de/het lijn

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[lɛin]
Verbuigingen:	lijnen (meerv.)

1) reeks punten aan elkaar op een rechte rij

Voorbeelden:	`een rechte lijn`, `twee evenwijdige lijnen snijden elkaar nooit`, `netjes tussen de lijntjes schrijven`
Synoniem:	streep
één lijn trekken	(consequent handelen)
De verkoopcijfers vertonen een stijgende lijn.	(er wordt steeds meer verkocht)

2) traject in het openbaar vervoer

Voorbeelden:

`lijndienst`, `Lijn 7 wordt omgeleid.`

3) telefoonverbinding

Voorbeelden:

`iemand aan de lijn hebben`, `Ik versta je nauwelijks, de lijn is erg slecht.`

4) stevig touw of draad

Voorbeelden:	`vislijn`, `Honden aan de lijn!`
aan het lijntje houden	((iemand) iets beloven in plaats van iets voor hem of haar te doen)

5)

aan de lijn doen

(een dieet volgen om lichaamsgewicht te verliezen) Synoniem: afslanken

grens   groef   haal   huidrimpel   ketting   lei   linie   regel   riem   rimpel   schreef   snoer   streep   teug   teugel   touw   verlengde   

• zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet (=handel voorzichtig, dan mislukt het niet)
• langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
• je lijn vasthouden (=voortgaan volgens de vanaf het begin gehanteerde aanpak)
• in het lijntje lopen (=dienstbaar zijn)
• in grove lijnen (=met vooral aandacht voor de hoofdzaken)
Toon alle 11 spreekwoorden die lijn bevatten

Hoe kun je met lijn een ander begrip versterken?
lijnrecht (tegenover elkaar);

• [Soldatentaal, 1914] een goeie lijn hebben: een gemakkelijk leventje hebben, op den een of anderen dag, of in een of ander postje.
• Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 rij poppen, met dekblad verbonden, voor rol-pruimtabak.
• Uit `De lagere vaktalen: De vogelvangerstaal` 1914 eene dikke koord, die van uit de hoeken der ontbrekende basis en van voor- en achteruit, over de springstaken gaat. Volgens De Bo is het eene dunne touw. - De lijn dient om de springstaken op hunne rechte te houden: zij spant zeer nijg. Daaraan is de nette v...
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Lijn``] Een dun touw; de lijnen zijn van een uitgestrekt gebruikt bij de uitrusting van schepen en vaartuigen, bij het slaan van bruggen, bij het traceren van veldwerken en andere bouwwerken, kortom in de geheele militaire techniek, waar zij dikwijls spijkers en ijzeren ...
• [I] streep; verbinding (van openbaar vervoer), route [II] touw

Toon uitgebreidere definities

• lijnbaan• lijnboot• lijnbus• lijndienst• lijndoek• lijnen• lijnennet• lijnenspel• lijnfunctie• lijnintegraal• lijnkaart• lijnkoek• lijnmanagement• lijnmotor• lijnolie• lijnrecht• lijnrechter• lijnrijder• lijnrijderij• lijnsegment
• Toon alle woorden die beginnen met lijn

• achterlijn• breuklijn• evennachtslijn• frontlijn• hermelijn• hogesnelheidslijn• hoofdlijn• hoogtelijn• infolijn• kantlijn• krijtlijn• middellijn• middenlijn• nullijn• pijplijn• richtlijn• rooilijn• spoorlijn• startlijn• stippellijn
• Toon alle woorden die eindigen op lijn

1. lijn (in lijnzaad e.d.)
2. lijn (streep)
3. lijn (touw)

1. Is honden aan de leiband correct? Zie Leiband / lijn
2. Is op de regel schrijven correct? Zie Regel / lijn
3. (over de hele -) Wat is correct: Politici hebben over de hele lijn afgedaan of Politici hebben over de hele linie afgedaan? Zie Lijn / linie

Is het 'de lijn' of 'het lijn'?

Het is zowel 'de lijn' als 'het lijn'. Als je het aanwijst is het 'die lijn' of 'dat lijn'.

Wat is het meervoud van lijn?

Het meervoud van lijn is 'lijnen'. Eén lijn, twee lijnen.

Wat betekent lijn?

'reeks punten aan elkaar op een rechte rij' en 'traject in het openbaar vervoer' en 'telefoonverbinding' en 'stevig touw of draad' en ''

Hoe spel je lijn?

lijn spel je L I J N

Wat is een ander woord voor lijn?

Andere woorden voor lijn zijn grens, groef, haal, huidrimpel, ketting, lei, linie, regel, riem, rimpel, schreef, snoer, streep, teug, teugel, touw en verlengde.

Zoek lijn op Woordenlijst.org
Zoek lijn op Google
Zoek lijn op Wikipedia