• zwoerd achter je oren hebben. (=doen alsof je iets niet hoort.)
• voor dovemans oren spreken (=spreken tegen personen die niet willen horen)
• tot over je oren verliefd (=heel erg verliefd)
• tot over je oren in het werk zitten (=heel veel werk hebben)
• op twee oren slapen (=je mag gerust zijn)
Toon alle 29 spreekwoorden die oren bevatten

Hoe kun je met oren een ander begrip versterken?
tot over je oren in; tot over je oren in het werk; tot over je oren verliefd; de oren van de kop zeuren; de oren van het hoofd vragen; iemand de oren van het hoofd praten; iemand de oren van zijn kop vragen; iemand de oren van zijn kop zagen;

• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] Joodsch volkswoord = het gebed uitspreken (van Latijn orare = bidden).
• (Uit `De sociologische structuur onzer taal - De Jodentaal.`, 1914) , Joodsch volkswoord: het gebed uitspreken, (van 't Lat. orare: bidden)
• 1) Zintuigen 2) Luisteraars 3) Hengsels 4) Gehoorschelpen 5) Gehoororganen 6) Handvatten 7) Daarmee hoor je
• Oren is een Hebreeuwse jongensnaam. Het betekent `dennen`. Extra info: Waar wordt het gebruikt? De naam Oren wordt voornamelijk gebruikt in Joodse gebieden.
• organen waarmee geluiden worden waargenomen; in engere zin de oorschelpen

Toon uitgebreidere definities

• orenmaffia

• aanboren• aangeboren• aanhoren• aansporen• achterstevoren• behoren• bekoren• boren• doorboren• farshoren• geboren• herboren• horen• ivoren• koren• monitoren• nearshoren• noren• offshoren• onshoren

Zoek oren op Woordenlijst.org
Zoek oren op Google
Zoek oren op Wikipedia