  • (periode of tijdvak) Term uit de literatuurgeschiedschrijving die betrekking heeft op een af te grenzen tijdsbestek. In feite is een periode vergelijkbaar met een stroming en op te vatten als een mentale constructie die de literatuurhistoricus gebruikt om tot een ordening en afbakening te komen op grond van l...
  • [1] Etym: Gr. tijdruimte < Gr. peri = rondom; hodos = weg, tocht. - Term uit de literatuurgeschiedschrijving die betrekking heeft op een af te grenzen tijdsbestek. In feite is een periode (synoniem: tijdvak) vergelijkbaar met een stroming en op te vatten als een mentale constructie die de literatuurhistoricus...
  • [2] Etym: Gr. peri = rond; (h)odos = weg; vandaar rondgang, kringloop. - Een breed uitgewerkte volzin waarvan de onderdelen een harmonisch geheel vormen. De periode bestaat uit twee delen: de protasis-2 of het inleidend gedeelte, waarin de spanning wordt opgebouwd (Gr. pro-teinein = vooruit-strekken, vooruit...
  • [3] Etym: Lat. periodus = volzin < Gr. peri-(h)odos = kringloop. - In de metriek verstaat men onder periode een ritmische eenheid, bestaande uit twee of meer leden. De periode valt hier dikwijls samen met één versregel. Zo is de hexameter een periode bestaande uit twee dactylische tripodieën (dactylus). -...
  • •bepaald tijdsbestek. • [medisch] menstruatie. • [wiskunde] interval waarin een functie zich herhalen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met periode:
periodeduurperiodetijd

Deze woorden eindigen op periode:
bloeiperiodeovergangsperiodesuccesperiodezwangerschapsperiodezorgperiodezoogperiodezomerperiodezittingsperiodeziekteperiodewinterperiodevorstperiodevoorbereidingsperiodeverslagperiodevastenperiodevakantieperiodetussenperiodetransitieperiodetijdsperiodesperperiodespeelperiode

Herkomst volgens etymologiebank.nl
periode (tijdruimte, cyclus)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de periode' of 'het periode'?
Het is 'de periode', want periode is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die periode'.
Wat is het meervoud van periode?
Het meervoud van periode is 'perioden' maar ook 'periodes'.
Wat betekent periode?
'hoeveelheid tijd'
Hoe spel je periode?
periode spel je P E R I O D E
Wat is een ander woord voor periode?
Andere woorden voor periode zijn cyclus, episode, era, termijn, tijd, tijdperk, tijdsbestek, tijdsduur en volzin.

Op andere websites
Zoek periode op Woordenlijst.org
Zoek periode op Google
Zoek periode op Wikipedia