meetellen

werkw.
Uitspraak:  ['metɛlə(n)]
Afbreekpatroon:  mee·tel·len
Vervoegingen:  telde mee (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft meegeteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) ook van belang zijn
Voorbeeld:  `Buitenlandse ervaring telt mee bij de beoordeling.`

2) erbij tellen
Voorbeeld:  `De kleintjes tellen gewoon mee als passagiers.`


Synoniemen
erbij rekenen   meedoen   meerekenen   

3 definities op Encyclo
  • iets te vertellen hebben vb: Saartje telt niet mee in dat chique gezelschap ook in rekening brengen vb: de BTW is al meegeteld dat telt niet mee [dat is niet belangrijk]
  • 1) In achting zijn 2) Meedoen 3) Mede van belang zijn 4) Van belang zijn 5) Gelden 6) Eveneens van belang zijn 7) Meerekenen 8) Laten gelden 9) Meespreken 10) In aanmerking nemen
  • Meetellen is ermee rekening houden; óók meedoen. [basiswoordenlijst groep 7]
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van meetellen?
De verleden tijd van meetellen is 'telde mee'. Het voltooid deelwoord is 'heeft meegeteld'.
Wat betekent meetellen?
'ook van belang zijn' en 'erbij tellen'
Hoe spel je meetellen?
meetellen spel je M E E T E L L E N
Wat is een ander woord voor meetellen?
Andere woorden voor meetellen zijn erbij rekenen, meedoen en meerekenen.

Op andere websites
Zoek meetellen op Woordenlijst.org
Zoek meetellen op Google
Zoek meetellen op Wikipedia