leunen

werkw.

Uitspraak:	[ˈlønə(n)]
Afbreekpatroon:	leu·nen
Vervoegingen:	leunde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geleund (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets) gebruiken als steun

Voorbeeld:

`tegen de muur leunen als je lang moet wachten`

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• op de pit leunen (=zich laten voorzeggen (door toneelspelers))
Naar de spreekwoorden

7 definities op Encyclo

'Leunen' (Limburgs: 'Luuëne') is een dorp in de gemeente Venray, in de Nederlandse provincie Limburg. Het dorp Leunen ligt ten zuiden van Venray waar bossen, weidevelden en akkers elkaar afwisselen.
•steunen, het evenwicht bewaren door het eigen gewicht deels door iets anders te laten steunen.
erop of ertegen rusten vb: hij leunde tegen de pilaar Synoniem: steunen
1) Plaats in Nederland 2) Plaats in Limburg 3) Hangen 4) Schragen 5) Plaats in de Benelux 6) Zich verlaten op 7) Rusten 8) Steunen 9) Rusten op 10) Lenen
Het verschijnsel dat de inspanning die per persoon geleverd wordt om een doel te bereiken afneemt naarmate de groep groter wordt.

Deze woorden beginnen met leunen:

Deze woorden eindigen op leunen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van leunen is 'leunde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geleund'.

'(iets) gebruiken als steun'

leunen spel je L E U N E N

Andere woorden voor leunen zijn hangen, rusten en steunen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht